10.000 leerlingen steken handen uit de mouwen
De jobs-voor-Ć©Ć©n-dag zijn even divers als verrassend: als schoenenverkoper, in de plaatselijke frituur of bij de bakker, bij het OCMW, gewoon klussen bij de familie, of voor de radio gaan werken.
Dit jaar staat een jongerenproject van de ngo Trias in Noord-Tanzania in de schijnwerpers. Er doen ruim 125 scholen mee, goed voor meer dan 10.000 leerlingen. Het project begon relatief klein, maar was zo'n groot succes dat het snel een enorme groei beleefde, zegt Algemeen Coƶrdinator Ellen Dereymaeker (foto's van vorige projecten in Oeganda en Indonesiƫ).
āHet idee komt eigenlijk uit Noorwegenā, verklapt Ellen. āDaar is in de jaren 60 een schoolproject in die zin in het leven geroepen. Ik hoorde ervan toen ik vrijwilligerswerk deed in BraziliĆ«, en dan hebben we hier in Vlaanderen iets dergelijks opgestart.ā
Het pilootproject vond in 2006 plaats in Halle, met 6 scholen, 500 leerlingen en een pak vrijwilligers. Het was meteen een succes. āWe kregen spontaan de vraag of we dat nog eens zouden doenā, zegt Ellen. De eerste twee projecten verzamelden geld voor projecten in BraziliĆ«. Daarna kwamen Colombia, Oeganda, en IndonesiĆ« aan de beurt en dit jaar dus Noord-Tanzania.
Kans voor de werkgevers...
Intussen is het project voor een groot deel geprofessionaliseerd. Er is een jobbank bijgekomen, waar bedrijven jobs-voor-Ć©Ć©n-dag aanbieden, al zijn dat er zeker niet genoeg voor alle leerlingen. Die gaan ook zelf op zoek, en kunnen zelf andere bedrijven, winkelketens of zelfstandige zaken aanspreken. De Zuiddag vormt op die manier een brugfunctie tussen bedrijven en scholen.
āDe werkgevers zijn heel enthousiastā, zegt Ellen. āVoor hen is het een manier om op een positieve manier in de aandacht te komen, en om aan maatschappelijk verantwoord ondernemen te doen. Het biedt hen ook de kans om jongeren eens achter de schermen te laten kijken, en hen warm te maken voor een bepaald beroep.ā Bedrijven of instellingen kunnen hun imago positief bijstellen, of jongeren proberen warm te maken voor knelpuntberoepen. āHet voordeel voor de bedrijven is niet te onderschatten.ā
...maar ook voor de jongere
Bij de jongeren staat het engagement centraal. Ze moeten zelf de mouwen opstropen, ze moeten zelf een job zoeken. āOok voor de jongeren is het een positieve ervaring. Zij krijgen de kans om ergens werkervaring op te doen, om zelf te handen uit de mouwen te steken.
Vaak vinden ze op die manier later ook makkelijk een vakantiejob of gewone jobā, zegt Ellen. Er is een klik met de jongeren, zegt ze. āZe kunnen zelf iets doen. Ze moeten niet zomaar geld gaan inzamelen of donaties gaan losweken. De werkervaring is voor hen verrijkend, zeker als ze nog twijfelen over waar ze zouden willen gaan werken. En het geld gaat naar leeftijdsgenoten.ā
Het is die speciale mix die het project succesvol maakt: de link tussen de ngoās, de jongeren, de bedrijven, de scholen en de lokale overheden.
āJongeren moeten duurzame ondernemers wordenā
Ine Schockaert, de campagneleidster van Zuiddag, heeft haar middelbare studies achter de rug en werkt nu Ć©Ć©n schooljaar voltijds voor Zuiddag, om dan daarna voort te studeren. Het is haar taak om de scholen en de jongeren warm te maken. Want haar taak stopt niet na deze Zuiddag. Daarna wordt het haar job om jongeren te blijven motiveren en sensibiliseren via allerlei kanalen zoals bijeenkomsten, infosessies en digitale media. āWe willen met het project Time For Change bereiken dat jongeren beter gaan nadenken over ondernemerschap. Ze zouden betere, duurzamere ondernemers moeten worden die projecten als deze altijd in het achterhoofd houden.ā
Wat de Zuiddag zelf betreft, is er volgens Ine nog heel wat potentieel: āIk droom van een heel grote, nationale Zuiddag over heel het land zoals die nu al in Noorwegen bestaat.ā Een dag waarop de hele natie zich engageert. Alle leerlingen over het hele land dus, maar niet enkel de gewone burger. āMet de koning en het parlement ook nog graagā, zegt Ine. āDat is mijn droombeeld. Het kan ons lukken.ā
Meer info vindt u op www.zuiddag.be
Michaƫl Torfs