Begrafenisondernemer: een vak als geen ander

Elk jaar op Allerheiligen en Allerzielen is het druk op het kerkhof. Nabestaanden gedenken massaal hun overleden dierbaren. Maar voor sommigen is de dood en een bezoek aan het kerkhof dagelijkse kost. Begrafenisondernemer Kurt Hellemans is zo iemand.

Met Allerheiligen herdenkt katholiek Vlaanderen zijn doden. Het zijn drukke tijden voor de bloemisten en het is vaak over de koppen lopen op de anders zo verlaten begraafplaatsen en kerkhoven.

De meesten onder ons bezoeken slechts één of een paar keer per jaar de graven van onze overleden dierbaren. De dood is voor de doorsnee Vlaming iets waarmee je doorgaans slechts op latere leeftijd leert omgaan.

Het is anders gesteld met beroepen die te maken hebben met de overgang van leven naar dood. Dokters, verpleegkundigen en verstrekkers van palliatieve zorg begeleiden mensen voor wie het einde nadert, terwijl geestelijken, vrijzinnige raadgevers en begrafenisondernemers de familie en vrienden van een overledene bijstaan.

“Begrafenisonderneming is geen fabriekske”

Kurt Hellemans zit al 25 jaar in het vak van begrafenisondernemer: “een beroep als geen ander”, weet hij zeker. Je moet 24 uur op 24, 7 dagen op 7 beschikbaar zijn en er zeker “geen fabriekske van proberen te maken”.

Voor Hellemans was het een echte roeping, iets dat hij “echt wou doen”. Zijn interesse voor het vak begon toen hij als dertienjarige misdienaar uitvaartdiensten bijwoonde in de parochiekerk.

Op zijn 17e ging hij voor het eerst aan de slag bij Begrafenissen Van der Heyden. Zijn toenmalige baas en voorganger dacht dat de jonge Kurt het wel niet lang zou volhouden.

Maar zo vele jaren later staat Hellemans aan het hoofd van een van de vier begrafenisondernemingen die Lier rijk is.

“Vroeger was het anders”

Anno 2012 staan begrafenisondernemers in voor een van A tot Z-service: van het wassen en opbaren van het lijk, over het versturen van doodsbrieven tot het regelen van de koffietafel na de uitvaartplechtigheid.

Vroeger was het anders, zegt Hellemans. De mensen lieten een kist maken bij een schrijnwerker en de doodsbrieven werden door een drukker geleverd. Buren en vrienden regelden de koffietafel.

De dagelijkse confrontatie met de dood kan doorwegen op het gemoed. Professionalisme is de boodschap. Je moet je eigen emoties kunnen beheersen en de naasten van de overledene met raad en daad bijstaan. Een persoonlijke aanpak is zeer belangrijk.

Hellemans verwelkomt zijn klanten in een huiselijke sfeer. Als ze hun overleden dierbare komen groeten, krijgen ze een kopje koffie aangeboden. “Ik heb dit nooit als werk gezien”, zegt Hellemans. “Ik krijg er echt voldoening van als iemand mij komt zeggen dat ze op een mooie manier afscheid hebben kunnen nemen.”

“Vaak zijn er ’s zaterdags drie begrafenissen. Ik ben ten minste gedeeltelijk aanwezig op alle drie.”

Hellemans hoopt zijn “roeping” nog 20 à 30 jaar te kunnen volgen. “Ik heb altijd eerlijk zaken gedaan en ik hoop vooral dat ik in de toekomst nog tegen iedereen “goeiedag" zal durven te zeggen.”

Koffietafel noch drukwerk

Ook in een kleine en op het eerste zicht gezellige stad als Lier zijn er maandelijks gemiddeld twee begrafenissen met koffietafel noch drukwerk.

Het gaat hier vaak om hoogbejaarden zonder nabestaanden en mensen van wie de meeste vrienden al zijn overleden. Uitvaartplechtigheden met maar een handvol rouwenden zijn al lang geen uitzondering meer.

75% kiest voor crematie

Driekwart van de klanten bij Begrafenissen Van der Heyden en Hellemans kiest voor crematie. Dit aantal is fors gestegen sinds 2004 toen een nieuwe wet het mogelijk maakte om de urne met assen van de overledene mee te nemen naar huis.

Mike Barlow

Meest gelezen