Nooit zo weinig huismussen in Vlaamse tuinen

Het gaat niet goed met de huismus in Vlaanderen. Dat blijkt uit de analyse van de resultaten van het vogeltelweekend van Natuurpunt begin februari. Huismussen werden nog maar in 52 procent van de tuinen geteld, het laagste cijfer ooit.

Op 2 en 3 februari 2013 telden 14.000 deelnemers meer dan 518.800 vogels in hun tuin. Jarenlang was de huismus de meest getelde vogel in Vlaanderen, maar dat is niet langer het geval. In 2005 kwam de vogel nog voor in 65 procent van alle tuinen, dit jaar nog in amper iets meer dan de helft (52 procent).

Reden voor de achteruitgang van de huismus is het gebrek aan voedsel en nestplaatsen. Vooral in de (binnen)steden doen de mussen het slecht. Op plekken waar de vogels zijn verdwenen kan het bovendien jaren duren voor ze terugkomen.

Uit de resultaten van het vogeltelweekend blijkt voorts dat de vink de vogel was waarvan het meeste exemplaren werden geteld, voor de koolmees en de huismus. Dit jaar bracht de strenge winter opnieuw veel vinken naar voederplaatsen. Omdat er vorige herfst weinig noten te vinden waren in onze bossen, verschenen er ook meer "noteneters" in onze tuinen, zoals gaaien, boomklevers en spechten.

Mussenweekend

Om de toestand van de huismus beter in kaart te brengen organiseert Vogelbescherming Vlaanderen op 20 en 21 april een Mussentelweekend. Met die actie wil de vereniging de actieve broedkoppels huismussen inventariseren. Het wordt afwachten of de neerwaartse trend die werd waargenomen aan de voedertafel zich verder zet bij de broedende mussen.

Om de huismus te helpen zijn geen ingewikkelde beschermingsplannen nodig. Iedereen kan meehelpen. Dat kan door het jaar rond zaden en granen te voorzien, nestkasten te installeren en de tuin in te richten met wilde hoekjes en dicht struikgewas.

Meest gelezen