"Wij zijn er om te meten en te wegen"

De vrijwilligers van de weeg: velen onder ons hebben hen ontmoet, al herinneren we ons dat misschien niet meer zo goed. Baby’s en peuters meten en weten: het is nochtans een niet onbelangrijke fase in een jong leven. Talloze vrijwilligers zetten zich in voor de "weeg", en dat doen ze met hart en ziel. Een portret van twee geëngageerde dames.

Een dinsdagmiddag: twee gepensioneerde dames wachten op hun "klanten". "We hebben 15 kindjes vanmiddag", zegt Arlette. In een periode van een drietal uren komen ze met hun moeder, vader of grootouders langs om gemeten en gewogen te worden, voor een consult met de verpleegster van Kind en Gezin of voor een vaccin toegediend door de kinderarts. Belangrijk is dat voor de ontwikkeling van een kind: om na te gaan of het gezond is en of de voeding oké is. De vrijwilligers staan in voor de ontvangst en het goede verloop van de consultaties.

"Ik doe dit al van in de jaren 50", herinnert Georgette zich. "Ik ben er als het ware in gerold via mijn baas bij het ziekenfonds waarbij ik heb gewerkt. Eerst stak ik een handje toe tijdens mijn werkuren, maar soms moest ik ook ’s avonds bijspringen." In eerste instantie een soort onbetaald overwerk dus. "Ik heb het altijd graag gedaan", zegt Georgette. "Je hebt mij en mijn zoon nog gewogen, mevrouw": het is iets dat ze wel eens te horen krijgt. "Het is fijn dat veel volwassenen me tot op vandaag herkennen."

"Ik doe dit nu een zestal jaar", zegt Arlette. "Ik ben eraan begonnen na mijn pensionering bij het onderwijs. Ik werk graag met kinderen. En trouwens: ik heb een zoon die vrijgezel is en heb geen kleinkinderen."

Om de tien minuten een kind

"We zijn met elf vrijwilligers, en we hebben een goede band", vertelt Arlette. Zelf doet ze de "weeg" twee keer per maand. Georgette komt één keer per week. Hoeveel kinderen ze al door hun handen hebben zien gaan, weten ze niet. "Het zijn er veel, ik schat een 1.700 per jaar", rekent Arlette voor.

Cijfers zijn belangrijk hier. "5 kilo 810, 59 centimeter! 2 kilo 730, 50 centimeter! 15 kilo 720, 91 centimeter!" De dames wegen elk kindje en noteren de gegevens zorgvuldig in het kindboekje dat de moeders bij zich hebben. Hetzelfde scenario voor het meten. Op die manier krijgen de verpleegster en de kinderarts een duidelijk beeld van de ontwikkeling van de kleine spruiten.

De kindjes moeten naakt zijn en vinden dat niet zo leuk. Geregeld vloeien er traantjes, maar Georgette en Arlette doen hun best om de kindjes te kalmeren, met wisselend succes. “Soms is er wel eens een accidentje”, vertrouwt Arlette me toe. Een lokale overstroming, zeg maar.

De moeders komen op afspraak. Tien minuten per kind is zowat het gemiddelde. "Als iedereen mooi op tijd komt, krijgen we dat mooi rond", weet Georgette, "maar soms krijgen we te maken met laatkomers, en dan draait het wel eens een beetje in de soep." Vandaag lijkt iedereen zich netjes aan zijn of haar afspraak te houden. "U mag uw zoontje ontkleden, mevrouw. U kan naar de dokter. Wacht u even voor uw consultatie bij de verpleegster": de hele namiddag regelen Georgette en Arlette het verkeer, uiteraard gecombineerd met meten en wegen. "Wij maken geen opmerkingen over de kindjes tegenover de ouders", zegt Arlette. "Dat is aan de dokter of de verpleegster. Wij zijn er om te meten en te wegen. We houden ook nooit op eigen initiatief een kindje vast, wél als de moeder het vraagt."

"Op mijn gemak"

De klantjes in het Huis van het Kind in Oostende vormen een bonte mengeling. "We hebben hier veel allochtonen", legt Georgette me uit. "Arabieren, Aziaten, Afrikanen, maar de laatste jaren ook veel Oost-Europeanen." Al die nationaliteiten, dat maakt het niet altijd eenvoudig. "Ik spreek een mondje Frans, Engels, Duits en Spaans", zegt Arlette, "maar als het in het Pools moet, sta ik met mijn mond vol tanden." In dergelijke gevallen komt er tolk mee, gestuurd door de vreemdelingendienst van de stad.

"Ik voel me hier op mijn gemak", zegt een jonge moeder die haar kind de fles geeft. "We warmen dat op hier in de microgolfoven", toont Arlette. "Meestal wordt ons werk wel geapprecieerd, maar sommige moeders of vaders beschouwen ons als “personeel”, en dat vind ik niet zo leuk. Maar ik blijf het doen, want ik doe het graag."

Meest gelezen