"U kan gewoon ademen ondanks snelheid trein"

Precies 175 jaar geleden reed voor het eerst een trein op het Europese vasteland. Op 5 mei 1835 vervoerden de Pijl, de Stephenson en de Olifant 900 genodigden van Brussel naar Mechelen en terug. De man in de straat was minder enthousiast over de komst van de stoomtrein naar Belgiƫ.
Gravure van het eerste station in Mechelen - www.beeldbankmechelen.be

De lijn Brussel-Mechelen was oorspronkelijk een proefproject. Pas als zou blijken dat stoomtreinen vlot over die lijn konden rijden, zou het spoorwegennet in Belgiƫ uitgebreid worden, op initiatief van de Belgische koning Leopold I.

Een jaar voor de eerste treinrit werd beslist dat Mechelen het centrale knooppunt van het Belgische spoorwegennet zou worden. Mechelen ligt tussen Brussel en Antwerpen. Via Gent en Brugge kon Oostende vlot bereikt worden, via Leuven zou een trein vlot naar Luik en Luxemburg kunnen rijden, zo was de redenering.

De aankondiging wekte ongerustheid bij het gewone volk. Landbouwers vreesden dat hun koeien zure melk zouden geven, omdat ze voortdurend opgeschrikt zouden worden door de snelle treinen. De krant "Le Moniteur belge" stelde de Belgische bevolking gerust. "Reizen met de trein stelt geen probleem voor de ademhaling, ondanks de snelheid van het voertuig. Ook op de wagons van derde en vierde klasse kunt u normaal blijven ademen", zo klonk het.

Een zonnige dag

5 mei 1835 was blijkbaar een zonnige dag. Om 11.30 uur stapten de 900 genodigden in het Groendreefstation in Brussel in de rijtuigen. Ook koning Leopold I was aanwezig, maar uit veiligheidsoverwegingen reed hij niet mee. Om 12.23 uur gaven kanonschoten het vertreksein. Drie locomotieven -de Pijl, de Stephenson en de Olifant- brachten de rijtuigen in ongeveer 50 minuten van Brussel naar Mechelen.

De Pijl trok 7 wagons met daarin onder anderen hoge ambtenaren, officieren, ingenieurs en magistraten. De Stephenson trok ook 7 wagons met daarin ministers, parlementsleden en diplomaten.

De grotere locomotief De Olifant trok 16 rijtuigen, met daarin de andere genodigden, onder wie George Stephenson, de uitvinder van de eerste praktisch toepasbare stoomlocomotief uit wiens atelier ook de Pijl, de Stephenson en de Olifant kwamen. Volgens de verhalen barstte hij op de trein in tranen uit van ontroering. Dat Britten de spoorlijn en de trein ontwierpen, is overigens de reden dat treinen in Belgiƫ ook vandaag nog steeds links rijden.

Aan het station in Mechelen volgde de inhuldiging van De Mijlpaal. Om 16.15 uur vertrokken de rijtuigen opnieuw naar Brussel. De Olifant sleepte nu alle 30 rijtuigen. Maar doordat de locomotief te veel water verbruikt had, moest er bijgetankt worden.

Niet bij iedereen populair

Vanaf die meimaand van 1835 reed er 4 keer per dag een trein tussen Brussel en Mechelen. Voor een rit in eerste klasse betaalde je toen 2,50 frank, voor een rit in vierde klasse 50 cent. In 1836 reed de trein al tot in Antwerpen en in 1843 lag in Belgiƫ al 559 kilometer spoor.

In die jaren kampten de treinen nog met enkele kinderziekten en technische problemen. Ook was het nieuwe vervoermiddel niet bij iedereen populair. In de niet-overdekte derde en vierde klasse bestond de kans dat je bagage van de trein viel, aangezien die wagons niet overdekt waren. Bovendien was reizen in derde of vierde klasse erg oncomfortabel.

In Belgiƫ nam het spoorverkeer in de 19e eeuw veel sneller een hoge vlucht dan in veel andere Europese landen. Vanaf het begin van de 20e eeuw moest Mechelen in het Belgische spoornet wel stilaan zijn centrale rol afstaan aan Brussel.

Na de treinramp in Buizingen begin dit jaar annuleerde de NMBS de festiviteiten rond 175 jaar treinen in Belgiƫ. De stad Mechelen plant komende zomer wel enkele lezingen en een tentoonstelling.

De Mijlpaal in Mechelen

Op het Stationsplein in Mechelen staat een beeldhouwwerk dat verwijst naar de functie van de stad als centraal punt van de Belgische spoorwegen. Ook het Spoorwegmuseum in Mechelen draagt de naam De Mijlpaal.

De Mijlpaal werd ingehuldigd op 5 mei 1835 en is een arduinen zuil, die ongeveer 7 meter hoog is. Onder de paal werd toen een koffertje begraven met gedenkmedailles, het verslag van de hele ceremonie en muntstukjes. De zuil is intussen al verschillende keren verplaatst.

Aanleg spoor gevolg van onafhankelijkheid

De aanleg van een Belgische spoorweglijn was een rechtstreeks gevolg van de Belgische onafhankelijkheid in 1830. Hierdoor kon het transport vanuit Antwerpen naar Duitsland niet meer via de Nederlandse binnenwateren verlopen.

De regering liet daarom de mogelijkheid bestuderen om een treinverbinding aan te leggen tussen Antwerpen en het Rijngebied. Twee ingenieurs Pierre Simons en Gustave De Ridder werden in 1831 aangesteld om een voorstel uit te werken.

In mei 1834 werd in een wet de aanleg van een Belgisch spoorwegnet bevolen. De bouw en de uitbating ervan werden aan de staat opgedragen. Amper een jaar later, op 5 mei 1835, werd de eerste spoorlijn van het Europese vasteland officieel ingehuldigd.

Later ontstond er een netwerk met een Noord-Zuidlijn (van Antwerpen tot Frankrijk) en een Oost-Westlijn (van de Noordzee tot Duitsland), met Mechelen als centraal punt. De spoorlijn Mechelen-Brussel, met 1 tussenstation in Vilvoorde, volgt grotendeels de Zennevallei.

Meest gelezen