Joegoslavië viel 20 jaar geleden uiteen

Twintig jaar geleden, op 25 juni 1991, riepen twee Joegoslavische deelstaten hun onafhankelijkheid uit: eerst Slovenië en daarna Kroatië. Het begin van de Balkanoorlogen. De Joegoslavische federatie spatte met geweld uit elkaar. Kristien Bonneure blikt terug.

Een maand eerder, in mei ’91, was de vlam in de pan geslagen in Borovo Selo, een voorstad van Vukovar in het oosten van Kroatië. Een gemeente met naam en faam omdat ze een van de grootste schoenenfabrieken van Joegoslavië huisvestte. Onder meer de nationale trots Startas werd er gemaakt, het Joego-equivalent van Adidas.

In Borovo Selo gingen Kroatische politieagenten op een meinacht in ’91 overmoedig de Joegoslavische communistische vlag vervangen door een Kroatische dambordvlag, maar ze liepen in een hinderlaag. Het werd een bloedbad met 18 doden.

Wat voorafging

De val van de Berlijnse muur en van de communistische regimes in Oost-en Centraal-Europa had het optimisme gevoed in het westen. De Koude Oorlog was voorbij, het leek tijd om een vredesdividend te innen. Maar nauwelijks twee jaar na dat magische jaar 1989 ging het grondig fout in Joegoslavië. En moesten wij westerlingen er de (historische) atlas bijnemen. Wat waren we onwetend.

Tito’s federatie was weliswaar een geliefde vakantiebestemming en een merkwaardig los lid van de communistische club. Gebroken met Moskou, een eigen systeem van arbeiderszelfbestuur in de fabrieken, een onafhankelijke internationale koers. De slogan was “bratstvo i jedinstvo”, “broederschap en eenheid”; de rode pioniertjes gingen op kamp in alle hoeken van het onmetelijke land.

Er stond een deksel op de veelvolkerenstaat Joegoslavië, maar daaronder gistte het nationalisme al een hele tijd, zeker na de dood van Tito in ’80. Kroaten, Albanese Kosovaren, Slovenen eisten meer zelfbestuur en verzetten zich tegen de groeiende Servische overmacht in bestuur en leger. Vooral toen president Slobodan Milosevic (foto links) de grondwet herschreef in ’89, die de macht centraliseerde en de autonomie van de provincies (vb. Kosovo) afschafte.

Slovenië kende al een eigen “Lente” in '88, in Kroatië wonnen de nationalisten de verkiezingen en werd Franjo Tudjman president in mei ’91.

Onafhankelijkheid

Het federale systeem werd onhoudbaar en ontplofte. Op 25 juni ’91 scheurden zowel Slovenië als Kroatië zich af van de Joegoslavische Federatie (foto links - na stemming in het Kroatische parlement). De Europese Unie reageerde lauw.

Duitsland was de grote voortrekker van de erkenning van de twee nieuwe staten, die al in januari ’92 volgde, in volle oorlog.

Waarnemers nu noemen dat een kolossale vergissing. Er was geen énkele garantie voor de rechten van minderheden in de nieuwe staten. Een Macedonische politoloog vatte hun streven kernachtig samen: “Waarom zouden wij een minderheid moeten zijn in jullie staat, als jullie een minderheid kunnen zijn in de onze?”

Het was niet moeilijk te voorspellen wat er zou gebeuren. Romp-Joegoslavië zou dit niet over z’n kant laten gaan, het Joegoslavische Volksleger of JNA was nog in alle deelstaten aanwezig en sloeg hard terug. Het kruitvat van Europa was vertrokken voor een nieuwe ronde Balkanoorlogen.

Oorlog

Tien dagen duurde de oorlog in Slovenië, tussen Sloveense militairen en dat JNA. Er vielen 49 doden. Slovenië was dan ook een “gemakkelijke” onafhankelijkheid, er woonde geen Servische minderheid.

Kroatië bleek andere koek, daar was ruim één op de tien inwoners Servisch. Zij waren bepaald bang van de nieuwgeboren staat Kroatië, compleet met nationalistische symbolen uit de fascistische tijd én een eigen leger.

Het draaide erop uit dat de Servische minderheid (foto links - Servische tank in de Krajina) zich ging organiseren, en uiteindelijk een staat-in-de-staat zou uitroepen, op niet minder dan één derde van het Kroatische grondgebied. In de Krajina -rond de stad Knin- en in het fameuze Oost-Slavonië, waar zoveel Belgische militairen onder VN-vlag hebben gediend in de Baranja.

Eind ’91 bombardeerde het JNA-leger Dubrovnik, de middeleeuwse parel van de Adriatische kust. En daarna was Vukovar aan de beurt, een welvarend handelsstadje in het oosten. Zwaar geschut weerklonk over de Donau; van Vukovar bleef weinig heel. Er vond een massamoord plaats op patiënten uit het ziekenhuis. De laatste voortvluchtige van het Joegoslaviëtribunaal, Goran Hadzic, is daarvoor aangeklaagd.

Bosnië

Als ook Bosnië zich afscheurt, in ’92, wordt de oorlog nog uitzichtlozer, want in Bosnië is de etnische mix het grootst, met veel gemengde huwelijken. Het wordt een complex kluwen van Serviërs tegen moslims, moslims tegen Kroaten (de Ottomaanse brug in Mostar werd kapotgeschoten door… Kroaten!), en vice versa.

Vluchtelingen, etnische zuiveringen, een boosaardig drie jaar durend beleg van Sarajevo, met sluipschutters die mensen als konijnen neerschieten, de VN die deerlijk faalt als hoeder van “safe havens” als Gorazde of Zepa. Eindeloze vredesbesprekingen, bestanden die al werden gebroken voor de inkt droog was. Concentratie- en verkrachtingskampen. En op het einde, in de zomer van ’95, een gewelddadig orgelpunt met het bloedbad van Srebrenica.

De tol

In Slovenië vielen 49 doden, in Kroatië 10.000, in Bosnië meer dan 100.000. In Sarajevo alleen al sneuvelden 10.000 mensen, vooral burgers. En dan zijn er nog de 8000 mannen en jongens die in Srebrenica en omstreken werden geëxecuteerd.

In Kroatië wonen sindsdien maar weinig Serviërs meer. Bosnië is verdeeld in een Republika Srpska en een Federatie van moslims en Kroaten. De etnische zuivering heeft gewerkt, de grenzen zijn hertekend, er zijn nu etnisch-nationale staten, “elk op zijn erf”. Maar de prijs die daarvoor werd betaald (doden, “permanente” vluchtelingen) is hoog. En er blijven natuurlijk gemengde gebieden bestaan.

De desintegratie van Joegoslavië ging nog verder. Macedonië (ook zeer gemengd, denk aan het woord macedoine) scheurt zich al af in september ‘91, tien jaar later in 2001 komt het daar tot een kort, maar hevig conflict tussen Albanese guerillero’s en de Macedonische politie en leger.

Het kleine Montenegro gaat zijn eigen weg in 2006.

En tenslotte scheurt ook Kosovo zich af , in februari 2008. Kosovo was geen deelstaat, maar als provincie een integraal onderdeel van Servië, én bovendien van groot symbolisch belang voor de Serviërs. Maar… 90% van de bevolking was Albanees. De onafhankelijkheid van Kosovo kwam er na een bloedige oorlog, met opnieuw 10.000 slachtoffers. Het nieuwe landje is maar door 76 landen erkend, niet eens door alle EU-lidstaten.

En toen waren ze met zeven, op weg naar de EU

Twintig jaar na het begin van de Balkanoorlogen leert een blik op de kaart dat er nu zeven landen zijn waar er vroeger één was. En dat die een overduidelijke roeping hebben om bij de Europese Unie te horen. Slovenië werd al lid in 2004, Kroatië volgt in 2013, zoals vorige week is bekendgemaakt. Macedonië en Montenegro zijn ook kandidaat, Servië staat op een goed blaadje na de arrestatie van Ratko Mladic. De EU kan goedmaken wat ze schuldig verzuimde in de oorlog van ’91-’95.

Geen Joegoslavische, maar Kroatische turnpantoffels

Nog dit. Terwijl ik dit schrijf draag ik Startas-pantoffels. Lichtgewicht en gestreept, een kopie van de tafeltennisschoenen die ooit werden gemaakt in de reusachtige fabriek in Borovo Selo, waar de oorlog begon. Twee decennia later is het merk Startas geherlanceerd, maar dan wel als “handcrafted sneakers from Croatia”. Ze kosten in verhouding een pak meer dan twintig jaar geleden.

Ik heb de mijne een jaar of twee geleden gevonden in de vermaledijde Dansaertstraat. Het zijn twee hoopgevende symbolen aan mijn voeten.

Kristien Bonneure

Meest gelezen