DNA van 300 jaar oud pokkenvirus uit Siberië

Een internationaal team van onderzoekers heeft een 300 jaar oude stam van het pokkenvirus gevonden in het noorden van Siberië. Het virus was niet al te best bewaard, maar toch kon er DNA uit gehaald worden. Dat kan nuttig zijn voor de studie van de evolutie van het virus.
Het pokkenvirus heeft eeuwenlang de mensheid geteisterd.

Het virus werd gevonden in een lid van een familie van vijf mensen, die in de 18e eeuw begraven zijn in Jakoetië, in het noorden van Siberië. Bij een van de mensen bleek tijdens de autopsie dat ze bloed in haar longen had, wat de onderzoekers deed vermoeden dat ze mogelijk aan de pokken overleden was.

Het virus werd geïsoleerd en hoewel het niet goed bewaard was, kon er DNA uit gehaald worden. Het ging slechts om enkele honderden basenparen op een totaal van 200.000 paren. Met een speciaal softwareprogramma konden uiteindelijk 700 tot 750 basenparen gereconstrueerd worden.

Dankzij deze vondst zal de evolutie van het virus beter bestudeerd kunnen worden: nu kunnen de geleerden enkel werken met virusstammen uit de jaren tussen 1950 en 1980. "We zullen eventueel kunnen zien hoe het virus gemuteerd is, hoe het zich aangepast heeft aan nieuwe gastheren, aan de erge koude", zei een van de onderzoekers.

Er zal nu nog bloed getrokken worden uit de andere lichamen van de familie, met name uit hun tanden, om te proberen nog meer DNA er uit te halen en de sequentie van het DNA te vervolledigen.

Pokken uitgestorven

Pokken waren een erg besmettelijk en levensgevaarlijke ziekte die eeuwenlang de mensheid geteisterd heeft. De pokken kwamen in de vorm van epidemies herhaaldelijk voor en tussen 20 en 60 procent van de besmette personen overleed aan de ziekte, bij kinderen zelfs meer dan 80 procent.

De ziekte heeft zelfs de wereldgeschiedenis beïnvloedt: ze werd door de Spanjaarden in Zuid-Amerika geïntroduceerd, waar de indianen absoluut geen weerstand hadden en massaal stierven aan de ziekte. Mee daardoor konden de kleine groepjes conquistadores het Maya- en het Inca-rijk veroveren. Daarna verspreidde het virus zich ook in Noord-Amerika waar zo veel slachtoffers vielen, dat de Europeanen slaven uit Afrika invoerden om op de plantages te werken..

Dankzij een vaccin op basis van de verwante koepokken kon de ziekte bedwongen worden en de laatste natuurlijke besmetting werd in 1977 vastgesteld. In 1979 verklaarde de Wereldgezondheidsorganisatie officieel dat de ziekte was uitgeroeid.

Slechts twee laboratoria, een Amerikaans en een Russisch, bewaren nog pokkenvirussen, om bij een geval van bioterrorisme vaccins aan te kunnen maken.

Meest gelezen