"Soedanese regering terroriseert eigen bevolking"
Het rapport van HRW gaat over de situatie in 2 deelstaten van Soedan, Blue Nile en Zuid-Kordofan. Die liggen aan de grens met het onafhankelijke Zuid-Soedan. Net als in het zuiden bestaat de bevolking in de 2 staten vooral uit zwarte christenen, terwijl in het noorden overwegend Arabische moslims wonen. Onafhankelijke onderzoekers zijn nu voor het eerst ter plaatse kunnen gaan.
In het gebied zijn rebellen actief die vroeger hebben meegevochten met het zuiden, dat na een lange burgeroorlog vorig jaar onafhankelijk werd. De Soedanese regering onderdrukt de opstand door dezelfde tactieken te gebruiken als eerder in het bloedige conflict in de regio Darfoer, zo schrijft HRW in het rapport dat bol staat van de gruwelijke verhalen.
Het gaat dan onder meer om constante bombardementen, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen burgers en rebellen. Er worden daarbij ook vaak zogenoemde "barrel bombs" gebruikt. Dat zijn een soort van vaten gevuld met nagels en scherpe metalen, die uit een vliegtuig worden geduwd en na ontploffing zeer veel schade berokkenen.
Een tweede tactiek is het inzetten van Arabische milities. Na de bombardementen komen die langs in de dorpen om huizen in brand te steken en vluchtende mensen neer te schieten. In de 2 deelstaten zijn honderdduizenden burgers op de vlucht geslagen voor het geweld. Meer dan 200.000 mensen hebben al de grens overgestoken naar Zuid-Soedan en Ethiopië. "Er is een humanitaire ramp zich aan het voltrekken", luidt het.
HRW vraagt nu in de eerste plaats dat het gebied opengaat voor humanitaire organisaties, zodat er hulp kan worden geboden, nu laat de Soedanese regering dat niet toe. Ook worden er sancties gevraagd tegen de verantwoordelijken. Al is het maar de vraag of dat iets zal uithalen, want hoewel de Soedanese president Omar al-Bashir en enkele van zijn getrouwen al vervolgd worden voor misdaden tegen de mensheid in Darfoer, verschijnt hij toch in het buitenland zonder gearresteerd te worden.
