Wordt China ooit koploper innovatie?

Onze correspondent in China, Stefan Blommaert, gaat na waarom creativiteit en innovatie in het hedendaagse China zo uitzonderlijk zijn, terwijl dat in het verleden wel anders geweest is.

We hebben het allemaal geleerd in de lagere school: de Chinezen hebben het buskruit uitgevonden. En het kompas en papier en nog veel meer. Dat gebeurde allemaal heel lang geleden, bij het begin van onze tijdrekening, en later vooral ook tijdens de Tangdynastie (7e-10e eeuw), een culturele en wetenschappelijke bloeiperiode voor China.

Daarna volgden wat minder creatieve eeuwen, maar de interesse in technologie bereikte een nieuw hoogtepunt tijdens de – laatste – Qingdynastie. Westerse missionarissen werden op handen gedragen door de keizer, die wilde leren van hun wetenschappelijke kennis. Dat mocht ook de 17e-eeuwse Belgische jezuïet Ferdinand Verbiest ondervinden, zijn astronomisch en ander vernuft werd bijzonder gewaardeerd.

Creativiteit en zelfstandig denken gesmoord

Maar – en we maken alweer een sprong van een paar eeuwen – na de revolutie van Mao Zedong (foto) in 1949 ging het een heel andere richting uit. De communisten wantrouwden intellectuelen en wetenschappers: is het niet het gewone volk van arbeiders en boeren dat de drijvende kracht vormt achter de vooruitgang?

Mao nam zelf wat merkwaardige ‘wetenschappelijke’ beslissingen, zoals het massaal smelten van metaal in huizen en tuinen om de zware industrie aan staal te helpen, of het verdrijven van mussen middels lawaai van potten en pannen om de oogsten veilig te stellen.

Tijdens de Culturele Revolutie in de jaren zestig was het al helemaal afgelopen met vrij onderzoek en wetenschap, iedereen moest op het platteland of in de fabrieken het echte leven gaan leren. Elke vorm van zelfstandig denken of creativiteit werd gesmoord, vaak ook letterlijk. Na de dood van Mao in de jaren zeventig kwamen de hervormingen onder Deng Xiaoping, en het tij keerde alweer. Deng wou van China een economische grootmacht maken en daarvoor waren niet alleen ondernemers nodig, maar ook intellectuelen. En dus werd onderzoek en academisch werk weer aangemoedigd.

2007 AP

Made in China

Maar China werd in eerste instantie toch vooral de ‘fabriek van de wereld’. Eigen onderzoek – en vooral eigen innovatie – bleef beperkt. De Chinezen werden meesters in het kopiëren. Een nachtmerrie voor westerse bedrijven, die het resultaat van hun research en hun gepatenteerde technologie zagen opduiken in de ‘Made in China’-producten (foto).

De kopiëringsdrang van de Chinezen heeft niet alleen met winstbejag te maken. Ook op school moeten ze van oudsher de karakters van het Chinese schrift ontelbare keren dupliceren, studeren betekent in de eerste plaats van buiten leren, en een kritische kijk of creativiteit is het laatste wat in het onderwijs wordt aangemoedigd.

Maar de Chinese leiders beseffen natuurlijk ook dat China niet voor eeuwig kan blijven groeien met uitsluitend productie gebaseerd op buitenlandse ideeën. Daarom hameren de politici al een decennium lang op de noodzaak van eigen Chinese R&D, centra voor onderzoek en ontwikkeling. En daar wordt geld tegenaan gesmeten, elk jaar gemiddeld tien procent meer. Heel wat Chinese ondernemingen hebben dan ook hun R&D-afdeling, waar wordt gewerkt aan innovatie.

AP1999

Investeren in innovatie loont

Zoals het megabedrijf Gree, dat airconditioners produceert. Het besteedt honderden miljoenen euro aan onderzoek in moderne labs (foto). Bestendigheid tegen kou, regen en klimatologische calamiteiten wordt levensecht gesimuleerd, een bataljon onderzoekers werkt aan nieuwe concepten.

De dynamische vrouwelijke CEO van Gree droomt van een airco die meteen ook een oplossing kan bieden voor het pollutieprobleem in de Chinese steden. De research brengt ook op, het bedrijf is wereldleider in de airco-sector, met zowat 60 miljoen verkochte klimaatregelaars per jaar.

Op het internet circuleren voorspellingen dat China binnen tien jaar de VS zal inhalen als innovatiemogendheid nummer één. Economisten zijn voorzichtiger. Zo’n vaart zal het niet lopen, zeggen ze, want de economische en vooral politieke structuur van China is te weinig gericht op creativiteit en innovatie. Veel bedrijven zijn nog in handen van de staat en hebben geen belang bij investeren in R&D.

Het fabriceren van in het westen ontworpen producten brengt ook geld in het laatje, zonder veel extra moeite. Als innovatie zo belangrijk is, waarom heeft China dan nog geen eigen auto van enig internationaal kaliber ontworpen?

Toegegeven, de Chinezen hebben ons de voorbije decennia al herhaaldelijk weten te verbazen, maar of ze dat binnen afzienbare tijd ook op het vlak van hun R&D en innovatieve kracht zullen doen, dat valt nog te bekijken.

Meest gelezen