Cubaanse oldtimers nog geen verleden tijd door woekerprijzen

Na een halve eeuw van beperkingen is de vrije verkoop van auto's officieel gestart op Cuba, maar door een systeem van erg hoge taksen worden er woekerprijzen gerekend voor de bolides. 50.000 euro voor een Volkswagen Passat uit 2010 is geen uitzondering.

Toen de communisten in 1959 de macht grepen op Cuba, werd elke vorm van privaat eigendom aan banden gelegd. Zo mochten Cubanen tot twee jaar geleden enkel wagens kopen en verkopen die in het tijdperk voor de revolutie waren gemaakt. Sinds 2011 mogen de Cubanen ook nieuwe en hedendaagse tweedehandse wagens kopen, op voorwaarde dat dit gebeurde via door de overheid gecontroleerde autohandelaars en mét een speciale toestemming.

Dat laatste is vanaf vandaag weggevallen. Cubanen kunnen voortaan vrij auto's kopen en verkopen via door de overheid gecontroleerde autohandelaars. Veel Cubanen keken dat ook uit naar vandaag om eindelijk een nieuwe blinkende bolide te kunnen aanschaffen. Voor de deur van menig autohandelaar had zich dan ook een lange rij gevormd.

Groot was dan ook de teleurstelling van de Cubanen toen ze de prijzen onder ogen kregen. Zo staat bij garagehouder Sasa in Havana een Peugeot 4008 te koop voor 239.250 dollar (176.000 euro), waar de catalogusprijs 46.000 dollar is (34.000 euro). Het een en ander is het gevolg van een taksensysteem dat mee is ingevoerd met het decreet dat de vrije autoverkoop regelt.

Het taksensysteem laat zich ook voelen op de tweedehandsmarkt. Bij de tweedehandsgarage Cimex kost een Hyundai Sonata uit 2010 zo'n 60.000 dollar (44.000 euro), en een Volkswagen Passat van hetzelfde jaar moet zelfs 67.500 dollar (50.000 euro) kosten. Het ziet er dus naar uit dat het Cubaanse wagenpark voorlopig nog voor een groot deel uit oldtimers zal blijven bestaan.

De prijzen van een Peugeot-garage in Havana:

Meest gelezen