Johannes Paulus II doorbrak het IJzeren Gordijn

De verrassende verkiezing van de Poolse kardinaal Karol Jozef Wojtyla tot paus joeg op 16 oktober 1978 een schokgolf doorheen de wereld. Meteen was duidelijk dat Johannes Paulus II naast een religieuze ook een politieke rol zou spelen.
AP1997

In augustus 1978 hadden de kardinalen de bisschop van Venetië, Albino Luciano, gekozen tot nieuwe paus als opvolger van de pas overleden Paulus VI. Eind september was de "lachende paus" Johannes Paulus I (links) echter al overleden en konden de kardinalen weer aan de slag in een conclaaf.

Deze keer pakten de kardinalen uit met een verrassende keuze: die voor de Poolse kardinaal Karol Jozef Wojtyla, die de naam Johannes Paulus II aannam. Hij was de eerste niet-Italiaanse paus sinds 1523, maar nog meer verrassend was zijn afkomst uit Polen, een land van het door de Sovjet-Unie gedomineerde communistische Oostblok.

Als buitenlander drukte de nieuwe paus zich niet altijd even vlot uit in het Italiaans, maar hij maakte veel goed door zijn charisma en zijn sterke en dynamische persoonlijkheid en vlotte stijl. Hij sprak ook een duidelijke en niet omfloerste taal en dat leidde als snelt tot een hoge populariteit. Zeker in de beginjaren maakte hij ook tal van reizen om zijn boodschap te verkondigen, onder meer in ons land. Die reizen leidden bijna steevast tot een grote volkstoeloop.

1978 AP

Breekijzer van het Oostblok?

De verkiezing van Johannes Paulus II leidde meteen tot grote onrust bij Sovjetleider Leonid Brezjnew die de nieuwe paus als een gevaar beschouwde voor de Sovjet-invloed in Polen en in Oost-Europa.

Die vrees was niet onterecht, want een jaar later bleek bij het eerste bezoek van Johannes Paulus II als paus aan zijn land dat hij miljoenen enthousiaste Polen op de been kreeg. Het gistte overigens toen al in Polen -dat zoal niet erg belust was op de Russen- waar intellectuelen, arbeiders en de kerk elkaar vonden om hervormingen af te dwingen van het communistische regime. 

Zo moest het regime in 1980 de vrije vakbond Solidarnosc toestaan, die meteen ook als politieke beweging begon te werken. Een staatsgreep in 1981 en het buiten de wet stellen, kon Solidarnosc niet uitschakelen en in 1989 zou die als partij de eerste vrije verkiezingen in Polen winnen. Dat luidde het begin in van de val van andere communistische regimes en van het Oostblok zelf.

Nu had Johannes Paulus II niet direct ingegrepen in Polen, maar zijn aanwezigheid en invloed in de wereld hebben wel de vuisten van de Sovjet-Unie in die kwestie gevoelig aan banden gelegd. Het Vaticaan en het Kremlin gingen een rechtstreekse confrontatie dan ook uit de weg, maar de spanning was wel voelbaar.

De aanslag van mei 1981 waarbij de paus op het Sint-Pietersplein in Rome werd neergeschoten door de Turk Mehmet Ali Agca is in dat verband nooit opgehelderd. Johannes Paulus II overleefde nipt, maar een onderzoek stelde dat de aanslag wellicht -maar niet zeker- beraamd was door de Sovjet-Unie.

1978 AP

Conservatieve "tegenrevolutie" mislukte

De val van het communisme was voor de paus evenwel geen doel op zich, maar wel een stap naar het herstel van een maatschappij op basis van de erg conservatieve ingesteldheid van de paus.

Wojtyla kwam uit het toen erg strikte katholieke Polen en had weinig of geen voeling met de ontwikkelingen van de Kerk in West-Europa. Het ergerde hem dan ook steeds meer dat die niet zo volgzaam bleek toen hij met die conservatieve agenda kwam aanzetten. Ook de Polen bleken -eens bevrijd van de communistische ketens- zich te richten op de westerse en meer losse consumptiemaatschappij en niet terug te keren naar het kerkbeeld van weleer, dat Johannes Paulus II voor ogen stond.

Naast alsmaar groeiende ergernis, leidde dat bij de paus tot hevige kritiek op de westerse maatschappij en op het kapitalisme. Vooral in ethische kwesties stelde de paus zich hard op: tegen seks buiten het huwelijk, condooms, vrouwelijke of gehuwde priesters en vooral tegen homoseksualiteit en abortus.

Dat conservatisme begon uiteindelijk te knagen aan zijn populariteit in het Westen. De laatste jaren begon zijn gezondheid af te takelen en leek hij nog weinig vat te hebben op de gebeurtenissen. Daarvoor had hij wel veel nieuwe kardinalen benoemd en de kerkelijk wet aangepast om zijn visie ook na zijn heengaan nog door te voeren. De verkiezing van zijn medestander, de Duitser Josef Ratzinger, tot zijn opvolger Benedictus XVI in 2005, leek een bevestiging van die "continuïteit", tenminste tot vorig jaar, want sindsdien waait er een nieuwe wind door de Kerk.

In mei 2011 werd Johannes Paulus door Benedictus XVI zalig verklaard. Hij wordt herdacht op 22 oktober, de dag dat hij in 1978 tot paus werd gekroond. 

Meest gelezen