De Nakba (catastrofe) wordt herdacht

De Palestijnen herdenken vandaag dat in 1948 hun dorpen, steden en gemeenschappen van de kaart werden geveegd. Ze verwijzen daarnaar met Nakba (of "catastrofe"). Sommigen behielden de sleutel van wat eens hun woonst was, in de hoop ooit te kunnen terugkeren. Correspondente Nicky Aerts praatte met enkele vluchtelingen.

Van de kaart

Al Mahila, Al-Qubab, Dayr Rafat, Jusayr, Hulayqat, het zijn maar enkele van de rond vierhonderd Palestijnse dorpen, steden, gemeenschappen die in 1948 letterlijk van de kaart geveegd zijn. Inakba plaatst ze ter nagedachtenis van die catastrofe (Nakba) met behulp van Google Maps en Waze terug op de kaart.

App...

Sinds 6 mei jongstleden kan je de app iNakba gratis downloaden. De app is ontwikkeld door Zochrot, een Israëlische ngo, die er alles aan doet om de Israëli’s bewust te maken van het Palestijns verhaal. Rainiin Jeries, mediacoördinator van Zochrot verduidelijkt: "De app is maar een van de vele middelen die we daartoe gebruiken. We organiseren ook filmfestivals, optochten; we verspreiden brochures en er is onze website met daarop heel veel informatie. Maar met de app maken we plots heel erg zichtbaar hoe Palestina eruitzag vooraleer de staat Israël ontstond."

Om de app te ontwikkelen, maakte Zochrot gebruik van oude kaarten uit de tijd van het Brits mandaat. Die kaarten worden bovenop Google Maps gelegd. Waze (een app die ontwikkeld is in Israël, o ironie) brengt je er dan naartoe.

Het onzichtbare land

De kaart van Israël die je te zien krijgt als je de iNakba-app downloadt, is bezaaid met gele pins. Die pins staan telkens voor een gemeenschap die verdwenen is. Het is een interactieve app. Je kan er foto’s en verhalen aan toevoegen. Rainiin van Zochrot, vermoedt dat er op die manier nog gemeenschappen zullen opduiken, waar ze geen weet van hadden. Je kan er virtueel naartoe gaan en allerlei informatie opvragen, video’s met getuigenissen bekijken, foto’s... of je kan in de wagen stappen en er naartoe rijden.

Eens aangekomen zal je merken dat er niks te zien is. Je zal voor alle duidelijkheid nog eens op je app kijken en je afvragen of je wel degelijk op de bestemming bent. “Kaarten zijn een politiek wapen”, zegt Jeries."“De bezetter tekent ze in zijn voordeel. Palestina als dusdanig is dus niet meer terug te vinden op de Israëlische kaarten."

In 2011 heeft het Israëlische parlement de Nakba-wet gestemd. Die houdt in dat elke organisatie die het bestaan van Israël ontkent door te verwijzen naar de onafhankelijkheid als een catastrofe of door events te organiseren rond het historische feit, geen of minder geld krijgt van de regering en zelfs boetes zal moet betalen.

Hanin Zoabi, de eerste Arabisch-Israëlische vrouw die in het Israëlisch parlement zat, was buiten zichzelf toen de wet er door kwam : "Je schept een monsterlijke staat, die de gedachten en de emoties van zijn burgers binnendringt. Is het aanvaarden van mijn verleden, mijn geschiedenis "opruiing"? De Nakba is een historisch feit, geen houding of vrijheid van meningsuiting."

Onafhankelijkheidsdag

6 mei was dit jaar de dag waarop Israël zijn 66-jarige onafhankelijkheid vierde. De onafhankelijkheid van Israël werd in 1948 op 15 mei bezegeld, maar omdat er rekening gehouden wordt met de stand van de maan in de Joodse kalender, valt de viering elk jaar op een andere dag.

De geboorte van de Israëlische staat was en is nog altijd een regelrechte ramp voor de Palestijnse bevolking. "De Nakba was geen eenmalige gebeurtenis. Het is een proces dat nog altijd aan de gang is", aldus Hanin Zoabi. Ze is niet op haar tong gevallen en verdedigt de Palestijnse zaak met veel vuur als het op het historische discours van de Palestijnen aankomt. Zij is trouwens niet de enige die zegt dat de Nakba een proces is.

Ook Mahmoud Darwish, de grote Palestijnse dichter, noemde het vaker een onafgewerkt proces en schreef er onder andere "I am there" over. Darwish was afkomstig van Al Birwa, een van de Palestijnse dorpen in Galilea die in 1948 met de grond gelijk gemaakt zijn.

Droom versus realiteit

Terug naar Hanin Zoabi. Zij doet haar relaas op een debat over de Nakba en het bestaansrecht van het gebruik van die term en de (on)mogelijkheid van de Palestijnen en de Arabische Israëli’s om erbij stil te staan.

Voor haar is het duidelijk: "Wij hadden geen droom nodig om hier te zijn. Wij waren hier! Ons land is van ons afgepakt, onze huizen zijn ingepikt, onze olijfbomen, en wat veel erger is, onze geschiedenis. In het Israëlisch curriculum (waaraan elke Arabisch-Israëli onderworpen wordt) staat er geen woord over de Nakba, geen letter. Maar er zijn nog altijd mensen die weten dat het ooit anders was; dat hun huizen zijn afgepakt; hun dorpen verwoest. En ze weten nog verdomd goed waar dat precies was."

Heel wat van die mensen hebben nog oude foto’s en de sleutel van hun huis, omdat ze ervan overtuigd zijn ooit terug te kunnen keren. Die sleutel is dan ook uitgegroeid tot het symbool van de Palestijnse vluchtelingen en hun recht op terugkeer.

Sleutel

In zijn kleine, vochtige appartementje van twee kamers op de gelijkvloerse verdieping, ontmoet ik Abu Sabri. Hij is afkomstig van het Palestijnse dorp Allar ten zuidwesten van Jeruzalem. Hij vertelt vol weemoed en met veel emotie over de periode waarin hij en zijn familie alles moesten achterlaten en op de vlucht slaan. De bergen in. Voor even, dachten ze.

"We dachten dat het maar een week of twee zou duren en dat we dan zouden kunnen terugkeren. We waren zo bang en zijn midden in de nacht weggegaan uit het dorp en hebben niks meegenomen. Het enig wat we hadden waren de kleren die we droegen." Zo zijn ze uiteindelijk in Aida beland, een vluchtelingenkamp bij Bethlehem, waar zo’n 6.000 Palestijnen wonen. Abu Sabri raakt helemaal opgewonden, verdwijnt even in zijn keuken, rommelt er in wat dozen en komt terug met een sleutel.

De sleutel van zijn huis in Allar. "Als ik mijn ogen toe doe, dan ben ik daar. Dan melk ik de geiten en oogst ik de olijven. Ik zou er alles voor geven om terug te gaan en de aarde waar ik geboren ben in mijn mond stoppen. Ik wil proeven, waar ik vandaan kom."

Aida

Zo’n 700.000 Palestijnen sloegen in 1948 op de vlucht of werden verdreven. Ze belandden onder andere in Syrië, Libanon, Jordanië en Egypte maar ook in inderhaast opgerichte vluchtelingenkampen in Jeruzalem, Bethlehem of op de Westelijke Jordaanoever. Aida (foto) is in 1950 opgericht door UNRWA. Het kamp had destijds veel minder inwoners. Het grondgebied is even groot gebleven, maar er zijn almaar meer Palestijnse vluchtelingen bijgekomen. Want ook de kinderen en de kleinkinderen worden als vluchteling beschouwd.

UNRWA rekent op dit moment in totaal zo’n vijf miljoen Palestijnse vluchtelingen wereldwijd. Abu Sabri is een van de oudsten vluchtelingen in het kamp. "Dat woord was nieuw voor ons", zegt Sabri. "Wij zijn geen vluchtelingen, "refugees". Wij zijn "returnees", wij keren terug."  Als Sabri sterft -binnenkort, zegt hij- zal hij niet begraven worden in de grond die hem zo dierbaar is, want na 66 jaar kan hij nog altijd niet terugkeren.

De Nakba wordt vandaag overal herdacht.

Meest gelezen