Hongkong herdenkt Tiananmen, Peking hult zich in stilzwijgen

In Hongkong hebben tienduizenden mensen de doden van het Tiananmenplein herdacht. Op het plein in Peking waar exact 25 jaar geleden het studentenprotest bloedig neergeslagen werd, viel vandaag vooral de indrukwekkende politiemacht op. "De autoriteiten hebben er alles aan gedaan om deze verjaardag niet te doen plaatsvinden", stelt correspondent Stefan Blommaert in Peking.

In Hongkong zijn vandaag tienduizenden mensen bijeengekomen om de verjaardag van het bloedbad op het Tiananmenplein tijdens een wake te herdenken. De vroegere Britse kolonie keerde in 1997 terug in Chinese handen, maar blijft zich erg onafhankelijk opstellen.

Demonstranten kwamen, voornamelijk gehuld in zwarte kleren en met brandende kaarsen in de hand, samen in een park en riepen Peking op om de schuld voor de vele doden op zich te nemen. Er zouden ook vele duizenden Chinezen van het vasteland naar Hongkong zijn gekomen om daar de herdenking bij te wonen. Volgens de organisatie waren in totaal zo'n 180.000 mensen in en om het park aanwezig.

"Hongkong is een vrije samenleving waar je je mening kan uiten. In China dicteert de communistische partij alles", sprak een oudere man die van de Zuid-Chinese stad Shenzhen naar Hongkong was gereisd. "

"Ik had nog nooit van Tiananmen gehoord tot ik in de Verenigde Staten ging studeren", voegde een 25-jarige vrouw eraan toe.

Op het Chinese vasteland heerste daarentegen een "staatsstilte", de voorbije 25 jaar vakkundig opgebouwd door de Chinese Communistische Partij. Door die censuur hebben sommige Chinese jongeren nog nooit van de bloedige gebeurtenis gehoord. Een publieke discussie over de toenmalige gebeurtenissen is er nooit geweest. En de voorbije dagen en weken zijn tientallen activisten, dissidenten en critici opgepakt, onder huisarrest geplaatst of de stad uitgestuurd. Volgens mensenrechtenorganisatie Amnesty International worden zeker 66 mensen vastgehouden.

Op het plein zelf hield een uitgebreide politiemacht de toestand nauwlettend in de gaten. Auto's werden tegengehouden en voorbijgangers moesten zich legitimeren. Buitenlandse journalisten werden van het plein geweerd, buitenlandse media in China hebben de boodschap gekregen om dissidenten met rust te laten en geen reportages te wijden aan het onderwerp. De diensten van Google zijn verstoord en de microblogdienst Weibo (vergelijkbaar met Twitter) werd nog strenger dan anders in de gaten gehouden.

Peking heeft na het bloedbad op het centrale plein nooit een officieel dodental vrijgegeven. Volgens onafhankelijke bronnen echter zouden in Peking alleen al honderden tot misschien zelfs duizend doden gevallen zijn. Het hoofd mensenrechten van de Verenigde Naties, Navi Pillay, heeft China opgeroepen om eindelijk te waarheid te vertellen over wat er 25 jaar geleden gebeurd is.

Amerikaans ongenoegen

Ook de VS heeft in een communiqué gevraagd de balans op de maken. "Vijfentwintig jaar geleden hebben de Verenigde Staten het geweld betreurd dat werd gebruikt om de mensen die geweldloos manifesteerden te doen zwijgen", klinkt het. De VS "dringen er bij de Chinese overheid op aan de universele rechten en de fundamentele vrijheden van alle Chinese burgers te garanderen". Washington dringt er bovendien op aan de namen door te geven van de mensen zijn omgekomen, gevangen werden genomen of als vermist werden opgegeven naar aanleiding van de gebeurtenissen rond 4 juni 1989.

De herdenkingsplechtigheden rond het protest vinden plaats in een gespannen sfeer tussen China en de VS, onder meer vanwege de vermoedelijke hacking van Amerikaanse privébedrijven door het Chinese leger en de ontevredenheid van Washington over de "agressieve acties" van Peking in verband met de betwiste eilanden in de Chinese zee.

Meest gelezen