Libische oppositie zou Benghazi controleren

Volgens getuigen is Benghazi, de tweede stad van Libië, in handen van de antiregeringsbetogers gevallen zijn. Er worden ook betogingen gemeld in de hoofdstad Tripoli zelf.

Omdat de Libische regering het internet heeft uitgeschakeld, is het erg moeilijk om een juist beeld te krijgen van wat er nu precies in het land aan de hand is. Wel zouden er de voorbije dagen 150 tot 200 doden zijn gevallen nadat leger en politie het vuur openden op betogers in het oosten van het land. 

Vandaag zouden de betogers evenwel de controle over Benghazi, de tweede stad van het land, hebben overgenomen. Het leger en de politie zouden zich hebben teruggetrokken en sommige militairen en agenten zouden de kant van de opstand hebben gekozen. 

Getuigen melden evenwel dat de betogers nu feestvieren in de straten van Benghazi. Regeringsgebouwen en politiekantoren zouden in brand zijn gestoken. Er zou wel nog geschoten worden op een aantal plaatsen. 

Volgens de demonstraten heeft het regime van kolonel Moe'ammar al-Khaddafi bij de recente rellen straatbendes van mensen uit Zwart-Afrika ingezet, die werden ingehuurd.

Nu ook rellen in Tripoli

Tot vandaag zijn de onlusten beperkt gebleven tot de oostelijke steden Benghazi, Al Baida en Tobruk, maar vanavond worden door diverse getuigen ook betogingen tegen het regime gemeld in de hoofdstad Tripoli. Die ligt in het westen van het land en het regime van Khaddafi heeft er altijd sterker gestaan dan in het oosten.

Tegelijk heeft een groep van clan- en religieuze leiders vandaag het leger en de politie opgeroepen om geen geweld meer te gebruiken tegen betogers. "Vermoord je broeders en zusters niet! Stop het bloedbad nu!", staat er in de mededeling van de leiders.

Het stamhoofd van de Al Zuwayya, een belangrijke stam in het oosten van het land, dreigt er intussen mee om de olie- en gaspijpleidingen af te sluiten als het regime van Khaddafi niet stopt met geweld tegen de betogers.

Een leider van de Warfallah, een van de grootste Bedoeïenenstammen van het land, eist dat Khaddafi Libië verlaat. De Warfallah wonen vooral ten zuiden van de hoofdstad Tripoli, maar werden eerder al het mikpunt van de geheime diensten wegens al dan niet vemeende betrokkenheid bij enkele pogingen tot opstand in de jaren 90. 

Stamverbanden van Arabieren en Berbers zijn erg belangrijk in Libië en in het verleden heeft Khaddafi altijd veel moeite gedaan om de contacten met de stamhoofden op peil te houden. 

42 jaar ijzeren vuist

Sinds de militaire staatsgreep van 1969 wordt Libië met harde hand geleid door kolonel Moe'ammar al-Khaddafi. Die zocht zijn inspiratie bij de Egyptische leider Gamal Abdel Nasser en Che Guevara en distilleerde zijn eigen Arabisch nationalistisch socialisme met een een scheutje islam.

Khaddafi kantte zich tegen het Westen en Israël, maar lag ook met veel Arabische leiders overhoop. Decennialang steunde hij met oliegeld tal van guerrilla- en terreurgroepen in het Nabije Oosten en Afrika. Een Libische geheime agent werd eerder veroordeeld wegens de bomaanslag op een Amerikaans passagiersvliegtuig boven het Schotse Lockerbie in 1988.

Na de VS-invasie in Irak en de val van Saddam Hoessein, stak al-Khaddafi onverwacht de hand uit naar het Westen, dat daar aarzelend op inging.

In eigen land werd alle oppositie brutaal onderdrukt en de mensenrechten op grote schaal geschonden. De huidige onrust is begonnen in de oostelijke regio Cyrenaïca, in de steden Benghazi, Al Baida en Tobruk, gebieden door door al-Khaddafi altijd verwaarloosd zijn.

Meest gelezen