Abdullah, leider van het Huis van Saud

De Saudische koning Abdullah was een van de rijkste en tegelijk meest invloedrijke mensen op de wereld. Net als zijn voorgangers waakte hij niet enkel over de heiligste plaatsen van de islam, maar ook over een van de grootste oliereserves ter wereld.

Abdullah Ibn Abdul Aziz Ibn Saud (1923) was de zesde koning van Saudi-Arabië sinds de stichting van die staat in 1932, maar behoort nog altijd slechts tot de tweede generatie na de legendarische stichter, Abdul Aziz Ibn Saud (1902-1953). De opvolging in Riyad gebeurde al die tijd via de zonen van die stichter na intern overleg (en machtsstrijd) tussen de 250 directe nakomelingen van Abdul Aziz.  

Abdullahs positie tussen de halfbroers was aanvankelijk zwakker omdat zijn moeder behoorde tot de Rashid-clan, eeuwenlang de rivalen van de Saudische dynastie. Toch kreeg hij invloed nadat hij in 1962 commandant van de elitetroepen, de Nationale Wacht, was geworden. Hij zou die positie behouden tot eind 2010.

In '82 werd Abdullah kroonprins nadat zijn machtigere halfbroer Fahd koning was geworden. Blijkbaar was dat een compromis tussen de fracties van de prinsen.

Na de beroerte van koning Fahd in '96 werd Abdullah regent en de feitelijke heerser. Na de dood van Fahd in augustus 2005 besteeg Abdullah zelf de troon. Wel moest hij zijn halfbroer en minister van Defensie Sultan naast zich dulden als kroonprins en ook dat is een compromis want beide mannen lagen elkaar niet. Sultan stierf in 2011.

"Bewaker van de heilige plaatsen"

Veel drastische wijzigingen heeft Abdullah als koning niet doorgevoerd in het beleid en dat kan ook moeilijk in een staat waar continuïteit heilig is en de koning rekening moet houden met de honderden prinsen achter de troon.

De eerste titel van de Saudische koning is "bewaker van de heilige plaatsen", dat slaat op Mekka en Medina, de woonplaatsen van de profeet Mohammed, nu in het westen van Saudi-Arabië. Dat geeft de koningen veel prestige bij moslims en daardoor proberen ze om de staatsideologie, het erg fundamentalistische wahabisme, ook buiten de grenzen te promoten en zo invloed te verwerven.

Met petrodollars, korans en propaganda is het extreme wahabisme binnengeslopen in onder meer Pakistan, Afghanistan (taliban) en verder naar Centraal-Azië en de Kaukasus (Tsjetsjenië).

Met Al Qaeda en Osama Bin Laden heeft een van de koppen van die draak zich echter ook gekeerd tegen de Saudi's zelf. Abdullah reageerde daarop zoals verwacht met forse repressie, massale arrestaties en onthoofdingen. Het binnenlandse terrorisme werd grotendeels uitgeschakeld, maar tegelijk verergerde de toch al lamentabele situatie van de mensenrechten in het land. 

Iran blijft de grote vijand

Sinds de ontmoeting tussen VS-president Franklin Roosevelt en de Saudische koning-stichter Abdul Aziz Ibn Saud op een boot in de Rode Zee in 1945 (foto), zijn beide landen bondgenoten in de regio, ondanks het feit dat hun politieke systemen niet meer tegengesteld konden zijn. Wat die alliantie bijeenhield, waren de enorme oliereserves en de instabiliteit in de regio. 

Iran aan de overkant van de Golf -niet Israël- bleef voor de Saudi's de belangrijkste rivaal, met een grote bevolking en een groot leger en bovenal een radicale sjiitische ideologie, die al eeuwen haaks staat op het extreme soennisme van de Saudi's. 

Tegelijk kreeg Riyad er enkele jaren geleden een derde vrees bij: die voor de golf van volksopstanden in de hele regio. Abdullah was woedend toen VS-president Barack Obama de Egyptische leider Hosni Moebarak liet vallen. Het protest in de Golfstaat Bahrein bracht de koorts ook heel dicht bij de Saudische olievelden in het oosten, waar ook een sjiitische minderheid woont.

Meest gelezen