Wat is het Kyoto-protocol?

In 1997 werd in Kyoto in Japan het Kyoto-verdrag opgesteld om het Klimaatverdrag uit te voeren. In het protocol wordt afgesproken om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2008-2012 met 5,2 procent te verminderen tegenover de uitstoot van 1990.

In 1992 werd het Klimaatverdrag (United Nations Framework Convention on Climate Change) door toedoen van de Verenigde Naties afgesloten tijdens de Earth Summit in Rio de Janeiro.

Het doel van het verdrag was "het stabiliseren van de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer op een zodanig niveau, dat een gevaarlijke menselijke invloed op het klimaat wordt voorkomen".

Het belangrijkste besluitvormende orgaan binnen het verdrag is de "Conference of Parties" (COP), waarin alle partijen bij de conventie jaarlijks overleggen over de voortgang van het werk.

Om het Klimaatverdrag uit te voeren wordt in 1997 het Kyoto-protocol opgesteld dat concrete doelstellingen vooropstelt en ook mechanismen bevat om de uitstoot aan te pakken.

In het protocol wordt afgesproken om wereldwijd de uitstoot van broeikasgassen tegen 2008-2012 te verminderen met 5,2 procent ten opzichte van de uitstoot in 1990, het referentiejaar.

De reductiepercentages verschillen van land tot land, volgens economische draagkracht - economisch zwakkere landen krijgen lagere reductiepercentages - en huidige uitstoot (en ook wat bereidwilligheid). De VS moet 7 procent inboeten, Japan 6 procent en de Europese Unie 8 procent. Grote opkomende industrieën als India en China (intussen de grootste producent van broeikasgassen) doen mee wel mee maar moeten hun uitstoot niet verminderen.

De EU heeft vervolgens intern de emissiereducties per lidstaat bepaald, in overleg met die lidstaten. De percentages lopen ver uiteen: Luxemburg moet zijn uitstoot met 28 procent verminderen terwijl Portugal zijn uitstoot met 27 procent mag laten stijgen. België moet 7,5 procent minder uitstoten, Nederland  6  procent.

In het Kyoto-protocol werd vastgelegd dat de deelnemende landen ook een deel van hun vermindering mogen omzetten in maatregelen in het buitenland, sommige milieugunstige maatregelen zijn daar goedkoper te realiseren dan in eigen land. Ook kunnen landen emissierechten (uitstootrechten) van andere landen kopen, om zo een overtreding van het verdrag te vermijden. De bossen in eigen land kan men ook laten meetellen als reductie.

VS torpederen Kyoto

De Verenigde Staten, toen nog de grootste producent van broeikasgassen, hadden het verdrag ondertekend onder president Bill Clinton maar zijn opvolger George W. Bush weigert het protocol te ratificeren en in maart 2001 trekken de VS zich terug uit Kyoto.

Dat betekent een zware slag voor Kyoto maar vier maanden later wordt er toch een compromis bereikt: 180 landen - zonder de VS - kiezen voor een minder ambitieuze versie van het protocol.

Om van kracht te worden moeten 55 landen die samen goed zijn voor 55 procent van de uitstoot het Kyoto-protocol geratificeerd hebben en op 16 februari 2005 is het zover: met de ratificatie door Rusland treedt Kyoto officieel in werking.

Te weinig, te laat

Het meest recente rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) stelt dat het wenselijk is ervoor te zorgen dat de opwarming van de Aarde beperkt blijft tot ongeveer 2 graden C. Hierboven kunnen ernstige problemen ontstaan, zoals het smelten van de ijskap op Groenland, tekorten aan water voor miljarden mensen en een vermindering van de wereldwijde voedselproductie.

Om de twee gradendoelstelling te behalen moet de uitstoot van broeikasgassen in 2050 teruggebracht worden tot 15 procent van de huidige uitstoot. Bij een evenwichtige verdeling over de wereldbevolking, aangenomen dat die niet zou stijgen, komt dit neer op 0,537 ton CO2 per persoon per jaar. Dit zou betekenen dat België zijn uitstoot met meer dan 95 procent moet terugdringen, nu is die immers meer dan 12 ton per persoon per jaar.

Intussen zijn de VS onder president Barack Obama wel bijgedraaid, maar het is duidelijk dat daar een behoorlijke omwenteling voor nodig is. In de politiek worden lagere doelen gesteld dan de vermindering die volgens het IPCC nodig is.

In december 2007 is in het kader van het Klimaatverdrag een klimaatconferentie, een Conference of Parties, gehouden in Bali in Indonesië. Doel hiervan was een mondiaal vervolg op het Kyoto-protocol, dat afloopt in 2012, uit te werken. Deze klimaatconferentie was geen succes, maar ook geen mislukking. Dat was ook het geval met de volgende conferentie in Poznan, in Polen.

Op de conferenties is vastgesteld dat een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen noodzakelijk is. Er zijn echter geen concrete doelen of data afgesproken. De bedoeling is dat er wordt gewerkt naar een nieuw klimaatverdrag in 2009 op de vergadering in de Deense hoofdstad Kopenhagen. Of het daar inderdaad toe komt, is echter lang niet zeker.

Intussen zegt de EU dat tegen 2020 de uitstoot verminderd zal worden met 20 procent of met 30 procent als er een akkoord bereikt wordt in Kopenhagen. Finland heeft al aangekondigd dat het zijn uitstoot tegen 2050 met 80 procent zal verminderen.

Meest gelezen