Wat zijn de gevolgen van de opwarming?

De opwarming van de aarde zal vooral de ontwikkelingslanden treffen omdat die zich minder kunnen wapenen tegen de gevolgen ervan. Ook Nederland en België zullen evenwel niet gespaard blijven als de aarde voort opwarmt.

Klimaatmodellen geven aan dat de temperatuur met 1,1 tot 6,4 graden C kan stijgen tussen 1990 en 2100. Vooral temperatuurstijgingen van meer dan 2 graden C zouden grote veranderingen met zich meebrengen voor mens en milieu, door een stijging van de zeespiegel, een toename van droogte- en hitteperioden, extreme neerslag en andere effecten.

Als de temperatuur toeneemt, neemt ook de verdamping van (zee)water toe, wat wereldwijd gezien leidt tot meer neerslag. Bij de polen en in hoger gelegen gebieden valt die neerslag in de vorm van sneeuw, wat het verdwijnen van de ijskappen zou moeten afremmen. Ook kan er op de ene plaats meer neerslag vallen en op de andere juist meer verdamping optreden. De temperatuurschommelingen zullen leiden tot stijgingen in een plaats en dalingen in andere gebieden.

Zeespiegel stijgt

Het International Panel on Climate Change van de VN verwacht dat door het broeikaseffect het ijs op de polen en op Groenland zal smelten, waardoor het zeeniveau stijgt. Daarnaast betekent minder ijs ook minder weerkaatsing van het zonlicht en dus wordt er meer zonlicht geabsorbeerd, wat een versterking van de temperatuurstijging teweegbrengt.

De zeespiegel is de afgelopen honderd jaar al gestegen met 1 tot 2 mm per jaar, sinds 1992 met 3 mm. Verwacht wordt dat het tot een stijging komt tussen 18 en 59 cm in 2100 ten opzichte van 1990.

Daardoor zal het aantal mensen dat getroffen wordt door overstromingen toenemen van 13 naar 94 miljoen per jaar. Die mensen bevinden zich vooral in ontwikkelingslanden maar ook België en Nederland zullen rekening moeten houden met de gestegen zeespiegel. De kustbescherming, de dijken, zullen aangepast moeten worden en er kan ook verzilting optreden van landbouwgebieden.

Een ander mogelijk maar erg onzeker gevolg van het smeltende Noordpoolijs is dat de Golfstroom zou kunnen stilvallen. Het afsmeltende ijs, dat zoet water is, kan leiden tot een lager zoutgehalte in de Noordzee. Zout water is zwaarder dan zoet water waardoor de warme Golfstroom niet meer door het Kanaal de Noordzee bereikt, wat voor West-Europa een daling van de temperatuur kan betekenen.

Het precieze verloop hiervan is echter allerminst zeker en de scenario's hierover geven dan ook verschillende uitkomsten. Het Nederlandse meteorolgisch instituut KNMI verwacht geen grote effecten op de golfstroom voor 2100.

Klik hier voor een simulatie van de stijgende zeespiegel

Meer extreem weer

De opwarming van de aarde zal leiden tot een toename van extreme weersomstandigheden en verandering van neerslagpatronen. Dat kan op een aantal plaatsen leiden tot meer droogte, wat kan leiden tot meer bosbranden en woestijnvorming en tot een afname in de productiviteit van de landbouw. Dat laatste wordt verwacht in het Midden-Oosten en India.
 

Bovendien kan dat leiden tot een tekort aan zoet water: een groot gedeelte van de wereldbevolking leeft in landen waar er nu al een tekort is aan schoon drinkwater. De opwarming kan dat tekort in het Midden-Oosten, de Sahel en Australië groter maken. In andere gebieden kan er dan weer een gunstig effect optreden: in sommige klimaatscenario's wordt in Noord-Afrika een toename van de neerslag voorspeld.

In ons land verwachten wetenschappers een onveranderde of gedaalde neerslag in de zomer en een toename in de winter. Dat kan in de zomer leiden tot droogte en in de winter voor problemen met de afvoer van het water, met mogelijk overstromingen als gevolg. 

Ook in Nederland verwacht het KNMI een toename van de neerslag in de winter. Die toename zal ook gevolgen hebben voor de rivieren. De Rijn kan veranderen van een smeltwaterrivier in een regenrivier met hogere piekafvoeren. Deze rivier zal dan ’s winters meer en zomers juist minder water afvoeren (foto: de Rijn bij Duisburg).

Gletsjers verdwijnen

Door de opwarming zullen gletsjers zich terugtrekken en mogelijk zelfs verdwijnen. Ook skigebieden zullen verdwijnen wat slecht nieuws is voor de wintersportfanaten maar het verdwijnen van de gletsjers heeft ook ernstiger gevolgen.

Gletsjers doen immers dienst als een waterreservoir: in de winter stapelt de neerslag zich op en in de winter en de zomer wordt het water langzaamaan opnieuw vrijgegeven.

Vooral in Azië zou het verdwijnen van de gletsjers in de Himalaya ernstige gevolgen hebben. In die gletsjers ligt immers honderd keer meer ijs opgeslagen dan in de Alpen en dat water wordt door de zeven rivieren die er ontspringen, - de Indus, Ganges, Brahmaputra, Salween, Yangtze, Mekong en Gele Rivier -, afgevoerd. Op die manier krijgt 40 procent van de wereldbevolking de helft van zijn drinkwater.

Ook in Zuid-Amerika en in mindere mate in Afrika zou het verdwijnen van de gletsjers tot watertekorten kunnen leiden.

Aantasting van ecosystemen

Een verandering van klimaat gaat gepaard met de verschuiving van de klimaatzones. Sommige planten en dieren zullen zich niet snel genoeg kunnen aanpassen, waardoor ze met uitsterven worden bedreigd. Bovendien heeft de mens gezorgd voor een enorme versnippering van het landschap zodat er voor migrerende planten en dieren tal van barrières zijn.

Op wereldvlak leidt de opwarming tot het afsterven van de koraalriffen, die zowel getroffen worden door de hogere temperaturen van het zeewater als door de verzuring van het water door het toegenomen CO2-gehalte. Die verzuring kan ook andere schaal- en schelpdieren in de problemen brengen omdat de opname van kalk moeilijker wordt.

De opwarming van de Noordelijke IJszee zal leiden tot een vermindering van de hoeveelheid krill, kleine kreeftjes, dat de basisvoeding vormt voor heel wat levensvormen, tot de blauwe vinvis toe.

 

In ons land loopt nu al 25 tot 75 procent van de soorten het risico om fel in aantal af te nemen. De opwarming legt nog extra druk op deze soorten en zorgt er bovendien voor dat soorten uit warmere, meer zuidelijke gebieden naar hier trekken en hier blijven. Die zorgen dan voor concurrentie met de oorspronkelijke soorten.

Zo wordt nu in Wallonië al vastgesteld dat er steeds meer zuiderse insectensoorten als libellen, sprinkhanen, krekels en vlinders voorkomen terwijl in Vlaanderen steeds meer escargots rondkruipen. Ook blijkt uit onderzoek naar de spinnen in Antwerpen dat er steeds meer zuiderse soorten voorkomen.

Positieve gevolgen

Er zijn ook mogelijke positieve effecten, zoals een verhoging van de productiviteit in de landbouw in bepaalde gebieden. De verwachte gemiddelde toename van de neerslag kan zowel negatieve als positieve gevolgen voor de leefomgeving tot gevolg hebben.

Door terugtrekking van de ijskappen komen natuurlijke grondstoffen bij de polen vrij voor ontginning. De noordwestelijke doorvaart in Canada komt in de toekomst vrij, waardoor schepen aan de noordkant om het Amerikaanse continent kunnen varen. Die route is korter en betekent dus een besparing.

Meest gelezen