Is de opwarming van de aarde een grap?

Hoewel er onder wetenschappers een brede consensus bestaat over de opwarming van de aarde door het broeikaseffect, zijn er ook klimaatsceptici die vinden dat er te weinig bewijs voor is. Andere wetenschappers geloven dan weer wel dat de aarde opwarmt maar ze vinden dat geen probleem.

Klimaatsceptici hebben tal van twijfels en opmerkingen over de opwarming van de aarde door het broeikaseffect. De belangrijkste ervan op een rijtje, met een repliek van de "believers", de aanhangers van het broeikasmodel.

De aarde warmt niet op

Een aantal klimaatsceptici ontkennen dat het duidelijk is dat de aarde opwarmt. Ze stellen dat de metingen die aantonen dat het warmer wordt op aarde, erg gevoelig zijn aan fouten en vertekeningen. Zo bevinden veel meetstations zich in stedelijke gebieden en het is bekend dat het in steden warmer is dan erbuiten, steden zijn wat men noemt "hitte-eilanden". Dat verschil neemt toe bij grotere steden en aangezien veel steden de laatste decennia groter geworden zijn, is de toegenomen temperatuur volgens hen veeleer daaraan te wijten dan aan het broeikaseffect.  

Ook worden er in grote delen van de wereld geen metingen gedaan en is de informatie over de periode voor er metingen gedaan werden afkomstig van indirecte bronnen zoals boomringen en ijskernen. Die indirecte bronnen zijn erg gevoelig voor fouten en soms moeilijk te interpreteren.

De opwarming van de aarde is echter onmiskenbaar. Gegevens van weerstations, metingen in de oceanen en de hogere luchlagen, het afsmelten van het poolijs, het langer worden van de groeiseizoenen en gegevens van satellieten wijzen allemaal in dezelfde richting: de aarde warmt op. Het effect van de hitte-eilanden op de metingen is bekend en de metingen worden ervoor gecorrigeerd.

Het is de zon

De zon speelt uiteraard de hoofdrol in ons klimaat en het is een feit dat de zon niet altijd evenveel energie naar de aarde straalt. De zon schijnt vandaag de dag harder dan bij het ontstaan van de aarde toen slechts 70 procent van de huidige hoeveelheid zonnestraling de aarde bereikte. Voorts kent de zon een cyclus van zonnevlekken die 9 tot 11 jaar duurt. De zonnevlekken zijn donkere vlekken op het oppervlak van de zon, die koeler zijn dan de rest.

Het aantal zonnevlekken is een maat voor de activiteit van de zon: hoe meer vlekken, hoe actiever de zon en hoe meer energie de aarde bereikt. Dat mag paradoxaal lijken, dat de zon meer energie uitstraalt als er meer koele vlekken op te zien zijn, maar tegelijk met de koelere zonnevlekken komen er ook meer wittere en hetere vlekken voor.

Sceptici die niet in het broeikaseffect geloven, zeggen dat in de geschiedenis van de aarde het klimaat al vaak beïnvloed is door veranderingen in de activiteit van de zon. Ook de huidige opwarming is daar volgens hen een gevolg van.

Veranderingen in de zonneactiviteit beïnvloeden inderdaad het klimaat, maar ze kunnen niet de enige factor zijn. Sinds 1985 is de zonneactiviteit immers gedaald terwijl de temperatuur op aarde de laatste decennia juist feller is gestegen.

De aarde was ooit al warmer

Sommige klimaatsceptici zeggen dat er geen probleem is met de opwarming omdat het ooit al warmer is geweest op aarde dan nu. Tijdens de middeleeuwse warme periode werden er druiven gekweekt in Engeland en smolten de gletsjers in de Alpen.

De "believers" zeggen dan weer dat het inderdaad zo is dat er al warmere periodes geweest zijn maar dat dat niet relevant is omdat die andere oorzaken hadden dan de huidige opwarming.

De computermodellen deugen niet

De computermodellen die gebruikt worden, zijn nog steeds niet in staat om alle processen die het klimaat beïnvloeden in rekening te brengen, zeggen sceptici. Volgens de sceptici heeft dat als gevolg dat die modellen geen betrouwbare voorspellingen kunnen doen voor de toekomst.

Aanhangers van het broeikasmodel antwoorden daarop dat de modellen nooit perfect zullen zijn en nooit de toekomst exact kunnen voorspellen. Maar ze worden wel op allerlei manieren getest en blijken in staat om belangrijke processen en klimaatveranderingen uit het verleden te simuleren, wat inhoudt dat ze ook voor de toekomst relevante informatie kunnen opleveren.

Het International Panel on Climat Change beweert trouwens niet dat de klimaatmodellen de toekomst kunnen voorspellen. Het IPCC spreekt van "projecties", mogelijkheden dus, een subtiel onderscheid dat vaak in de discussie verloren gaat.
 

Het is waterdamp

Waterdamp is het belangrijkste broeikasgas, dat goed is voor 98 procent van het broeikaseffect, volgens de sceptici. Dus zijn de concentraties van koolstofdioxide, methaan en andere broeikasgassen niet belangrijk.

Believers ontkennen niet dat waterstof het belangrijkste broeikasgas is. Volgens hen veroorzaakt het 75 procent van het broeikaseffect, en CO2 en de andere gassen 25 procent.

Wat waterdamp echter onderscheidt van die andere gassen, is dat het in relatie staat met de temperatuur en maar een korte tijd in de lucht blijft. De aanwezigheid van waterdamp is eerder een geval van positieve feedback: opwarming leidt tot meer verdamping en dus meer waterdamp in de atmosfeer, wat leidt tot meer opwarming enzovoort. Waterdamp is dus niet de oorzaak van de opwarming.

Als de temperatuur op aarde zou dalen, zou de hoeveelheid waterdamp in de atmosfeer ook snel dalen. Met de andere broeikasgassen is dat niet het geval: die blijven tot honderden jaren aanwezig in de atmosfeer. Bovendien is hun capaciteit om warmte op te nemen, vele keren hoger dan die van waterdamp. Daardoor dragen ze, ondanks hun geringe hoeveelheden, veel meer bij tot de opwarming.

Opwarming kan geen kwaad

Naast de klimaatsceptici die niet geloven in de opwarming van de aarde, zijn er ook die wel geloven dat het warmer wordt door het broeikaseffect maar dat het niet nodig is of nuttig om te proberen er iets aan te doen.

Zo is er de Nederlandse geoloog Salomon Kroonenberg die zegt dat het allemaal zo erg niet is omdat binnen 10;000 jaar de interglaciaal periode, de periode tussen twee ijstijden, afloopt en het dan hoe dan ook weer kouder wordt. Dus is het gewoon een kwestie van even geduld te oefenen, zo'n 10.000 jaar... Intussen kunnen we volgens hem beter investeren in hogere dijken en dergelijke dan in pogingen om het broeikaseffect terug te dringen. 

Andere sceptici zeggen dat een warmer klimaat in veel gevallen aangenamer zal zijn. Planten gebruiken bovendien CO2 bij hun stofwisseling en dus zal een hoger CO2-gehalte de plantengroei stimuleren en voor meer landbouwopbrengsten zorgen. 

Het is echter moeilijk te zeggen welk klimaat "beter" is dan een ander. Voor sommige streken kan een paar graden gemiddeld meer inderdaad "beter" zijn, voor andere kan het een ramp zijn. Bovendien is vooral de snelheid waarmee het klimaat verandert, een probleem. Ecosystemen kunnen zich niet op tijd aanpassen en dieren en planten krijgen de tijd niet om meer geschikte oorden op te zoeken. Daardoor kunnen een aantal soorten lokaal uitsterven. 

Ook een enorm verschil met vorige klimaatveranderingen, bijvoorbeeld tijdens de ijstijden, is dat de mens nu een enorme oppervlakte inneemt en talloze eilandjes en barrières heeft gecreëerd, waardoor de natuur veel minder bewegingsvrijheid en ruimte heeft.

Ook zal de opwarming in veel regio's nadelig zijn voor de mensen, vooral in de ontwikkelingslanden waar men het geld niet heeft om zich te wapenen tegen de stijging van de zeespiegel en lange droogteperiodes. 

Wat de landbouwopbrengst betreft, is een hogere temperatuur enkel gunstig voor de koude en gematigde klimaatzones. In de warmere klimaatzones is de temperatuur nu al optimaal en zullen hittegolven en verminderde neerslag tot minder opbrengetsen leiden. Ook de meeropbrengst als gevolg van het hogere CO2-gehalte zal eerder beperkt zijn, zo blijkt uit proeven.

Kyoto zal niet helpen

Zelfs als het Kyoto-protocol volledig wordt uitgevoerd, zal dat maar enkele tienden van een graad verschil maken, zeggen sceptici. Het is een druppel op een hete plaat en de opwarming komt er hoe dan ook. 

Omdat het klimaat traag reageert en broeikasgassen lang in de atmosfeer blijven, zal er inderdaad hoe dan ook een temperatuurstijging komen. Hoe sneller we echter onze uitstoot van broeikasgassen beperken, hoe sneller we de impact op het klimaat kunnen beperken. Het klopt dat Kyoto maar een klein verschil zal maken, maar veel believers zien daar enkel een argument in voor meer doortastende maatregelen. Het protocol heeft hoe dan ook gezorgd voor een toegenomen bewustwording die het misschien mogelijk maakt om in de toekomst meer ambitieuze doelstellingen na te streven.

Waarheid in het midden

Naast de sceptici die niet geloven in de opwarming of die het allemaal niet zo erg vinden, zijn er ook klimaatwetenschappers die vinden dat het IP¨CC in zijn rapporten de risico's en de gevolgen van de opwarming van de aarde onderschat. Ze denken dat het allemaal erger zal zijn dan in de rapporten naar voren komt.

Men zou kunnen stellen dat de enkele sceptici en de weinige critici die denken dat het nog erger is dan in de rapporten staat, elkaar opheffen en dat de waarheid in het midden ligt, dus in de rapporten van het IPCC. Veel klimaatsceptici zijn geen klimaatwetenschappers maar bijvoorbeeld sociologen zoals de Deense scepticus Bjorn Lomborg. Bovendien wordt hun aantal eerder kleiner dan groter.

In elk geval is duidelijk dat er een brede concensus is, gebaseerd op honderden studies over de hele wereld. De meeste wetenschappers zijn het er over eens dat :

  • de aarde opwarmt op een onnatuurlijke manier;
  • de belangrijkste oorzaak daarvan de verhoogde concentratie aan CO2 in de atmosfeer is;
  • als die concentratie blijft stijgen, zal de opwarming zich verder doorzetten;
  • de verhoogde concentratie aan CO2 is door de mens veroorzaakt, voornamelijk door de verbranding op grote schaal van fossiele brandstoffen;
  • de opwarming van de aarde houdt risico's in voor de mens en voor het milieu.

Het feit dat de meeste wetenschappers het eens zijn over iets, betekent uiteraard nog niet dat dat ook waar is. Zo waren wetenschappers het er lang over eens dat de zon rond de aarde draait. Dat is echter hoe wetenschap werkt: men onderzoekt, stelt hypotheses op en tracht die vervolgens te bewijzen of te ontkrachten. En in tegenstelling tot wat de sceptici beweren, neemt het bewijs voor het broeikaseffect steeds toe.

Meest gelezen