The stolen dream

Het US State Departement heeft VRT-journalist Steven Decraene uitgenodigd via een International Visitor Leadership Program om een maand door de Verenigde Staten te reizen en zo de Amerikaanse politiek en economie beter te leren kennen. Op dinsdag en vrijdag schrijft hij een stuk over zijn ervaringen.

De airco is stuk, de zon schijnt hard en de chauffeur hoort zichzelf graag praten. Soms zit geluk in een klein hoekje, maar deze keer rijdt het gewoon per taxi mee van downtown Washington naar Ronald Reagan Airport.

De rit duurt nog geen halfuur en toch kan ik tussen alle verwensingen en krachttermen door de frustratie van de Amerikaanse middenklasse horen. The cry from the powerless.

Powerless omdat ze zich niet gesteund voelen door Republikeinen noch Democraten. En hun kreet om hulp hoort niemand want de rijken willen de economie aanzwengelen voor zichzelf en de "nog minder bedeelden", tja, die hebben gewoon nog meer zorgen.

Wat ooit de ambitie van elke Amerikaanse inwoner was (a job, a house and a car),wordt hen nu voorgoed ontzegd. De Amerikaanse droom om het te maken, om je kinderen een betere toekomst te geven... Wel, die droom ligt aan diggelen.

The silent crisis

Taxi-chauffeurs, winkeliers, arbeiders, kleine zelfstandigen maar ook leraren en ambtenaren zijn getroffen. In totaal happen miljoenen Amerikaanse gezinnen naar adem om toch maar hun rekeningen, leningen en schulden te kunnen betalen. Velen lijden in stilte, sommigen tonen hun armoede op straat, allen hebben sowieso hun trots verloren.

De eerste man die erin slaagt om de wanhoop van de Amerikaanse middenklasse treffend onder woorden te brengen is "veteran-journalist" Hedrick Smith (foto).

In zijn pas verschenen boek "Who stole the American dream?" windt Smith er geen doekjes om. De ellende is de middenklasse niet zomaar overkomen. Nee, Joe Sixpack, zoals ze Jan met de pet hier noemen, is door verschillende factoren en actoren in een depressie geduwd.

Wat begon als een boek over waarom de middenklasse het vandaag moeilijk heeft, groeide uit tot een striemende aanklacht over het corrupte economische systeem en de verpletterende verantwoordelijkheid van corporate Amerika.

Smith is niet de eerste de beste. Jarenlang was hij verslaggever voor The New York Times. Voor zijn internationale reportage-werk kreeg hij een Pulitzer, maar toch noemt Smith dit boek zijn magnum opus.

"Young man," en terwijl hij me vaderlijk wil toespreken, nemen zijn grote armen mijn tengere schouders vast, " this stuff is the reason why we, journalists, should keep on doing our work. This is a silent crisis, on which nobody wants to report."

Jobcreatie mag dan de inzet van de verkiezingen zijn. Wie de oorzaken van de crisis niet kent, zal de economie niet kunnen redden.

Downhill

We eten samen lunch. De club sandwich smaakt lekker, iets wat mijn discussiepartner niet tegenhoudt om me te overrompelen met cijfermateriaal. Smith schetst haarscherp de penibele situatie van de middenklasse. Ruim dertig jaar geleden zag 84% van alle werknemers zich verzekerd van een levenswaardig pensioen.

Vandaag is dat nog maar 35%. In 1980 betaalde een werkgever nog gemiddeld 70% van de ziekteverzekering voor zijn werknemer, in 2012 is dat 18%. En om het helemaal duidelijk te stellen: op één generatie tijd ging de productiviteit met 80% omhoog, maar stegen de lonen voor de Amerikaanse werknemers met slechts 4%.

Smith vindt de euro-crisis erg, maar beweert dat de Amerikanen nog dieper weggezakt zijn. Van zijn Europese correspondenten-tijd herinnert hij zich hoe Europeanen conservatiever met geld om gaan.

Niet alles op krediet kopen, iets wat de middenklasse in Amerika bankroet maakte. En omdat de huizenprijzen kelderden, heeft een afbetaald huis hier ook geen meerwaarde meer. "They are stuck... Lost in between the dream and the harsh reality..."

Stakeholders versus shareholders

Hoe is het zo ver kunnen komen? Smith vond tijdens zijn research niet de spreekwoordelijke smoking gun, eerder een volledig artillerie-bataljon.

Sinds de middenklasse geen stem meer heeft in de economie, wordt die klasse ook politiek monddood gemaakt. Zo bouwen de 1% aan superrijken de welvaartskloof nog uit. De rest, de 99%, heeft op papier veel rechten, maar weinig zeggenschap.

Bedrijven wilden meer controle over hun omzet, winst en personeel. Het principe van "stakeholders", mede-verantwoordelijken, verwaterde. In plaats daarvan werden werknemers "shareholders", zeg maar mede-aandeelhouders.

Alleen gaven ze tegelijkertijd hun beslissingsrecht af aan het management dat nu alleen interesse had in de grote stakeholders die toevallig ook de grootste shareholders zijn. Het groot kapitaal aan de macht.

Dat groot kapitaal beslist op zijn beurt om politieke beslissingen te beïnvloeden en slaagt er zelfs in om een soort roof-kapitalisme te installeren. CEO's krijgen als stimulans voor goede resultaten aandelen-opties.

Maar laten we even terug gaan in de tijd, hoe luidde de beschuldiging voor iemand die met voorkennis winst uit aandelen haalde? Juist, een fraudeur die zich bezondigde aan insider-trading. Wel, dat principe heeft de middenklasse genekt. In ruil voor comfort verkocht de middenklasse haar ziel aan hebzuchtige managers.

De journalistieke mastodont Hedrick Smith signeert mijn boek en ik moet terugdenken aan mijn vloekende taxi-chauffeur die boos was op de hele wereld. Op de achterbank meende ik uit de radioboxen Fats Domino's "Ain't that a shame" te horen... Maar het kan ook wishful thinking zijn!

Steven Decraene

Meest gelezen