"Charity is a big word" in dit land

Radioreporters Els Aeyels en Bert De Vroey trekken door de VS om elkaar te ontmoeten in Kansas. Hun relaas "See you in Kansas" hoort u elke dag in "De ochtend" en "Vandaag". Ook houden ze voor ons een dagboek bij.

Amerikanen zijn egoïsten en weten niet wat solidariteit is. Nog zo’n vooroordeel dat wij Europeanen graag verkondigen. Waarom hebben ze er anders zo’n moeite mee dat er een ziekteverzekering voor iedereen zou worden ingevoerd? Of dat rijken meer zouden bijdragen aan de staatskas om algemene nutsvoorzieningen uit te bouwen?

Wel, dat is eigenlijk heel simpel. Omdat ze liever zelf beslissen wat ze met hun geld doen. Ze zijn er rotsvast van overtuigd dat ze dat beter kunnen dan één of andere ambtenaar in een kantoor in Washington. En geloof me, het betekent niet automatisch dat ze hun -al dan niet zuurverdiende- centen gewoon voor zichzelf houden, integendeel. Charity is a big word in dit land.

Amerikanen steken makkelijker zelf de handen uit de mouwen of in hun portemonnee, dan wij. Als ik alleen nog maar de voorbije dagen overloop en zie hoeveel organisaties hier proberen hun gemeenschap vooruit te helpen en hoeveel mensen zich kosteloos of voor een hongerloon inzetten, omdat ze geloven in de maakbaarheid van de wereld, dan sta ik als sceptische Europeaan vaak met open mond te kijken.

Geneeskundestudenten die het niet kunnen aanzien hoe minderbedeelden ziek worden, omdat ze de dokter niet kunnen betalen en daarom zelf maar gratis consultaties houden. Een hulporganisatie die het hele jeugdwelzijn overneemt van een stad die er zelf geen geld voor heeft. Die naar het gerecht stapt en rechters overtuigt om criminele jongeren uit de gevangenis te houden omdat zij er voor willen instaan.

"Mensen die echt wat willen veranderen, kunnen alles"

Waar halen jullie al dat geld? Het is een vraag die ik hier al talloze keren heb gesteld. En het antwoord is altijd hetzelfde: we krijgen wel wat premies van de overheid, maar dat is een habbekrats in vergelijking met de giften die we ontvangen. Van bedrijven, van particulieren, van scholen, studentenverenigingen, country clubs, you name it. Ze verzamelen sommen waar goede doelen bij ons alleen maar van kunnen dromen.

Laat ik de 10.000 friends of Pennsylvania als voorbeeld nemen. Een ngo die onder meer heel de stad Pittsburgh wakker heeft geschud en er in tien jaar tijd in geslaagd is om veel van de vergane staalfabrieken en bijhorende pakhuizen en afvalbergen die de stad al decennia ontsierden, om te toveren in parken, ecologische woonwijken, horecazaken, winkelcentra, fietspaden, universiteitscampussen en luxehotels.

En dat allemaal door verbeten en onvermoeibaar op de deuren van overheidsdiensten en bedrijven te blijven kloppen. De trots, de energie en het enthousiasme waarmee ze mij langs al die projecten hebben gegidst, zal me nog lang bijblijven.

Net zoals de woorden van één van hen, Ben. Pittsburgh, zei hij, is het levende bewijs dat mensen die echt wat willen veranderen, alles kunnen. Dat hoe melig het ook mag klinken, optimisme werkt. En dat het hoog tijd is dat het cynisme dat dit land en de wereld lijkt te hebben overgenomen, verjaagd wordt. Dat mensen weer verder gaan kijken dan hun neus lang is, dat ze niet bij de pakken blijven neerzitten. Ja, het is crisis, maar een crisis biedt ook mogelijkheden, je moet ze alleen willen zien. En niet wachten tot iemand anders het voor je oplost.

Els Aeyels

Volg Bert en Els op Twitter via @bertdevroey en @aeyelse.

Meest gelezen