De triestigste stad van Amerika

Radioreporters Els Aeyels en Bert De Vroey trekken door de VS om elkaar te ontmoeten in Kansas. Hun relaas "See you in Kansas" hoort u elke dag in "De ochtend" en "Vandaag". Ook houden ze voor ons een dagboek bij. "Zelden ben ik ergens geweest waar ik zo hard hoopte dat ik in een slechte film meespeelde."

En net als je denkt dat je ongeveer alles gezien hebt, is er East St. Louis. De triestigste stad van Amerika. Ik was eerder al twee keer in Detroit, dus ik kon me wel wat voorstellen bij een zwart getto. Maar Detroit is een veel grotere stad, en hoewel de ellende er overal zichtbaar is, toch zijn er heel wat buurten die er niet zo slecht uitzien. De auto-industrie is er alomtegenwoordig en daarbij horen hoge kantoortorens en poepsjieke hotels. Er is ook nog zoiets als een centrum met cafés en winkels en restaurants.

In East St. Louis is er niks. Alleen miserie. Zelden ben ik ergens geweest waar ik zo hard hoopte dat ik in een slechte film meespeelde of snel zou wakker schieten uit een nachtmerrie. Nooit eerder was ik in een stad waar het leek alsof ik de enige levende ziel op straat was. En de schepping probeerde me duidelijk nog wat meer te deprimeren, want het water viel urenlang met bakken uit de lucht.

East St. Louis is de voorbije decennia –na de neergang van de zware industrie- meer dan de helft van zijn inwoners kwijt gespeeld. En daar kan je niet naast kijken. Het is een ruïne, een eindeloze aaneenschakeling van leegte. Huizen die op instorten staan, dichtgetimmerde hangars, verlaten benzinestations, gesloten hamburgerketens, compleet vernielde en afgesloten straten, donkere steegjes waar je je beter niet in waagt, uitgemergelde straathonden.

"Zichzelf wijsmaken dat ze iets van hun leven kunnen maken"

En ik dus. Ik en hier en daar een crèche, een school en een veiligheidsagent die me gek verklaart omdat ik me buiten waag. En me aankijkt alsof ik van Mars kom, niet zozeer door mijn blinkende huurauto of mijn microfoon, maar wel door mijn kleur. Ik ben blank en hoor hier dus duidelijk niet thuis. 95 procent van de inwoners van East St Louis zijn zwart, officieel bestaat segregatie in Amerika al lang niet meer, maar hier is dat moeilijk te geloven.

De stad gaat gebukt onder zware armoede en ontstellend hoge criminaliteitscijfers. Nergens in dit land worden er per inwoner meer overvallen, verkrachtingen en moorden opgetekend dan hier. Als het er al niet zo oorverdovend stil was, je zou er helemaal stom van worden.

Omdat alles zo doods lijkt, kan ik het me nog moeilijker voorstellen. Maar toch is het zo: dit is waar duizenden kinderen groot worden en zichzelf moeten proberen wijs te maken dat ze, net als hun zwarte president, iets van hun leven kunnen maken. Ik wens ze uit de grond van mijn hart veel succes en doorzettingsvermogen. Ik heb het een halve dag volgehouden en dan ben ik gaan lopen. Iets wat zij niet eens kunnen, want waar moeten ze naartoe?

Hun ouders zijn werkloos, als ze er al twee hebben. Hun oudere broers zitten aan de drugs of plegen inbraken. Sportclubs, jeugdverenigingen of zwembaden zijn er niet, gesteld dat ze daar al geld voor zouden hebben. En behalve bergen afval, is er ook geen speelruimte. Ik durf zelfs niet te denken aan de huizen waar ze ’s avonds in bed kruipen en zich geborgen zouden moeten voelen.

Ik had het eerder al over het Amerikaanse optimisme en het geloof in eigen kunnen. Maar er zijn grenzen, toch? Op de website van de gemeente East St Louis staat een stralende burgemeester zijn stad aan te prijzen als “a great place to live, to work, to do business, to raise a family.” Ik weet niet hoe vaak die man de wandeling maakt die ik net heb gemaakt, en hij zal het wel goed bedoelen en het beste voor hebben met zijn inwoners, maar hij moet ziende blind zijn. En hoe graag ik ook zou willen, ik kan zijn enthousiasme niet delen. Ik voel alleen tranen en plaatsvervangende schaamte.

Els Aeyels

Volg Bert en Els op Twitter via @bertdevroey en @aeyelse.

Meest gelezen