Waalse mijnsites erkend als werelderfgoed

Vier grote Waalse mijnsites zijn door Unesco erkend als werelderfgoed. Het gaat om de mijnsites Grand-Hornu, Bois-du-Luc (allebei rond Bergen), Bois de Cazier (Charleroi) en Blegny-Mine (Luik).
Grand-Hornu

"Deze sites vertegenwoordigen de best bewaarde steenkoolmijnen van België, daterend van begin 19e eeuw tot de tweede helft van de 20e eeuw. Ze getuigen van de onder- en bovengrondse ontginning, van de industriële architectuur gelinkt aan de mijnen, van de woonomstandigheden van de arbeiders, van de stedenbouwkunde van de mijnsteden en van de sociale en humane waarden van hun geschiedenis, in het bijzonder de mijnramp van Bois du Cazier in 1956", zo staat in het dossier over de aanvraag.

Bij een brand in de kolenmijn Bois du Cazier in Marcinelle, een deelgemeente van Charleroi, op 8 augustus 1956, verloren 262 mijnwerkers het leven. Het was de grootste mijnramp in de geschiedenis van België.

De Waalse mijnsites vormen de elfde Belgische erkende site op de Unesco-werelderfgoedlijst. Die bevat onder meer nog het historische centrum van Brugge, de Grote Markt van Brussel en de Vlaamse begijnhoven. De lijst met werelderfgoed bevat bijna duizend sites.

"Het inschrijven van de vier grote Waalse mijnsites op de lijst van Unesco-werelderfgoed is een echte erkenning van de geschiedenis, de diversiteit en de rijkdom van de Waalse mijnsites en het Waalse mijnbouwerfgoed in het algemeen", zegt de Waalse minister van Erfgoed Carlo Di Antonio.

"Deze erkenning is slechts een etappe in de missie om de mijnsites te conserveren en te herwaarderen", voegt hij er aan toe.

Ook premier Di Rupo is enthousiast. "Een erkenning van de historische rijkdom van Wallonië en een uitgelezen kans voor het toerisme", twitterde hij.

Mijnbassin van Nord-Pas de Calais ook erkend

Het mijnbassin van de Noord-Franse streek Nord-Pas de Calais is ook toegevoegd aan de werelderfgoedlijst van Unesco. Het was de enige kandidatuur die Frankrijk had ingediend.

Frans minister van Cultuur Aurélie Filippetti sprak van een erkenning van de "universele en uitzonderlijke waarde van het landschap, dat zowel op cultureel, industrieel en sociaal vlak een eerbetoon is aan de verdwenen mijnontginning."

De burgemeester van Rijsel, Martine Aubry, vond de beslissing van Unesco formidabel.

Meest gelezen