België en de rest van de wereld op de Biënnale van Venetië

Dat het Belgisch paviljoen in de Giardini van Venetië dit jaar een van de meest beklijvende is, weet onderhand iedereen. "Kreupelhout" is zonder meer het belangrijkste en omvangrijkste werk dat de Gentse kunstenares Berlinde De Bruyckere in 3 decennia schitterende carrière heeft gekonterfeit. De Biënnale is een eindeloze opeenstapeling van indrukken en ervaringen, maar de meeste bezoekers zullen toch de herinnering meedragen aan de Sebastiaanboom van De Bruyckere. Ook even zeggen dat het realisme, de integriteit en bescheidenheid van De Bruyckere aangenaam afsteken tegen de drukdoenerige, vaak snobistische menselijke vegetatie die tijdens de vooropeningsdagen bezit neemt van de dogestad. Als het goed is, zeggen we het ook: Vlaams minister van Cultuur Schauvliege heeft een uitmuntende keuze gemaakt!

Thema van deze Biënnale is encyclopedische kunst. Dat verwijst naar een project van de Italiaanse Amerikaan Marino Auriti die in 1955 de bedoeling had om alle kennis op aarde op artistieke wijze te verzamelen. Het is er niet van gekomen, maar de indrukwekkende maquette van het Witte Huis-achtige 700 meter hoge gebouw dat hij in gedachten had, staat wel prominent in zaal 1 van het Encyclopedisch Paleis in het Arsenale, de tweede tentoonstellingssite van de Biënnale.

Enige encyclopedische kennis dan maar om van wal te steken. Het Belgische paviljoen uit 1907 is het oudste in de Giardini. Het tempelachtige bouwsel in vroege art deco is uitermate geschikt voor welk danige tentoonstelling dan ook. Meer landen dan ooit nemen deel. Enkele vroegere Sovjet- en Joego-deelstaten zijn er voor het eerst bij. Het debuut van het Vaticaan ontgoochelt. De Giardini en het Arsenale zijn al lang te klein voor de tweejaarlijkse kunstkermis. Op tientallen plaatsen in de stad zijn er officiële, neven- en randtentoonstellingen en activiteiten. Die allemaal zoeken en bezoeken -Bosnië, Bangla-Desh, Irak en Syrië inbegrepen- vergt dagen inspanning per boot en voetentram. Gelukkig is Tsjecho-Slowakije nog 1 natie in de Venetiaanse logica.

"Kreupelhout" dwingt tot langzaam ontdekken

"Kreupelhout" van Berlinde De Bruyckere is een gigantisch werk dat het verduisterde paviljoen bijna helemaal vult. Het is de wassen afdruk van een echte omgeduwde olm uit Frankrijk, een ontschorst en verminkt gevaarte, dat geleidelijk overgaat in gewonde, ondersteunde en verzorgde menselijke botten en huid, en dat een Sint-Sebastiaan wordt, symbool bij uitstek van Venetië. Met dien verstande: dode boom en gewonde Sebastiaan zijn 1 wezen.

"Kreupelhout" dwingt tot langzaam ontdekken, tot reflectie over leven en dood, foltering en troost, ziekte en heropstanding. De Bruyckere is niet de enige landgenoot die met het thema boom werkt. In het Arsenale heeft Patrick Van Caeckenbergh een reeks pentekeningen van vervormde stammen en kruinen opgehangen. Een derde Belg die indruk maakt is Thierry De Cordier met zijn donkere zeeschappen (zie foto).

Het Belgisch paviljoen ligt ideaal aan het begin van de Giardini, en heeft uitstekende buren: Spanje en Nederland. Ook het lichte Nederlandse paviljoen van Gerrit Rietveld is in zekere zin verduisterd. Mark Manders, Nederlander uit Ronse, heeft alle ramen bedekt met namaak-kranten, zoals wel eens gebeurt bij renovatie van een winkel, en toont grote en kleine koppen en figuren die geprangd zitten in bankschroeven en marteltuigen. Dit werk toont een zekere verwantschap met "Kreupelhout". In het veel riantere Spaanse paviljoen heeft Lara Almarcegui hopen puin uitgestort, bakstenen, kiezel, zand, gruis, glas, nevenproducten van de eeuwige cyclus van slopen en bouwen. Anderhalve kilometer daar vandaan neemt ook een Georgische gyproc-koterij de menselijke bouwwoede op de korrel.

Nogal wat vaste bezoekers van de Biënnale waren onder de indruk van het Britse paviljoen. Met "English magic", reuzegrote wandschilderingen, tientallen zwart-witfoto's en projecties brengt Jeremy Deller enkele decennia Britse geschiedenis tot leven: hardhandige betogingen, Noord-Ierland, Bowie, de Royal navy, Range Rover, roofvogels, van die dingen. In het Duitse paviljoen toont Ai Weiwei zijn bekende knutselwerk van driepotige krukjes, waar elke Chinese ambachtsman of -vrouw op zit om zijn of haar werk uit te voeren.

De economische crisis is in enkele paviljoenen prominent in beeld gebracht. Griekenland toont perfect gefotografeerde documentaire films over armoede. In een decor van graffiti vindt een Afrikaanse migrant in een vuilnisbak een papieren bloem gemaakt van eurobiljetten. Nog geld bij Rusland. Alleen vrouwelijke bezoekers mogen, gewapend met een paraplu, binnen in een zaal waar het muntstukken regent. Venezuela gaat door op het revolutionaire elan. Afbeeldingen van propagandistische murailles krijgen extra-kracht door een forse Chavez-beat. De Hongaar Zsolt Asztalos brengt een zuivere pacifistische boodschap met zijn niet-geëxplodeerde projectielen.

Onzin, kitch en pretentieuze arty farty

Zeker 3 paviljoenen hebben het expliciet over de problematiek van het Midden-Oosten. Eerst misleidt Egypte de bezoeker met schijnbaar onschuldige moderne hiëroglyfen en sarcofagen, maar dan blijkt een gouden grafmonument eigenlijk een pantservoertuig te zijn. Geeft Mohamed Banawy hiermee kritiek op de afloop van de Arabische lente?

Libanon vertelt het verhaal van een Israëlische luchtmachtpiloot die weigerde om een school te bombarderen, en in dat stadje een held werd. Israël zelf heeft een heuse waterput gegraven tegen het decor van een joodse nederzetting. Gilad Ratman toont beelden van mensen die in een tunnel kruipen. Het blijft onduidelijk of hij verwijst naar de levensnoodzakelijke Palestijnse smokkeltunnels, of naar het misbruik van archeologie voor politieke doeleinden.

Veel installaties, videoprojecties en multimediale objecten, weinig klassieke schilderijen en beeldhouwwerken. Wie alles afmaalt, krijgt een indigestie van onzin, kitch en pretentieuze arty farty. Gelukkig zijn er ook ware schoonheid en grappige vondsten. In het paviljoen van de Verenigde Staten toont Sarah Sze rekken met voorwerpen en werktuigen van schilders en loodgieters, die doen denken aan de DDR-winkelschappen van Joseph Beuijs, maar dan maal 20, her en der mobiel en bewegend, en uitpuilend tot buiten het gebouw.

Polen speelt met de katholieke symboliek. Konrad Smolenskli ontwierp een indrukwekkende installatie met echte klokken waarvan de prachtige klank op morbide wijze wordt vervormd. Brazilië verwerkt van die mooie kleurrijke vishaakjes waarmee hengelaars echte vissen verschalken. Voorts Who's Who-achtige boeken tot Zuid-Amerikaanse pyramides gestapeld. Chili laat een tot in de kleine details afgewerkte ijzeren stad in water zinken en er weer uit verrijzen. De Kosovaarse inzending is een hol in de grond, een aarden tunnel, die sterk ruikt naar humus en gebladerte, en die een verrassend uitzicht biedt op een helder landschap. In Letland zwiept, ja alweer, een ontbladerde boom, omgekeerd heen en weer aan het plafond (zie foto). Niet in de weg staan!

2013 is een van de betere en meer geëngageerde edities van de Biënnale. Als ons land voort gaat op het elan van "Kreupelhout", kunnen we voor lange tijd een vaste waarde zijn.

Meest gelezen