Waarin verschillen schilderessen van schilders?

"Het is een groot wonder dat een vrouw zulke goede resultaten kan behalen", dat schreef Albrecht Dürer (1471-1528) in zijn dagboek toen hij in 1521 de Nederlanden bezocht. Naast Quinten Metsys ontmoette Dürer in Antwerpen ook de schilder-miniaturist Gerard Horenbout. Van zijn dochter kocht hij een werkje als preciosa, iets kostbaars, uitzonderlijk mooi en als bij wonder gemaakt door een vrouw.

In 1914 toog Mary Richardson met een bijl naar de Londense National Gallery. Zij keek naar "Venus aan het toilet"‘ van Diego Velasquez. Zij hief de bijl en hakte erop los.

Hoogleraar Katlijne Van der Stighelen in haar pas uitgebrachte boek "Vrouwenstreken": "Met de vernieling van de voorstelling van een langoureuze naakte vrouw raakte zij meteen de kern van het probleem: het geïdealiseerde vrouwelijke lichaam liep averij op; het werd gestigmatiseerd en dus geproblematiseerd. (…) De westerse beeldtraditie heeft vrouwen gedegradeerd tot een lust voor het oog van de heteroseksuele man. Richardson wilde af van deze traditie.”

Uitgever Gautier Platteau (Lannoo-Tielt) zette vanmiddag de toon: “Het is opmerkelijk hoe een gesloten museum zo open is“ en daarmee verwees hij naar de grote tentoonstellingsruimtes van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen die voor enkele jaren dicht zijn. En toch, het museum leeft dankzij Anselm Kiefer – vorige zondag ruim 1.000 bezoekers! – en allerhande leuke randactiviteiten zoals de boekpresentatie van "Vrouwenstreken, onvergetelijke schilderessen uit de Lage Landen"."

“Ik ben een oud-student van Katlijne Van der Stighelen”, zo vervolgde de uitgever, ”en daarom heb ik haar gevraagd een boek te schrijven over vrouwelijke schilders. Er bestaan wel lijstjes maar die zijn vrij saai, wat we nodig hadden was een verhaal, een hoogst persoonlijk boek.”

En dat verhaal vond professor Van der Stighelen bij de kapper waar ze – naar eigen zeggen – vier vrouwenbladen verslindt: “Bij de lectuur ervan stelde ik mij de vraag: wil ik al die rubrieken zoals lichaamsverzorging, accessoires, liefde en dergelijke wel lezen. Wel mijn antwoord was en is volmondig: ja!"

Deeltijds kunstonderwijs: vervrouwelijkt

Bob Van den Broeck, raadgever gelijke kansen bij Minister Smet, had op het kabinet een steekproef gehouden: noem voor de vuist enkele Vlaamse hedendaagse schilders? De uitslag: Michaël Borremans, Luc Tuymans en Bruno Vekemans. Geen enkele vrouw. Hij vroeg door, wilde namen van vrouwelijke kunstenaars horen. Resultaat: Liliane Vertessen (die niet werd opgenomen in het boek). En hij stelde zich de (retorische) vraag waarom zo weinig vrouwelijke kunstenaars gekend en bekend zijn? En dat ondanks de vaststelling dat dit jaar 66% van de leerlingen in het deeltijds kunstonderwijs vrouw is.

In 2001 presenteerde de Amerikaanse kunsthistorica Linda Nochlin (°1931) op het symposium Women Artists at the Millenium een lezing met de titel "Waarom waren er geen grote vrouwelijke artiesten? Dertig jaar later." In 1971 had zij dezelfde fundamentele vraag ook al een keertje gesteld.

Acht hoofdstukken

Bij de kapper bedacht Katlijne Van der Stighelen de titels voor acht hoofdstukken: het voorspel, de spiegel, het lichaam, de kinderen, de liefde, de bloemenkorf, de accessoires en de abstractie.

De spiegel en de man, een zeldzame combinatie op een schilderij. De vrouw en de spiegel: ontelbare voorbeelden. De kunstenaars spelen dan met echt en onecht, met realiteit en fictie, met lichaam en droom. De spiegel kan ook het zelfportret zijn. Het oudst bewaarde is dat van Catharina van Hemessen. Merkwaardig: zij is gezeten achter de schildersezel, met penselen en palet waardoor zij erkenning vraagt als vrouw èn als kunstenares.

In het boek grijpt de auteur regelmatig terug naar Judith Leyster (1609-1660) die als enige vrouw lid was van de Haarlemse schildersgilde. “Zij deed gewoon haar zin”, aldus Katlijne Van der Stighelen. Leyster schilderde graag kinderen, maar eens zij zelf moeder werd, portretteerde zij haar kinderpracht niet. En toen zij huwde met de kunstschilder Jan Miense Molenaer verminderde haar productie. Zo nu en dan nog een stilleven zoals bloemen in een pot. Overigens is het opvallend dat vele schilderessen zich aangetrokken voelen tot stillevens en daarbij een grote gevoeligheid voor coloriet tonen.

En Michaelina Woutiers (1617-1689) is ook een wellustige tante: met ontblote boezem schilderde zij zich als bacchante die door een andere pittige dame voorzien wordt van wijn.

“Het lichaam dat houdt de vrouw het meest bezig", verduidelijkt de auteur. In dit hoofdstuk zijn er vele voorbeelden: van naakte tot opgedirkte, opgeblonken vrouwen. Evelyne Axell (1935-1972) – "de enige echte vrouwelijke pop-art artieste in onze contreien" - maakte het vrouwenlichaam tot icoon, en de Turkse Bilgin Kazli - "op haar 23e kwam ze in Hasselt wonen" - schilderde haar schoonmoeder als pompeuze dame met een kleurenpalet à la Matisse.

Marie Verdurmen (°1967) gaat bekende mannen vervrouwelijken of de projectie van het feminiene in mannelijke modellen.

Bij de liefde gaat het van het grootste geluk tot de diepste droefenis en verdriet. Dit hoofdstuk maakt plaats voor twee hedendaagse schilderessen: Marlene Dumas en Anne-Mie Van Kerckhoven.

Het boek gaat veel en diep in op de geschiedenis en minder op de schilderessen die vandaag in het atelier aan de slag zijn. Bij een vluchtige telling van de namen in het register zijn de mannen (te) sterk vertegenwoordigd. En Katlijne Van der Stighelen stelt: “ In de westerse kunst zijn vrouwen ongemeen talrijk aanwezig. Een numerieke analyse zou het vermoeden kunnen bevestigen dat vrouwen in de verschillende kunsttakken bepaald meer worden afgebeeld dan mannen. In vrijwel alle genres, gaande van religieus geïnspireerde tot mythologische werken komen vrouwen overvloedig voor.”

Een kleine rondvraag leert ons dat ook vandaag nog het vrouwelijke model in de academies en bij opleidingen meer gegeerd is dat het mannelijke. Misschien moet ook hier een emancipatorische actie worden gevoerd. Op initiatief van de schilderessen?!

Yves Jansen

Vrouwenstreken. Onvergetelijke schilderessen uit de Lage Landen.
Katlijne Van der Stighelen
Uitgeverij Lannoo

Meest gelezen