Djurovic: hoe de mens kiest voor onvrijheid

In het stemmige Museum Dr.Guislain in Gent is het een goede gewoonte om na een thematentoonstelling uit te pakken met een expositie rond het oeuvre van een kunstenaar. Vorig jaar was dat Jean Rustin met zijn pakkende beelden over mannen en vrouwen, lichamelijke en psychologische wrakken, het resultaat van een ontgoochelend en vermoeiend leven. Dit jaar is het de beurt aan de Servische schilder Goran Djurovic ( °1952). Hij studeerde aan de academie van Dresden in het voormalige en communistische Oost-Duitsland.
Djurovic geloofde niet in een opleiding bij een meester.  Hij wilde weten waar alles vandaan komt, van de ideeën tot de technische middelen waarover een schilder kan beschikken.

Daar nam hij zijn tijd voor, ruim twintig jaar in zijn atelier in Berlijn. Aan tentoonstellen dacht hij bijna nooit, tot hij vijf jaar geleden werd ontdekt door een bescheiden galerijhouder met fijne kunstneus uit Antwerpen.

Hij bracht Djurovic naar de Scheldestad. Vorig jaar toonde het Museum Dr. Guislain al enkele werken van hem tijdens de mooie expositie ‘ Het spel van de waanzin’. Sindsdien is Djurovic een grote naam bij kunstcritici en verzamelaars.
De lange stille weg in zijn atelier brengt Djurovic vandaag artistieke rijkdom. Door zijn zelfstudie heeft hij zijn intuïtie aangewakkerd en het is deze intuïtie – het aanvoelen zonder dat er een redelijke verklaring moet zijn – die zijn werken losmaken van tijd en ruimte.

Als we een poging mogen ondernemen om zijn creatief proces te omschrijven dan komen we ongeveer tot deze omschrijving.

Djurovic gelooft in de droom, niet in de nachtelijke droom, maar de dagdroom. Het zich opsluiten in het eigen ik, de totale introversie, het bij volle bewustzijn dwalen in de eigen gedachten en verbeeldingen, tot ingebeelde personages intuïtief in hun rol springen, en dan neemt Djurovic het penseel om gedecideerd te schilderen. Het resultaat: dirty realism.

De tijdloosheid van zijn thema’s en de manier waarop hij zijn onderwerpen vorm geeft, maken zijn werken fascinerend.

Djurovic is een scherpe analysator van de menselijke gedragingen en relaties, gedomineerd door een niets ontziende hiërarchie.

Zijn conclusie is er eentje die pessimistisch en melancholisch kleurt. Die visie puurt hij uit door het verkennen van de grenzen van de schilderkunst. Niet alleen in het gebruik van de materialen – zowel canvas en hout als karton dienen als dragers – maar ook door zijn toets, zeg maar zijn unieke manier om met verf vormen en licht aan te brengen.

En Djurovic kent iets van licht; Goya, Rembrandt en zelfs Van Gogh zijn hem dienstbaar, niet om deze meester te kopiëren maar wel om zich te laten inspireren.

Met licht en kleur geeft hij de melancholie en gekheid gestalte, steeds ondersteund door een richtinggevende titel in het Engels of het Duits.

De fascinatie voor het niets

Bij het begin van de tentoonstelling kijkt de bezoeker naar ‘Glückversprechen’ ( olie op paneel, 2007 ) en ‘The Waiting’ ( olie op doek, 2009).

Een groep mensen kijkt naar ‘het’ iets. Net zoals de bezoekers weten ze niet naar wat ze naar kijken.

Het is een scherm, een vlak, een scène, een televisietoestel, maar het beeld blijft wit of oker of er is een niet definieerbaar beeld. Het is alsof Djurovic wil aangeven dat de mens alle heil verwacht van elders; de mens wil niet langer aannemen dat sterkte en schoonheid in hem zelf onuitputtelijke en altijd aanwezig is.

De hedendaagse mens gelooft niet langer in zijn eigen kunnen; hij is onzeker en angstig, en daarom aanvaardt hij het dictaat van eender welke valse profeet zeker als die mediageniek is.

En het is daarom ook niet vreemd dat hij een serie werken heeft gemaakt over het leven in een klooster. Hier kiezen de zusters voor de geborgenheid van de zelfgekozen volgzaamheid aan de regels van de religieuze orde.

De onderworpenheid dus. En dat is meteen de kern van de ideeënwerend van Djurovic. De mens is niet vrij: hij domineert of wordt gedomineerd; hij is oprecht of hij is vals; hij is goed of hij is slecht; en tot slot is er dikwijls de genietende voyeur.

Dat subtiele ethische spel beeldt de schilder uit. In ‘My personnel’ (olie op paneel, 2007) brengt hij al deze elementen samen.

Een groep mannen onderzoeken een zieke of zwangere vrouw; over dit miniatuurtafereel hangt Goran Djurovic zelf, rijzig, schertsend aangezicht, en steeds die spitse, grote neus.

De schilder als creator én manipulator. Hij is de baas, hij is god.
De manipulatie geeft Djurovic ook gestalte door gebruik te maken van marionet en het masker.

Dikwijls gebruikt Djurovic halve of Venetiaanse masker waarbij de ogen fel uitkomen. Het masker vervalst; er schuilt vriend of vijand achter; het masker is afleiding. En dat ene fel blinkende oog, is dat niet het oog van een spion?

Niets is wat het is. En wanneer de bezoeker denkt een ‘vrolijke’ werk te zien, namelijk

‘Mädchen in rot ‘( olie op karton, 2008) dan blijkt dat niet zo te zijn. De blik van het dansende meisje is dofdroef en wezenloos. Haar uitdrukking verraadt diepe smart maar de kijker mag zelf het waarom invullen. Het bescheiden en diffuse kleurpallet trekt de kijker aan.

‘Mädchen in rot’ is één van de topwerken van de tentoonstelling.

In ‘ Wohin ich gehe’( olie op paneel, 2003) toont Djurovic spartelende mensen aangevoerd door een kardinaal. Het water is eindeloos, alsof de schilder wil zeggen dat geen redding mogelijk is, zelfs de hemel blijkt een misverstand. Conclusie: er is niets.

Tachtig werken in het museum Dr Guislain, tachtig keer nodigt Goran Djurovic de bezoeker uit om zijn schilderijen te interpreteren, te spitten in de vele vertellagen die hij heeft aangebracht. En de bezoeker die schrijft in zijn hoofd verhaal na verhaal, en op het einde, bij de uitgang, heeft hij zelf een bundel kortverhalen bedacht.

Op deze tentoonstelling weet de bezoeker zich creatief en artistiek aangesproken. De schilder die dat bewerkstelligt mag zich een groot kunstenaar noemen.

Yves Jansen

Waar: Dr.Guislainmuseum in Gent
Wanneer: 09-05-2009/13-09-2009
www.museumdrguislain.be

Meest gelezen