“Dankzij de vrije markt bestaat het vrije woord nog”

“Ik kan niet anders dan objectief vaststellen dat de hiërarchie der waarden in het nieuws vaak omgekeerd is aan de werkelijkheid”, zegt Zinzen (foto links), die mee het document van PEN Vlaanderen ondertekende. “Vroeger zat een fait divers achteraan. Vandaag worden daar journaals en kranten mee geopend. Dat gaat ten koste van het relevante nieuws.”

“Er is inderdaad een verbreding”, geeft ook Brinckman toe, “We moeten dan ook op zoek gaan naar meer lezers. Maar zo’n trend hoeft niet per se slecht te zijn. Een krant snijdt nu veel meer thema’s aan dan vroeger. Vergelijk een krant van vandaag maar eens met een van dertig jaar geleden.”

Ook het gebrek aan onderzoeksjournalistiek komt aan bod in de brief van PEN. “Ik wil niet gezegd hebben dat het vroeger beter was,” zegt Zinzen, “maar wat me wel zorgen baart is de teloorgang van de onderzoeksjournalistiek. De kwantiteit is erop verbeterd, maar wordt er wel voldoende nagedacht over kwaliteit?”

“Men zegt te gemakkelijk dat er geen onderzoeksjournalistiek is”, vindt Brinckman. “De kranten zoeken soms meer uit dan de openbare omroepen. Vergeet niet dat enkele Vlaamse kranten de voorbije jaren een heel aantal prijzen voor onderzoeksjournalistiek hebben gewonnen. En bij zo’n verdieping ligt trouwens net de toekomst van de kranten. Niet bij hapklare berichten.”

“De stelling van de brief dat de vrije markt het vrije woord heeft vermoord, is bovendien niet juist”, zegt Brinckman (foto links). “Integendeel. De vrije markt zorgt er net voor de het vrije woord nog kan bestaan. Wat me ergert, is dat veel mensen die de bewuste brief ondertekend hebben, zelf leven dankzij die vrije media”

“Toch zorgt die commercialisering er ook voor dat er te veel aandacht gaat naar onbelangrijke zaken”, besluit Zinzen. “En als het uitgangspunt is dat journalistiek in dienst moet staan van de democratie, is het toch onverantwoord om overdreven veel tijd te besteden aan faits divers en irrelevante dingen.”