Napoleon aan de Schelde - Jan Nolf

De dag dat Jonathan Jacob in een Mortselse politiecel stierf, begon een tijdbom te tikken. De reportage van Panorama deed die net niet ontploffen. De verdienste was pas de ontdekking ervan: de confrontatie van justitie, politie en psychiatrie met zichzelf, met elkaar, en met een ontsteld publiek en dus ook de politiek.
opinie
Opinie

Sindsdien tikt de tijd verder. Niet meer voor Jonathan, maar voor allen die betrokken raakten in wat die dag gebeurde, en ook daarna. Maar ook in andere dossiers. Zal justitie daar ooit mee in het reine raken?

Louter juridisch moet klaarheid geschapen worden over àlle feiten voor en na dit drama en de onontgonnen pistes naar verantwoordelijkheden daarbij. Meteen moet ook de onthutsende nasleep van dit dossier lessen leren voor het beleid want anders raken we er nu niet uit en later ook niet. En het wringt steeds meer.

Niet MAS, maar NAS: Napoleon aan de Schelde

Studenten in de rechten – die volgens Amerikaans onderzoek tot de meest cynische onder hun academische soortgenoten behoren – leren dat recht geen rechtvaardigheid is, maar vooral ‘orde’: ‘Ordnung muss sein’. Ook de basisrechten verankerd in het Mensenrechtenverdrag worden vooral gegarandeerd via formalisme: ‘fair trial’ wordt getoetst aan procedure. Een hoeksteen daarvan is de onafhankelijkheid van de rechter die onderzoekt en oordeelt.

In de zaak Jonathan Jacob was de rol van parketmagistraten zélf het dubbel voorwerp van onderzoek: over het “bevel” tot “platspuiten” zelf, evenals een dossierdocument dat die instructie duidelijker zou vermelden dan in een later proces-verbaal.

In die ongewone situatie geldt nog steeds een erfenis van Napoleon die je nu in de tentoonstelling in het MAS (‘Bonaparte aan de Schelde’) niet zult ontdekken: zijn wetboek anno 1808 waarbij de keizer de revolutionaire klok terugdraaide zodat magistraten beschermd werden via het ‘privilege van rechtsmacht’. De overlevingsstrategie van een groot dictator: bescherm uzelf, maar nooit alleen uzelf.

Napoleon in de praktijk

Toepassing van dit ‘voorrecht van rechtsmacht’ kan je opdelen in minimum 3 fases: het opstarten van een onderzoek, het voeren van het onderzoek, en het besluit tot al dan niet vervolging op basis van dat onderzoek.

Als de rol van een parketmagistraat strafrechtelijk onderzocht wordt kan een slachtoffer dat niet laten opstarten door een burgerlijke partijstelling bij de onderzoeksrechter. Enkel de eigen chef van die parketmagistraat, nl. de procureur-generaal kan dat. Van meet af aan in dié fase is hij dus al rechter en partij, want betrokken bij het reilen en zeilen van ‘zijn’ parket. De procureur-generaal bepaalt overigens niet alleen of er überhaupt iets onderzocht zal worden maar ook voor welke feiten. Hij bepaalt dus de “bandbreedte” van het onderzoek en de rest wordt in de prullenbak gekieperd zonder dat daar enig juridisch verhaal tegenover bestaat.

Vervolgens neemt een – inderdaad onafhankelijke – raadsheer van het hof van beroep het onderzoek over als onderzoeksrechter: ten laste en ten ontlaste zoals het in een rechtstaat hoort.

In de derde fase belandt dat afgewerkte onderzoek opnieuw op het bord van de procureur-generaal. Enkel hij beslist of het op basis daarvan tot vervolging komt.

Dààr klemt voor de tweede keer het schoentje. Bij gewone burgers komt zo’n beslissing tot vervolging niet toe aan een parketmagistraat, maar aan rechters: de raadkamer (in de rechtbank van eerste aanleg) en in hoger beroep de Kamer van Inbeschuldigingstelling. Bij het ‘voorrecht van rechtsmacht’ valt die neutrale filter echter weg.

Samengevat: het antwoord op de vraag of de rol van Antwerpse parketmagistraten onderzocht wordt en of dat onderzoek leidt tot vervolging, ligt enkel en alleen bij hun eigen baas, procureur-generaal Yves Liégeois.

Frans voorbeeld

Dit funeste systeem dat justitie altijd verdacht zal blijven maken, kan niet meer: in Antwerpen niet en nergens meer.

In Frankrijk werd het al in 1932 afgeschaft ten voordele van een ‘delocalisatie’. Zo werden in de zaak Bettencourt de Franse ex-president Sarkozy en ex-procureur Courroye ondervraagd in het zonnige Bordeaux, 600 km ver van de nevels van hun beider Nanterre. Pas daar raakten de pijnlijke vragen gesteld.

Een raad voor wie helderheid wil: voer dat Napoleontisch souvenir ook bij ons af naar de sterfput van de rechtsgeschiedenis.

(De auteur was vrederechter.)

 

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen