Antwerpen wekt elektriciteit op uit waterstof
De zogenoemde Solvin-fabriek, een joint venture van Solvay en BASF, produceert stroom door de waterstofoverschotten van een chloorfabriek te mengen met lucht. Daar komt geen CO2 bij vrij, de enige afvalstof is warm water, al kan ook dat gerecupereerd worden.
De centrale bevat de grootste polymeermembranenbrandstofcel ter wereld. Het vermogen wordt geschat op 1 megawatt. De brandstofcel draait al enkele weken aan een stabiel tempo, en heeft in 800 uur al 500 megawattuur opgewekt, vergelijkbaar met het stroomverbruik van 1.370 families. Jaarlijks zouden 2.000 gezinnen van elektriciteit kunnen worden voorzien door de centrale. Dat is wel nog duizenden keren minder dan de kerncentrale van Doel.
Zowel het water als de opgewekte elektriciteit zullen worden gebruikt door bedrijven in de Antwerpse haven. Waterstof wordt beschouwd als een van de bronnen van groene energie voor de toekomst. Er zijn ook toepassingen mogelijk voor auto's, bussen en vaartuigen. De fabriek in Antwerpen wordt een mijlpaal genoemd in de zogenoemde brandstofcellentechnologie.
