Mangastrip "Monster" eindelijk voltooid
Nieuw is de manga niet
Naoki Urasawa is een van de grote namen uit de Japanse strip. Zijn “Monster”-reeks is in het Stripmuseum in Brussel niet voor niets opgenomen in de tentoonstelling rond de 20 beste strips van de afgelopen 2 decennia.
De manga dateert al uit de negentiende eeuw. Oorspronkelijk was het een onbeschaamde, brutale spotprent aan het adres van de heersers. Later ontwikkelde de manga zich tot een een heuse kunstvorm.
Na de tweede wereldoorlog werd de manga de Japanse evenknie van de snel gemaakte Amerikaanse comics, à laWalt Disney. Kwantiteit was belangrijker dan Kwaliteit. Wanneer een bepaalde reeks aansloeg, werd er eerst maandelijks en dan zelfs wekelijks een nieuwe album van in elkaar geflanst, in zwart-wit gedrukt op goedkoop papier. Door de massaproductie zakte de kwaliteit zienderogen.
Maar in de jaren tachtig nam een schare (toen nog jonge) tekenaars het genre over. De kwaliteit van het tekenwerk en van de verhalen ging met sprongen omhoog. Tekenaars als Urasawa werden populairder dan beroemde Japanse popmuzikanten. De manga werd een exportproduct, én een gigantisch verkoopsucces in de VSA, in Groot-Britannië, in het chauvinistische Frankrijk zelfs. Nochtans blijft het , voor ons Westerlingen, moeilijk om een boek van achter naar voor en van rechts naar links te lezen.
Voornamelijk pulp
Het Nederlandse taalgebied ging evenwel niet voor de bijl. De manga’s verkochten/verkopen wel goed, maar de verovering van de markt bleef uit. Misschien komt dat doordat er voornamelijk pulp vertaald werd. Pas in 2007 bracht uitgeverij Kana de ‘Monster’-reeks in het Nederlands uit, twaalf jaar na de eerste Japanse uitgave en tien jaar na de succesvolle edities in het Frans en het Engels. Tegen het hoge tempo van vijf à zes ‘boekjes’ per jaar werd de striplezer in Vlaanderen en Nederland met het meesterwerk van Urasawa om de oren geslagen. Want een meesterwerk is het.
Het verhaal van "Monster"
Het verhaal begint in 1986, in een ziekenhuis van de Duitse stad Düsseldorf, waar de arts Kenzo Tenma tegen de zin van zijn overste het leven van een kind redt in de operatiekamer. De redding heeft een prijs: Johann Liebert blijft leven, en de burgemeester van Düsseldorf gaat dood. Maar wat de dokter niet weet is dat Johann een monster in een mensenlichaam is. Jaren later, wanneer de geredde jongen volwassen is, worden er in de omgeving van dokter Kenzo Tenma allerlei mysterieuze moorden gepleegd. Hij is de eerste en eigenlijk de enige verdachte en slaat op de vlucht. En, hij gaat op zoek naar Johann Liebert, omdat die de sleutel van het geheim in zich draagt.
The Fugitive meets XIII meets Thorgal. Dat kan nooit goed aflopen, zult u denken, maar u hebt (voor een keer) ongelijk. “Monster “ is geen science fiction, is geen mythe, maar gewoon een hedendaagse thriller met allure. Urusawa houdt er zeventien albums lang de spanning in. Zeventien albums van 200 bladzijden elk, stel u voor! En nu is er dus het sluitstuk, album 18: “Apocalyptisch tafereel”. Het speelt zich opnieuw af in Duitsland, in het stadje Ruhenheim, waar alle (nog levende) personages van “Monster” elkaar ontmoeten.
Niet voor brildragers
Het verhaal heeft een “open einde”, dat kan ik u wel verklappen, en dat is eigenlijk een anticlimax, na die duizenden bladzijden van opgebouwde en onderhouden spanning . De “Monster”-reeks is uitstekend getekend, maar o zo klein afgedrukt. Bovendien zijn sommige teksten voor brillende medemensen (zoals uw dienaar) amper leesbaar. Maar blijkbaar moet de manga klein en compact zijn. En dat maakt het lezen allesbehalve makkelijk. Desalniettemin een aanrader. Al is 7,5 € (per deel) voor een strip met de drukkwaliteit van een telefoonboek eigenlijk iets te veel.