"De vragende partij" Diepenbeek: “Voer Spartacus af”

Het plan van De Lijn wil onder meer 3 sneltramverbindingen aanleggen die vanuit Hasselt richting Maastricht, Maasmechelen en het noorden van Limburg trekken. De Vlaamse regering gaf dit jaar al groen licht voor lijn 1 van de sneltram, de verbinding tussen Hasselt en Maastricht die door Diepenbeek, Bilzen en Lanaken zal sporen.

Het Spartacusplan ontsproot 10 jaar geleden aan het brein van Steve Stevaert, gewezen Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening en Vervoer (SP.A). “Hij had de vele universiteitsstudenten van Hasselt en Maastricht in het achterhoofd”, vertelt Ludo Keyers, woordvoerder van het actiecomité “Geen sneltram door de Maten”. “Een snelle verbinding zou de uitwisseling tussen de studenten vergemakkelijken. Toen er een tijd later ook geld vrijkwam van de Limburgse Reconversie Maatschappij werd het plan een concreet voorstel.”

Voor De Lijn is het project meer dan de aanleg van de sneltramverbindingen. “Naast de 3 sneltramlijnen willen we ook snelle spoorverbindingen en een efficiënt busnetwerk”, legt woordvoerder van De Lijn Limburg Sonja Loos uit. “Dat geheel waarin trein, tram en bus beter op elkaar afgestemd wordt, is het Spartacusplan.”

Maar over de plannen is heel wat trammelant ontstaan in de gemeentes die de sneltram zal aandoen. Heel wat inwoners maken zich zorgen over de voorgestelde tracés van de sneltram. “Waarom moet het zoveel geld kosten”, vraagt Diepenbekenaar Edwig Roekens van het actiecomité “Geen sneltram door de Maten” zich af.

“We vinden dat het project niet doordacht is aangepakt. Logischerwijs wordt er eerst een mobiliteitsplan opgesteld en gaat men dan pas investeren. Hier is het helemaal omgekeerd gebeurd. We krijgen ook de indruk dat de tracés willekeurig en ongecoördineerd gekozen worden.”

Dat klopt niet, vindt De Lijn Limburg. “Al in 2004 zijn we gestart met onderzoeken en studies naar de haalbaarheid van het plan”, aldus Loos. “We zijn niet over één nacht ijs gegaan en in het hele proces zijn er veel momenten geweest waarin de burgers en het bestuur kansen tot inspraak hadden.”

Een ander discussiepunt in Diepenbeek bleek de sluiting van een aantal overwegen die door het Spartacusplan in een stroomversnelling geraakten. Voor sommige Diepenbekenaren betekent de sluiting van de overweg in hun buurt dat ze moeten omrijden. En ook het gemeentebestuur stelde zich vragen bij de kosten van nieuwe bruggen en tunnels die de sluitingen moeten opvangen.

“Het sluiten van de overwegen heeft niets te maken met Spartacus”, zegt Loos. “Infrabel had al langer het plan opgevat om jaarlijks een aantal overwegen te sluiten en daarmee de veiligheid te verhogen. We hebben afgesproken dat als er door de aanleg van de sneltram toch gewerkt wordt op die lijnen, Infrabel daar gelijk ook aanpassingen kan doorvoeren. Dat die sluitingen er sowieso zouden komen, heeft nog niet iedereen begrepen. En dat beïnvloedt in Diepenbeek de publieke opinie over Spartacus.”

Ook de afsluiting van de N2, het gebrek aan parking bij de halte Diepenbeek-centrum en de afsluiting van de Peperstraat en het Reitje waren voer voor discussie in Diepenbeek . “Begrijp ons niet verkeerd, we zijn niet tegen het project, maar willen dat het slimmer wordt aangepakt”, zegt Roekens. “Wij willen niet aan partijpolitiek doen om onze standpunten door te duwen. Maar we willen wel samenzitten met de lokale besturen van alle betrokken gemeentes en een front vormen.”

Maar wat is nu eigenlijk de visie van de Diepenbeekse politici op het Spartacusplan? Wat vinden ze van het voorstel van Ronald Ruysens om het plan af te voeren? En hebben zij bij het onderhandelen van het Spartacusplan rekening gehouden met de verzuchtingen van de Diepenbekenaren?

Mies Cosemans