Soorten sterven veel sneller uit dan gedacht
"We staan op de rand van een zesde massa-extinctie", zegt bioloog Stuart Pimm aan de Duke University, een van de auteurs van de studie. "Of we die vermijden of niet, zal van onze daden afhangen."
De studie, die gepubliceerd is in het wetenschappelijke tijdschrift Science, werd door experten die er niet aan hebben deelgenomen, omschreven als een mijlpaal.
De studie van Pimm spitst zich toe op percentage van soorten dat uitsterft, niet het aantal soorten. Ze berekent een "sterftecijfer", hoeveel soorten er elk jaar verdwijnen op een totaal van 1 miljoen soorten.
In 1995 berekende Pimm dat het sterftecijfer op aarde voor de komst van de mens ongeveer 1 bedroeg, dus dat er elk jaar 1 soort op een miljoen soorten verdwijnt. Door nieuwe gegevens in rekening te brengen, hebben Pimm en zijn collega's dat "achtergrondpercentage" teruggebracht tot ongeveer 0,1. Momenteel ligt het sterftecijfer volgens de studie tussen 100 tot 1.000.
Dat betekent dus dat er 100 tot 1.000 soorten per jaar uitsterven op een miljoen soorten, en dat het sterftecijfer nu 1.000 tot 10.000 keer hoger ligt dan voor de komst van de mens.
Verlies van leefgebied
Er zijn talrijke factoren die bijdragen aan het sneller uitsterven van soorten dan vroeger, zeggen Pimm en zijn mede-auteur Clinton Jenkins van het Instituut voor Ecologische Studies in Brazilië. De belangrijkste oorzaak is echter het verlies van leefgebied: soorten vinden geen plaats meer om te leven, naarmate meer en meer plaatsen volgebouwd en veranderd worden door de mens.
Daarbij komen ook nog invasieve soorten, die vaak door de mens verspreid worden en die inheemse soorten verdringen, de opwarming van de aarde die een invloed heeft op waar soorten kunnen leven, en overbevissing.
Het witoorzijdeaapje is daar een goed voorbeeld van, zegt Jenkins. Zijn leefgebied is fel gekrompen door bouwprojecten in Brazilië, en een rivaliserend zijdeaapje heeft delen van zijn leefgebied ingenomen. Nu staat het witoorzijdeaapje op de internationale rode lijst als kwetsbaar.
De oceanische witpunthaai was ooit een van de meest voorkomende jagers op aarde, maar omdat ze lange vinnen hebben en dus gegeerd zijn voor de Chinese haaienvinnensoep, worden ze nu nog zelden gezien, zegt mariene bioloog Boris Worm van de Dalhousie University, die niet aan de studie heeft deelgenomen maar er wel woorden van lof voor had. "Als we niets doen, gaan ze de weg op van de dinosauriërs."
Vijf massa-extencties
Tot nu toe is het grootste deel van de levende wezens op aarde vijf keer verdwenen in wat een massa-extinctie of massa-uitsterving genoemd wordt. Vaak worden die gelinkt aan de inslag van een reusachtige meteoor.
Zo'n 66 miljoen jaar geleden werd zo'n massa-extinctie de dinosauriërs en drie op de vier soorten op aarde fataal, en 252 miljoen jaar geleden, betekende de "Grote Sterfte" het einde van pakweg 90 procent van alle soorten.
Pimm en Jenkins zeggen echter dat er nog hoop is. Volgens hen zal het gebruik van smartphones en applicaties zoals iNaturlaist gewone mensen en biologen helpen om soorten die in de problemen zitten, te vinden. Eens de biologen weten waar er bedreigde soorten zijn, kunnen ze proberen de leefgebieden te redden en kweekprogramma's in gevangenschap en andere technieken gebruiken om de soorten te redden, zo zeggen ze.
Een succesverhaal is het gouden leeuwaapje. Tientallen jaren geleden werd gedacht dat de kleine aapjes in het wild uitgestorven waren door het verlies aan leefgebied, maar toen werden er nog gevonden in afgelegen gebieden in Brazilië. Ze werden in gevangenschap gekweekt, en biologen hielpen nieuwe wouden te beschermen, waarin ze konden uitgezet worden, zei Jenkins. "Nu zijn er meer gouden leeuwaapjes dan er plaatsen zijn om hen onder te brengen."