Al zeker 92 doden na aanslagen in Noorwegen
Vrijdag omstreeks 15.30 uur ontploft een zware bom in het centrum van Oslo. De bom was gemaakt met ruim 6 ton kunstmest en zat verstopt in een auto. Hij is ontploft net voor het kabinet van de Noorse premier Jens Stoltenberg. Vlakbij is het ministerie van Olie en Gas en de redactie van sensatieblad VG. Zeven slachtoffers overleven de knal niet. Er zijn ook tientallen gewonden en de materiële schade is enorm.
Een dik uur later begint een man in het wilde weg te schieten op een eilandje in een meer waar de regerende socialistische partij een jongerenkamp organiseert. De schutter is gekleed als een politieman en zou hebben gevraagd om de aanwezigen, die waren samengeroepen om te worden geïnformeerd over de aanslag in Oslo, te mogen toespreken.
De man begint echter vrijwel meteen bijzonder driest op de jongeren te schieten met een handwapen, een jachtgeweer en een automatisch wapen.
"We renden naar het bos met zeven jongeren", getuigt een overlevende van het bloedbad. "We stonden daar misschien 15 minuten en wisten niet wat te doen. Uiteindelijk zei iemand om in het gras te gaan liggen en stil te zijn, zodat hij ons niet zou vinden. Na een tijd hoorden we geluiden achter ons en mensen riepen: "Hij komt, hij komt, we moeten rennen"."
De chaos is compleet. De jongeren proberen - vaak tevergeefs - te ontsnappen aan de kogels. Zelfs in het water zijn ze niet veilig voor de schutter. De man zou ook jongeren hebben achtervolgd die zich probeerden te verstoppen.
Adrian Pracon, die in de schouder werd geraakt, zegt dat de schutter riep dat hij hen "allemaal zou doden". Zelf overleefde hij de schietpartij "omdat we tussen andere lichamen lagen en deden alsof we dood waren."
De schietpartij moet minstens anderhalf uur hebben geduurd. Toen de politie van Oslo van de schietpartij hoorde, stuurde ze immers onmiddellijk een arrestatieteam, maar het duurde ten minste dertig minuten voor dat ter plaatse was. De komst van de agenten zou overigens in eerste instantie de paniek bij de jongeren nog hebben vergroot, omdat ze dachten dat ook zij schutters waren. "Iedereen begon te roepen en huilen, en smeekte de agenten om hun wapens weg te gooien", getuigt Pracon.
Volgens de politie zijn er al minstens 85 doden geteld, allemaal jongeren tussen 14 en 20 jaar. Maar dat dodental loopt mogelijk nog op, want reddingsteams zoeken nog in het water naar slachtoffers. Er zijn nog 4 à 5 personen vermist.
Alle jongeren, ook degenen die niet op het eiland waren, krijgen intussen professionele hulp.
Zomerkamp is jaarlijkse trekpleister
Het zomerkamp van de socialistische partij vindt elk jaar plaats en wordt niet alleen bezocht door socialistische jongeren, maar ook door mensen van andere partijen. De Noorse premier gaat er sinds 1994 elke zomer naartoe. Hij zou er gisteren een toespraak houden.
De leider van de jongerenorganisatie heeft intussen al gereageerd. "We zullen ons niet het zwijgen laten opleggen, we zullen blijven vechten tegen het nazisme en voor meer tolerantie", klonk het.
Meer videomateriaal over de aanslagen kunt u hier vinden op de site van de Noorse publieke omroep NRK.
Parallel met aanslag Oklahoma City
De bom die in Oslo ontplofte leek op het type dat in 1995 gebruikt werd bij de aanslag op een regeringsgebouw in het Amerikaanse Oklahoma City. Toen overleefden 168 mensen een ontploffing van een bom gemaakt van kunstmest en diesel niet.
De aanslag in Oklahoma City was het werk van een jonge veteraan uit de Golfoorlog. Amerika werd toen - zoals Noorwegen nu - voor het eerst getroffen door een terreuraanslag op eigen bodem. In beide gevallen gaat het om terroristen met extreemrechtse sympathieën en een fascinatie voor vuurwapens.