Van crisis tot crisis: moeder van alle recessies (2)

Wellicht is 1929 het donkerste jaar uit de economische geschiedenis. Na een beurscrash volgde een depressie die tot in de jaren 40 zou duren en die de wereld naar een van de meest verwoestende oorlogen zou sleuren.

Voorafgaand aan de crash hadden onze grootouders en overgrootouders genoten van de "Roaring Twenties" toen de charleston en jazz, dans- en filmzalen en de radio het leed van de oorlog van 1914-1918 moesten doen vergeten.  

De welvaart nam hand over hand toe, maar ook speculatie. In die jaren steeg de Dow Jones-index van de beurs van Wall Street (links) met een vijfvoud, vooral toen ook de gewone man geld ging lenen om massaal te beleggen. De illusie dat aandelen enkel stijgen in waarde, had iedereen in zijn greep. De banken leenden gemakkelijk geld en schuldenbergen groeiden als kool.

Toen kwam "Black Thursday": op 24 oktober 1929 daalde de Dow Jones plots scherp en begon iedereen in paniek te verkopen. Het werd nog erger: 28 en 29 oktober 1929 gingen de geschiedenis in als "Black Monday" (-13%) en "Black Tuesday" (-12%). Op die twee dagen alleen ging 25 miljard dollar -gelijk aan 319 miljard dollar in onze tijd-  aan beurswaarde verloren.

Een poging van bankiers om -zoals in 1907- het tij te keren door massaal te kopen, mislukte en in juli 1932 stond de Dow op het laagste peil van de 20e eeuw. Het zou tot november 1954 duren vooraleer de index opnieuw op het peil van september 1929 kwam.

De schaduw van de "Great Depression"

Eind 1930 breidde de crisis zich ook uit naar Europa en de rest van de wereld. De kredietverlening droogde op en banken, bedrijven en mensen gingen massaal bankroet en de overheden leken machteloos om de neergang te stoppen. Wel grepen ze terug naar protectionisme wat de internationale handel verder deed afkalven.

Consumenten hielden hun geld op zak (of hadden er geen), de prijzen daalden en steeds meer bedrijven sloten de deuren of zetten hun personeel op straat. De werkloosheid en de armoede stegen catastrofaal en lange rijen schoven aan voor gaarkeukens. Tot overmaat van ramp teisterde een grote droogte de landbouw in de Midwest van de VS.

Politiek profiteerden autoritaire groepen zoals fascisten of communisten van de wanhoop. In Amerika redde de nieuwe president Franklin D. Roosevelt (1933-1945) de democratie door zijn "New Deal". Hij reguleerde de banken om ontsporingen te vermijden en koos voor grootscheeps overheidsingrijpen in de economie, onder meer door grote infrastructuurwerken waardoor miljoenen werklozen een baan kregen. De New Deal was niet altijd even succesvol, maar de werkloosheid daalde van 23% in 1933 tot 12% in 1940.

Computergestuurde crises

De Tweede Wereldoorlog en het Marshall Plan maakten niet enkel brandhout van de nazi's, maar ook van de depressie. De wederopbouw van de jaren 50 werd mogelijk net als de welvaartsstijging van de "Golden 60's".

Drie olieshocks in 1973 (Yom Kippoeroorlog), 1979 (revolutie in Iran) en 1990 (Golfoorlog om Koeweit) ontketenden telkens een wereldwijde recessie, zij het minder erg dan in de jaren 30.  

Een nieuw fenomeen was intussen dat computers steeds meer de handel op de beurzen overnamen en dat geautomatiseerde beursorders worden gegeven. Dat leidde op 19 oktober 1987 tot een nieuwe beurscrash op Wall Street (-508 punten of -22,61%). Op 27 oktober 1997 kelderde de Dow Jones op gelijkaardige wijze (met 554,26 punten of -7,18%). Sindsdien zijn systemen (circuit breakers) ingevoerd waarbij de handel wordt stilgelegd tijdens te snelle koersdalingen.

Steeds weer nieuwe zeepbellen

Hoe dan ook blijft de mens speculatief ingesteld en verliezen we daarom soms het hoofd. Dat bleek nog maar eens bij de "dot-com bubble" van begin 2000 toen de waanzinnige koersstijging van internetbedrijven werd omgekeerd. Dot-comaandelen waren plots tulpenbollen. 

Daarna ging de Amerikaanse woningmarkt door het dak en gelijk daarmee de beleggingsproducten die gebaseerd waren op... ja, wat was het ook alweer? In augustus 2007 daalden de beurskoersen opnieuw en een jaar later stortten grote banken zoals Lehman Brothers en bij ons Fortis en Dexia in elkaar. Daarop ging ook de industrie in een duikvlucht.

Toen we daaruit kwamen, bleken de Grieken plots het paard van Troje in de eurozone. Dit keer waren het niet dolgedraaide speculanten die de crisis veroorzaakt hadden, maar incompetente overheden die hun kas niet wilden of konden beheren. De huidige twee crises zijn hoe dan ook de gevaarlijkste sinds die van 1929. En sommigen zien in de ongebreidelde groei en prijsstijgingen in China de volgende zeepbel.

Lees hier wat vooraf ging: "Van crisis tot crisis: tulpen uit Amsterdam"

Jos De Greef

Meest gelezen