Stop de tijd, vertraag - Kristien Bonneure

Als student wandelde ik eens in een botanische tuin, waar midden op een grasperk een zonnewijzer stond met een krasse spreuk in het koper gegraveerd: “Horas non numero nisi serenas”. “Ik tel de uren niet, tenzij ze helder zijn”.

Het werd stante pede mijn levensmotto nummer 2 (1 was “Never look back, walk tall, act fine” van David Bowie, u zult het me vergeven). Tot ik door kreeg dat het leven pas lukt als je de donkere uren net wél telt. In het bouwpakket vrouw en man zitten geluk en verdriet, rozen en doornen, een lach en een traan, sorry, ik word melig.

Zon, maan, klok

Tijd is gelukkig nog altijd subjectief, ondanks de veralgemenende dwang van klokken, uren, cijfers, deadlines. Een uur in de stoel van de tandarts lijkt een decennium. Een uur in de bioscoop flitst voorbij. Time races like a film at the cinema, I try to prod it down with my pen, schreef Virginia Woolf. Een uur in het bos of in de armen van een geliefde zet me buiten de tijd.

Nog niet zo lang geleden leefden we cyclischer en natuurlijker, tussen zonsop- en –ondergang, volgens de stand van de maan, van eb tot vloed, van lente tot winter in een kringloop.

Pas rond 1840 gebruikte iedereen in België dezelfde kloktijd. Dat kwam door de trein, waarvan de uurregeling moest kloppen. Wie weet, als die oude tijdsverschillen nog bestonden, dan reden de treinen misschien op tijd! Een poos geleden ging het gerucht dat stationsklokken zouden verdwijnen. Niet doen, aub, ik wil naar die reusachtige wijzer blijven kijken en denken: die seconde komt nooit meer terug. Zoom, what was that? That was your life, mate! That was quick, can I have another one? (Basil Fawlty).

Bewaren of weggooien

‘Stop de tijd’ is het motto van de Erfgoeddag, nu zondag. Ik vind het een heerlijk subjectief en weerbarstig thema. Tijd is zoveel tegelijk en tegenstrijdig: zich herinneren, vergeten, verjongen, verouderen, behouden, veranderen, weggooien, bewaren, (dag-) dromen, tijdreizen.

In het Plantin Moretusmuseum zag ik onlangs een oud kasboek vol rekeningen. Het was gekaft in perkament met notenbalken van een paar eeuwen vroeger! Kennelijk vond de boekhouder dat waardeloos inpakmateriaal. Wat de ene generatie weggooit wil een andere net koesteren voor het nageslacht.

Stil Brussel

Ik ga naar de Erfgoeddag in Brussel, de stad die nooit slaapt, waar alle uren van alle dagen overvol lijken, waar laag op laag geschiedenis ligt, waar het Atomium zo’n krachtig symbool is van ‘back to the future’, maar waar je ook antieke sterrenwijzers en astrolabia kunt gaan bekijken in het Jubelparkmuseum.

Tegelijk en passend komt zondag ook de organisatie ‘bessst’ naar buiten, en die ligt me na aan het hart. Bessst pleit voor vertraging, eenvoud, verstilling in de stad. Niet om Brussel een stiltegebied te maken, maar om naast alle bruisende actie ook flanerende reflectie mogelijk te maken. Rust in de stad. Kijk maar eens op de website , daar vind je zelfs een (groeiende) atlas van stille plekken in Brussel.

Ik denk dat ik zondag op bomenwandeling ga in Brussel. Bomen zijn materieel en immaterieel erfgoed. Ze doen ons vertragen. Ze rekenen in heel andere jaren dan wij, gejaagde mensenkinderen.

(De auteur werkt voor Cobra.be, de cultuurwebsite van de VRT.)

Meest gelezen