De ziel gaat te voet - Kristien Bonneure

Voor het eerst kiezen inwoners en pendelaars in Brussel vaker voor ‘te voet’ dan ‘met de auto’. 37% van hun verplaatsingen zijn wandelingen. Zes op de tien Brusselaars stappen vijf keer per week ten minste tien minuten. Is dat de omgekeerde evolutie, een beetje zoals Kurt Vonnegut ver doordreef in zijn roman ‘Galapagos’? Dalen we een trapje qua mobiliteit en beschaving? Wel integendeel! Het is een kentering, een kanteling, een keerpunt, een waterscheiding! Want wie te voet gaat ziet de wereld en zichzelf helemaal anders.

Zondag

Konijnen, een reiger, twee keepjes die opwippend voor me uit vliegen, alsof de Grote Vogelaar hoog in de hemel aan een draad trekt, een harige chocobruine rups, een koppel kieviten, de stoeiende duikvlucht van boerenzwaluwen die “wieeeee-wieeeee-wieeee” roepen, verse gansjes als bollen beige breiwol, twee kapotgepikte duivenjongen op het pad. De berm vol fluitenkruid, dovenetel, klaver, purperen wikke.

Ik krijg het gratis en voor niets op een zondagmorgen, op een steenworp van mijn huis in de stad. Terwijl ik langs het kanaal wandel, zoeven groepen wielertoeristen voorbij, kletsend mansvolk in identieke felgekleurde lycra truitjes en spannende broeken. Er zijn ook hardlopende, bezwete tegenliggers, met oortjes.

Op die rups na ben ik de traagste. Maar het gaat gestaag vooruit. Hartslag en ademhaling helemaal in harmonie. Vier stappen inademen, vier uit. Eenmaal in cadans heb ik het gevoel dat ik dagen kan blijven wandelen. Liefst op zachte bosgrond of onverharde paden. Het daverend gebonk van mijn geliefde bottines op asfalt bevalt me minder; daar gaan mijn knieschijven en tandvullingen van rammelen.

Wandelend probleemoplossen

Het is geen pelgrimstocht naar Compostela, geen sport, geen race, zelfs geen gezondheidsding. Het is stappen om het stappen, zonder stappenteller. Een ommetje zonder bestemming. Ik ben in goed historisch gezelschap. Virginia Woolf marsjeerde elke dag, en noteerde nauwgezet in haar dagboeken wat ze allemaal tegenkwam. Henry Thoreau was fanatieker: een wandeling duurde ten minste vier uur, zonder kaart of kompas, met alleen het ‘subtiele magnetisme van de aarde’ als leidraad. Jean-Jacques Rousseau was maar gelukkig als hij niet achter een schrijftafel zat.

Ze kregen hun beste ideeën als ze in beweging kwamen. Solvitur ambulando. Alles wordt al wandelend opgelost. Hoe werkt dat dan? Ofwel verzwindt het probleem in de ruimte, de stilte en de traagte. Als je maar genoeg kamillebloemen en aalscholvers ziet, wordt een werk- of relatievraagstuk zeer relatief. Ofwel denk je er net op door, zie je die wolkenformaties niet, maar gaat de spreekwoordelijke lamp ineens branden. Zou dat niets zijn voor de vele regeringen van dit land? Een walking kernkabinet of ministerraad?

De schoolvakantie begint. Als u wat vrij hebt binnenkort, neem eens de benentram. Het hoeft niet ver of duur of hoog. Bos, grasland of jaagpad volstaan. Geniet van het uitzicht in de natuur en in uw hoofd.

(De auteur werkt voor www.cobra.be, de cultuurwebsite van de VRT)

Meest gelezen