Rutte: "Caraïbische eilanden mogen koninkrijk verlaten"

Rutte (kleine foto) heeft deze week alle Caraïbische eilanden, die op een of andere manier tot het koninkrijk Nederland behoren, bezocht. Tijdens zijn bezoek heeft hij een opmerkelijke uitspraak gedaan. "Als u eruit wil en een meerderheid van uw bevolking steunt dat, dan is dat mogelijk", zegt Rutte aan NRC. "Dan belt u even en dan regelen we dat."

Volgens de Nederlandse krant wil de premier met dat aanbod voorkomen dat er nog nieuwe verzoeken komen voor financiële steun. Bij zijn bezoek aan de zes eilanden, trof hij bij de helft daarvan "ernstige bestuurlijke problemen" aan. Voor het eiland Sint-Maarten eist Rutte zelfs een "diepgaand onderzoek" naar de bestuurlijke integriteit. Zo blijken parlementairen op het eiland 9.000 euro te verdienen, dat is meer dan hun collega's in Den Haag.

Niet iedereen is zo blij met de uitspraken Rutte. D66-leider Alexander Pechtold noemt de uitspraken aan NOS "ongepast en weinig diplomatiek". Nederland heeft een geschiedenis van 400 jaar met de eilanden, dus een premier is verplicht "zorgvuldig te formuleren", vindt Pechtold. "Stel dat hij dit over Limburg had gezegd. Dan was het huis te klein geweest."

Nederland heeft een ingewikkelde relatie met de zes Caraïbische eilanden van de voormalige Nederlandse Antillen. Drie van de eilanden - Bonaire, Saba en Sint-Eustatius - hebben de status van een bijzondere gemeente en hebben elk een gezaghebber, bestuurscollege en een eilandsraad. De drie andere eilanden (Aruba, Curaçao en Sint-Maarten) zijn in feite onafhankelijk en hebben een eigen parlement, maar zijn wel nog onderdeel van het koninkrijk der Nederlanden. Samen vormen de zes eilanden Caraïbisch Nederland.

Een voorbeeld van deze ingewikkelde relatie is bijvoorbeeld dat Nederland - het Europese deel - het homohuwelijk erkent, maar Caraïbisch Nederland niet.