Meer controle op sociale dumping

Minister van Werk Monica De Coninck (SP.A) toonde zich zeer tevreden met het politieke akkoord. Omdat de hoofdelijke aansprakelijkheid in België al bestaat voor alle sectoren, verandert er op dat vlak weinig tot niets. België heeft ter zake zelfs "een voorsprong", zei De Coninck.

Het hevigst werd er gedebatteerd over de mogelijkheden die lidstaten zouden krijgen om fraude en sociale dumping te controleren. Er werd uiteindelijk overeengekomen welke soorten controles er mogen plaatsvinden, maar ook dat de inspecties verder mogen gaan wanneer er een vermoeden is dat de bestaande controles niet volstaan.

Voor de (vooral Oost-Europese) landen die een beperkte opsomming van maatregelen wilden en ook niet gewonnen waren voor hoofdelijke aansprakelijkheid, is het belangrijk dat in de ontwerprichtlijn die met een gekwalificeerde meerderheid goedgekeurd raakte, expliciet vermeld staat dat het doel van de wetgeving is "fraude en misbruik aan te pakken"."Er wordt dus duidelijk gemaakt dat het niet de bedoeling is een hetze te creëren tegen buitenlandse werknemers", legde De Coninck uit.

De nieuwe Europese regels, waarover nog een akkoord met het Europees Parlement moet worden gevonden, verplichten de lidstaten ook tot de wederzijdse uitwisseling van gegevens. Als een land de regels niet respecteert, zal dat bij de Europese Commissie gemeld moeten worden.

Vanmorgen hadden enkele honderden vakbondsleden het Schumanplein in Brussel bezet om hun ongenoegen te uiten over sociale dumping en om strengere Europese regels  te eisen. De actie was een initiatief van de Europese federatie van bouwvakkers en houtbewerkers.

De "detacheringsrichtlijn" van 1996 legt vast tegen welke voorwaarden EU-werknemers tijdelijk in het buitenland tewerkgesteld mogen worden, maar omdat er heel wat misbruik bestaat, kwam de Europese Commissie met een voorstel voor een aanvullende "handhavingsrichtlijn".

Terwijl de eerste richtlijn stipuleert dat voor gedetacheerde werknemers onder andere het minimumloon, de arbeidstijden en de gezondheids- en veiligheidsvoorschriften van het gastland gelden, moet de handhavingsrichtlijn de naleving van die principes garanderen.

De Commissie stelde een beter gereglementeerde samenwerking tussen de nationale inspectiediensten in het vooruitzicht, lijstte de controlemogelijkheden voor die diensten op en wilde de hoofdelijke aansprakelijkheid invoeren voor hoofd- en onderaannemers. Dat laatste moet vermijden dat bij misbruik en tekortkomingen niemand de verantwoordelijkheid kan toegeschoven worden.