Reizen met de vinger in de atlas - Kristien Bonneure

Waar ligt de Krim? In de Zwarte Zee, die nooit dichtvriest, in het hart van het continent. Verbonden met de Middellandse Zee via Bosporus, zee van Marmara en Dardanellen. Ik stond eens aan de monding in Istanbul en zag al die enorme schepen richting Oekraïne en Rusland opstomen. Ooit wil ik eens naar Odessa, net als Geert Mak, per roestige ferry over de Zwarte Zee.

Eén blik op de kaart en je weet hoe het zit. Waarom Oekraïne een scharnier is -in Jalta werd de wereldtaart verdeeld!- , waarom de oorlog in Syrië niet opgelost raakt en waarom niemand wakker ligt van Madagascar. Je kunt nieuws, laat staan geschiedenis, niet bevatten zonder een geostrategische blik op de kaart. Maar er is ook de pure esthetiek.

De schoonheid van globes en kaarten

Papieren kranten en boeken kunnen verdwijnen; atlas, landkaart en wereldbol blijven bestaan. In den vreemde wil ik zo’n onmogelijk weer in de oorspronkelijke staat te vouwen wegenkaart op schoot. Als ik de tijd heb, ben ik liever geen blindganger die mevrouw GPS volgt. Thuis hadden we een abonnement op de kleine gele National Geographic magazines, met mooie foto’s, maar vooral met uitplooibare kaarten, die ik aan de muren van mijn kamer prikte. Die plaatsnamen! Ouagadougou. Zanzibar. Kyoto. Albuquerque. Eén van mijn dierbaarste kaarten is die van Sarajevo, precies twintig jaar oud. Een inwoner had die voor me ‘verrijkt’ met zeer noodzakelijke frontlijnen, kruisjeslijnen, stippellijnen, nationale symbolen en no-go-tekens.

De wereldbol van mijn kroost wordt pas écht leuk als je het inwendige lichtje aanknipt. Dan zie je geen landen en grenzen meer, maar reliëf. Wat een mooie planeet is dit toch. Ze hebben trouwens ook een volledig witte globe, waar ze met stiften hun eigen stukken wereld kunnen tekenen. In navolging van Wim Delvoye en andere kunstenaars. Toen de redactielokalen van de VRT nog muren hadden -nu zijn dat grenzeloze wastelands- hing daar eens zo’n verzonnen kaart met imaginaire landen. Waarop we met z’n allen snel onze vlagjes plantten. Journalist zijn is ook altijd een beetje Risk spelen. De Krim is van mij! OK, als ik de straat van Hormoez krijg.

Eilandjes

Op de redactie lag gelukkig ook altijd de Times altijd in mijn buurt. De allermooiste, grootste atlas die er is, en waar ik in dooie momenten vaak in wegdroomde. Ik moet die toch dringend eens op mijn verjaardagslijstje zetten. Maar kijk, onlangs kreeg ik een ander kaartenboek in handen dat mijn hart meteen deed smelten: ‘De atlas van ver afgelegen eilanden’ van de Duitse Judith Schalansky. Geen denkbeeldige plaatsen, maar echte eilanden, die meestal zover van grote landmassa’s liggen dat ze het moeten stellen met een klein kadertje in een hoekje, zo ongeveer daar waar in oude tijden vreeswekkende zeemonsters werden afgebeeld. Ze vallen bijna van de bladzijden af. Schalansky zet ze voor de verandering eens in het midden van de kaart. Ze heeft er vijftig uitgekozen, “eilanden waar ik nooit ben geweest en ook nooit zal komen”. Vingerreizen in de atlas volstaat. Reizen in je hoofd.

Wat hebben ze een mooie namen! Pingelap. Atlasov. Macquarie, Pagan. In de Noordelijke Ijszee ligt een eilandje dat in het Noors ‘Eenzaamheid’ en in het Russisch ‘Eiland van de afzondering’ heet. Nog nooit van gehoord. Van Iwo Jima (van de beroemdste Amerikaanse legerfoto), Sint Helena (van Napoleon) en Paaseiland (van de beelden) natuurlijk wel. Elk eiland krijgt een prachtig getekend gedetailleerd landkaartje in reliëf, met plaatsnamen om van te dromen: 'Mount Cerberus', 'Pointe Vlaming' op het Franse eilandje Amsterdam (!), de 'Monts Jules Verne' en de bergrug 'Arrête des Djinns' op Possession, en 'Oh dear' op Pitcairn. Takuu (Papoea Nieuw-Guinea) zinkt bijna weg in de oceaan en laat een vage cirkel van zandbanken achter. Tristan da Cunha (Verenigd Koninkrijk) is dan weer een pronte borst met ‘Queen Mary’s Peak’ als een tepel op 2062 meter hoogte, en riviertjes/melkkanaaltjes die naar zee lopen.

De mens is een eiland

In de historische, actuele, aardrijkskundige, biologische verhalen die Schalansky bij elk eiland opdist, duiken de extremen op die eilanden zo boeiend maken. Ze zijn onbereikbaar. Onbewoonbaar. Te koud. Te heet. Te droog. Gevaarlijk. Geclaimd door meerdere staten. Een eiland kan een gevangenis voor outcasts zijn, of een plek om een utopisch nieuw leven te beginnen. Een vergeetput voor gruwelijke praktijken als pedofilie en verkrachting, een testgebied voor atoombommen, een slachtbank voor walvissen. Zelden is het enkel "an island in the sun".

Eilanden intrigeren. Kinderen tekenen ze met één palmboom en een schatkaart. Eilanden zijn archetypen, ze zitten in ons collectief onderbewuste en spreken tot ons via theater, opera, romans of films. Schatteneiland, Tortuga of Temptation Island met personages als Jack Sparrow, Odysseus, Robinson Crusoe of Prospero. In Lost was het mysterieuze eiland zelf de protagonist. Christo verpakte eilandjes in roze plastic. De vacature van eilandbewaker in Australië lokte 35.000 kandidaten. Eigenlijk zijn alle continenten eilanden die in aquatisch blauw dobberen. Eigenlijk is iedere mens een eiland.

“Het wordt tijd dat de cartografie tot de poëtische genres wordt gerekend en de atlas zelf tot de schone letteren”, schrijft Judith Schalansky. Ik zou alle vijftig eilandjes uit haar boek op mijn muren willen prikken. Maar dan zou ik haar atlas moeten scheuren, oranje op snee en met een hemelsblauw leeslint. Dat zou doodzonde zijn.
 

(Kristien Bonneure werkt voor cobra.be de cultuurwebsite van de VRT. Dit voorjaar verschijnt haar boek ‘Stil leven’ bij Lannoo.)

Meest gelezen