Hoe houden we gas en elektriciteit in ons land betaalbaar?

Nu de kernreactoren Tihange 2 en Doel 3 weer dicht zijn, rijst opnieuw de vraag of België zonder black-outs de volgende winter doorkomt. En wie zal de factuur van de groenestroomcertificaten betalen?

Ook inzake het energiebeleid zijn de bevoegdheden in ons land verdeeld tussen de federale en Vlaamse regering. De federale regering is bevoegd voor de bevoorrading, de nucleaire brandstof en de tarieven. Omdat een stijgende energieprijs de index mee de hoogte injaagt en omdat de socialistische ministers absoluut niet wilden raken aan de loonkoppeling aan de index, was het voor de regering belangrijk dat de tarieven voor elektriciteit en gas onder controle zouden blijven.

Daarvoor werden in eerste instantie de grote middelen ingezet. In maart 2012 bevroor de regering de tarieven tot het einde van het jaar. Een grotere bewustmaking bij de consumenten over de mogelijkheden tot overstappen van de ene leverancier naar de andere en de besparingen die dat kan opleveren deden de rest. Anderhalf jaar later was de gemiddelde factuur voor elektriciteit met negen procent gezakt en die voor gas met twaalf procent, tot een niveau dat vergelijkbaar is met dat van de buurlanden.

Staatssecretaris voor Energie Melchior Wathelet (CDH) en minister van Economie en Consumentenzaken Johan Vande Lanotte hebben bovendien onlangs een "consumentenakkoord" afgesloten met de energieleveranciers. Die moeten voortaan elk jaar hun goedkoopste tarief bekendmaken aan hun klanten, die dan kunnen kiezen of ze naar die formule willen overstappen.

De regering heeft ook beslist dat de btw op elektriciteit vanaf 1 april van 21 naar 6 procent daalt, wat een besparing betekent van een kleine honderd euro voor een gemiddeld huishouden.

Verzekeren bevoorrading

Een aantal jaren geleden heeft de regering beslist om de kerncentrales in ons land geleidelijk aan te sluiten en te vervangen door alternatieven zoals hernieuwbare energie en gascentrales. De oorspronkelijke planning bepaalde dat de oudste centrales, Doel 1 en Tihange 1 in 2015 zouden worden gesloten, maar uit vrees voor een bevoorradingstekort is de regering daar op teruggekomen.

In het nieuwe bevoorradingsplan van staatssecretaris Wathelet staat dat de kerncentrale Tihange 1 nog tien jaar langer openblijft. De regering heeft ook een aantal maatregelen genomen om het investeren in gascentrales - die momenteel verlieslatend zijn - aantrekkelijker te maken en om de groenestroomcertificaten voor de windmolens op zee betaalbaar te houden.

Over het langer openhouden van Tihange 1 heeft de regering begin maart een akkoord gesloten met GDF Suez en EDF, de eigenaars van de centrale. Die krijgen de volgende tien jaar een vaste prijs van 41,80 euro per megawattuur. In die prijs begrepen zijn productiekosten, een vergoeding van negen procent op de investering van 600 miljoen euro die nodig is om de centrale langer open te houden en een winstmarge van 6,40 euro. Als de prijs van de elektriciteit op de markt hoger ligt dan 41,80 euro, dan mogen de eigenaars daarvan 30 procent houden, terwijl de 70 overblijvende procent naar de overheid gaat.

Met dit akkoord vervalt ook de nucleaire rente die nu voor Tihange 1 moet worden betaald en die naar schatting 90 miljoen euro bedraagt. Volgens Groen en Ecolo heeft de regering zich laten rollen en zal er met de huidige energieprijzen weinig of niets overschieten voor de overheid. Wathelet ontkent dat. Hij rekent op een opbrengst van minstens 25 miljoen euro per jaar.

Gascentrales

De tweede pijler van het bevoorradingsplan van Wathelet is het creëren van een strategische reserve. De hoogte daarvan moet in de loop van de volgende maanden afgesproken worden met netwerkbeheerder Elia. Die schatte de benodigde reserve om zonder black-outs door de winter te komen eerst op 800 megawatt, maar door het uitvallen van Tihange 2 en Doel 3, goed voor 2.000 megawatt, zal dat cijfer wellicht hoger liggen.

Het leveren van de reserve zal in eerste instantie moeten gebeuren door gascentrales. Probleem met die centrales is dat ze momenteel verlieslatend zijn, waardoor er dit jaar twee de deuren gesloten hebben.

Wathelet heeft nu een aanbesteding uitgeschreven voor drie centrales, goed voor een productie van zo'n 1.200 megawatt. De uitbaters van de centrales zouden een vergoeding krijgen van de vaste kosten en een beperkte winstmarge. Als de centrale effectief opgestart moet worden, kunnen de uitbaters bovendien rekenen op een opstartbonus en een extra vergoeding per geproduceerde megawattuur. De regering heeft ook besloten dat gascentrales worden vrijgesteld van de federale bijdrage voor aardgas.

Het hele plan dreigt wel vertraging op te lopen omdat drie energiebedrijven protest hebben aangetekend bij de Raad van State over de aanbesteding van Wathelet.

De federale regering is ook verantwoordelijk voor de steun aan de windmolenparken op zee (offshore). Die kregen tot nu toe bovenop de opbrengst van hun productie een vaste vergoeding van zo'n 107 euro per megawattuur. Om te beletten dat de kosten uit de hand lopen, maar tegelijk de rendabiliteit voor de investeerders te garanderen, is dat systeem eind vorig jaar aangepast voor de nog geplande windmolenparken.

Die krijgen een rendabiliteit gegarandeerd van 138 euro per megawattuur. Dat bedrag omvat enerzijds de opbrengst van hun productie en anderzijds de overheidssteun. Als de elektriciteitsprijs hoog is, dan betaalt de overheid minder steun en vice versa.

Vlaanderen

Ook op Vlaams niveau is er de afgelopen legislatuur heel wat animo geweest over het energiebeleid. Vlaams minister van Energie Freya Van den Bossche (SP.A) is bevoegd voor de distributie van gas en elektriciteit, het rationele energiegebruik en de productie van hernieuwbare energie, uitgezonderd de windmolenparken op zee. Niet onbelangrijk, als je weet dat dat distributiekosten en allerlei heffingen 40 procent van een energiefactuur uitmaken.

Zo zijn er de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen die consumenten moeten aanmoedigen om minder energie te verbruiken. Er zijn premies voor de betere isolatie van woningen en voor nieuwbouw worden de energienormen alsmaar strenger. Tegen 2021 zullen woningen energiezuiniger moeten zijn en de energie die ze toch nog nodig hebben, zelf moeten opwekken. Nu al is bijna de helft van nieuwe woningen zuiniger dan de norm.

Voor gezinnen met financiële problemen is het vangnet tegen energiearmoede verder uitgewerkt. Zo krijgt wie de rekening niet kan betalen toch een minimumvolume aan aardgas en is er de mogelijkheid om budgetmeters te plaatsen als alternatief voor afsluiting. Het is energieleveranciers voortaan ook verboden om klanten met een historiek van wanbetaling te weigeren.

De zonnepanelenkater

Het stimuleren met groenestroomcertificaten van zonnepanelen is in de loop van de jaren zo'n succes geworden dat het systeem onbetaalbaar dreigde te worden voor de Vlaamse regering. Die certificaten moeten immers worden opgekocht door de energieleveranciers of de netbeheerders. Die rekenen de kosten door aan de gebruikers, wat de factuur voor iedereen duurder maakt, ook voor wie geen zonnepanelen op zijn huis heeft.

Bovendien konden de netbeheerders de voorbije jaren een deel van de groenestroomcertificaten niet doorrekenen omdat de federale regering de distributienettarieven heeft bevroren. Volgens de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen bedroeg de kostprijs hiervoor eind vorig jaar 1,2 miljard euro.

De distributienettarieven worden door de staatshervorming vanaf 1 juli een Vlaamse bevoegdheid. De Vlaamse regering zal dan moeten beslissen of ze de opgelopen kosten laat doorrekenen aan de gebruikers, wat de factuur flink zal doen stijgen, of zelf een deel van de kosten op zich neemt.

Intussen is het beleid flink bijgestuurd. Voortaan zal de steun aan de hernieuwbare energie worden bepaald in functie van het halen van een bepaald rendement. Zo krijg je momenteel geen groenestroomcertificaten meer voor zonnepanelen omdat een nieuwe installatie over 15 jaar een rendement van vijf procent oplevert. Ook de certificaten voor onder meer windmolens en biomassa-installaties zullen op dezelfde basis aangepast worden. De regeling wordt jaar na jaar herbekeken in functie van de wijzigende marktomstandigheden.

Een energiepact?

De bevoegdheden voor energie zijn erg versnipperd in ons land en het beleid niet altijd even rechtlijnig, denk maar aan de al-dan-niet kernstop. Vandaar dat van verschillende kanten wordt aangedrongen op een debat met alle betrokkenen om tot een "energiepact" met een langetermijnvisie op de energievoorziening te komen.

In Nederland werd vorig jaar zo'n energieakkoord gesloten. Meer dan 40 organisaties spraken af dat Nederland tegen 2020 14 procent hernieuwbare energie wil produceren en tegen 2023 16 procent. Maar in België zijn we nog lang niet zo ver. Het uiteindelijke doel zou een Europees energiebeleid moeten zijn, maar ook hier is verdeeldheid groot.

Meest gelezen