Langer wachten of niet? En andere zorgkwesties

Kinderopvang, gehandicaptenzorg, ouderenzorg. Het zijn thema's die vooral in het nieuws komen als er problemen zijn. Rond wachtlijsten bijvoorbeeld. Maar hoe is het daar eigenlijk mee gesteld? En zijn er wel vaststaande cijfers? Een overzicht van het beleid van Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V).

Kinderopvang

Het is een probleem waar veel ouders mee geconfronteerd worden en dat met de regelmaat van een klok het nieuws haalt: kinderopvang vinden. En dan zeker opvang in de buurt en op maat van ouders die flexibele uren kloppen. Vooral steden als Antwerpen, Leuven en Brussel zijn grote knelpunten. Dat het probleem er nog steeds is, ontkent minister Vandeurzen niet, maar hij wil wel benadrukken dat er hard gewerkt is.

Sinds 2009 heeft de Vlaamse regering 110 miljoen euro extra geïnvesteerd in kinderopvang, waarvan 70 miljoen in de zelfstandige opvang. Daarmee zijn ruim 20.500 extra plaatsen gerealiseerd, waarvan ruim 18.500 in de voorschoolse en bijna 2.000 in de buitenschoolse kinderopvang. Voor 2014 is er een budget van 13 miljoen euro uitgetrokken.

De Vlaamse overheid had zich geëngageerd om tegen 2013 voor 50 procent van de kinderen tussen 0 en 3 jaar een opvangplaats te hebben. Dat doel werd volgens het kabinet van Vandeurzen al gehaald midden 2013. Tegen 2020 moet er opvang zijn voor 100 procent van de kinderen die een opvangbehoefte hebben. Volgens oppositiepartij Groen betekent dat nog eens minstens 44.000 plaatsen extra.

Hoeveel ouders er problemen hebben om opvang te vinden, is moeilijk in te schatten. Er is geen centrale aanmeldingslijst voor kinderopvang en dus ook geen wachtlijst. De Vlaamse regering heeft daarom de kinderopvangzoeker gelanceerd, een online registratiesysteem voor ouders dat duidelijk zicht moet geven op vraag en aanbod. Het systeem zit momenteel nog in een testfase, maar dat het instrument een grote vooruitgang kan betekenen, is evident.

De Vlaamse regering heeft ook de regels grondig veranderd met een nieuw decreet over de kinderopvang. Dat gaat in vanaf 1 april van dit jaar en moet zorgen voor meer eenvormigheid in het kluwen dat de kinderopvang in al zijn vormen nu is. Er komt ook meer opvang op basis van inkomen in tegenstelling tot opvang met een vrije prijs die niet op het inkomen van de ouders gebaseerd is. Een vergunning wordt verplicht en begeleiders moeten hun kwalificaties aantonen. Dat moet de kwaliteit ten goede komen.

Bij de oppositie is te horen dat het decreet heel wat kinderopvanginitiatieven de dieperik zal induwen, waardoor er plaatsen verloren zullen gaan. Kind & Gezin, dat de opvang overkoepelt, maakt zich sterk dat geen enkele sector financieel zal verliezen. Vanuit die sector komen desondanks signalen van ongerustheid. Hoe het zal uitpakken, valt nog af te wachten, maar er is in ieder geval gewerkt aan broodnodige hervormingen.

Gehandicaptenzorg

Een ander heet hangijzer in de zorg: de opvang van personen met een handicap. Hoe zit met de wachtlijsten daar? De nood is nog steeds groot, zo blijkt. Op 30 juni 2013 stonden in Vlaanderen 20.931 personen met een handicap geregistreerd voor 21.518 actieve zorgvragen. Het gaat om 18.642 aanvragen naar zorg in natura (opvang en ambulante zorg) en 2.876 vragen voor een persoonlijk assistentiebudget (PAB).

Evolutie aantal actievragen zorg in natura (geen PAB)
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
5.869 6.860 7.656 8.195 9.023 10.508 12.213 25.097 16.849 18.478 18.642

De tabel maakt duidelijk dat de wachtlijst de voorbije jaren systematisch gestegen is. Het laatste jaar was er wel een stagnatie, de toename bedroeg minder dan één procent ten opzichte van 2012. In de huidige legislatuur werden 145,5 miljoen euro aan bijkomende middelen uitgetrokken voor de sector, maar de wachtlijsten doen dalen, is niet gelukt.

Het begrip “wachtlijst” moet wel genuanceerd worden, luidt het. Dat iemand op de lijst staat, betekent niet dat hij of zij helemaal niet ondersteund wordt. Meer dan de helft van de mensen die een actieve vraag stellen, krijgen al hulp, onder meer van reguliere diensten, thuisverpleging of diensten met vrijwilligers. Er zijn voorts ook noodoplossingen en basisondersteuning. En er is het “aanzuigend effect” van een wachtlijst: de vrees om te wachten zet mensen ertoe aan om zich sneller aan te melden dan strikt gezien noodzakelijk is.

Maar wie moet wachten op de juiste zorg, is daar weinig mee gebaat natuurlijk. “Er is duidelijk nood aan meer oplossingen voor serieuze zorg en ondersteuningsvragen van mensen met een beperking. We worden geregeld geconfronteerd met schrijnende situaties waarvoor er soms op dat ogenblik geen adequate oplossing is”, aldus de Vlaamse overheid.

De sector protesteerde bij het begin van de ambtstermijn van Vandeurzen tegen het personeelstekort. Er werden in 2011 500 bijkomende arbeidsplaatsen gecreëerd om dat te doen dalen.

Op de valreep werd het decreet Persoonsvolgende Financiering goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Dat houdt een belangrijke verandering in. Het vertrekpunt is niet langer het aanbod aan zorg, maar de vraag naar zorg van de persoon met een handicap. Elke persoon met een erkende handicap en een ondersteuningsnood krijgt een basisuitkering. Wie meer ondersteuning nodig heeft, kan een cashbedrag krijgen of een voucher waarmee hij/zij bijvoorbeeld kan aankloppen bij een voorziening. De zorgbehoevende krijgt dus een pak meer autonomie.

Volgens Vandeurzen gaat het om een fundamentele wijziging in het systeem, maar "het huidige budget zal niet volstaan om alle bestaande en toekomstige vragen onmiddellijk te beantwoorden". De wachtlijsten wegwerken is met andere woorden nog niet voor morgen. Het is trouwens de volgende Vlaamse regering die zal moeten bepalen hoeveel geld er wordt vrijgemaakt voor het nieuwe systeem en dat belooft een moeilijke discussie te worden.

Ouderenzorg

Ook over de wachtlijsten in woonzorgcentra (of rusthuizen, zo u wil) worden er geregeld alarmberichten de wereld in gestuurd. Hoe groot is het probleem daar? Moeilijk in te schatten, zo blijkt. Er is geen centrale wachtlijst met hulpbehoevende senioren. Elk rusthuis heeft zijn eigen lijst. En om zeker een plaats te kunnen bemachtigen, schrijven senioren zich vaak in bij meerdere woonzorgcentra.

Een studie uit 2012 schatte het aantal ouderen dat wacht op gepaste woonzorg op bijna 110.000. Het rapport spreekt van een stijging met 24 procent tegenover vier jaar eerder. De wachtlijsten lijken dus aan te groeien, maar hoeveel wachtenden er effectief zijn, is onmogelijk te weten. Vaak wordt er trouwens gewerkt met een aparte lijst voor wie dringend een bed nodig heeft, zodat zij voorrang krijgen.

Toch gaat ook het aantal plaatsen wel de hoogte in:

- In woonzorgcentra: van 65.399 in 2008 naar 71.818 in 2014 (+6.419)

- In serviceflats: van 13.881 in 2008 naar 18.061 in 2014 (+4.180)

Daarbij moet ook de kanttekening gemaakt worden dat ouderen vaak zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen. Daarom wordt meer en meer ingezet op op alternatieve woonvormen zoals groepen van assistentiewoningen, dagverzorgingscentra, beschut wonen voor ouderen, groepswonen, kangoeroewonen, nachtopvang, enzomeer.

Jeugdhulp

Het aantal jongeren dat een beroep doet op de bijzondere jeugdzorg, gaat in stijgende lijn. In 2012 organiseerde de dienst Jongerenwelzijn hulp- en dienstverlening voor 26.984 kinderen en jongeren. Dat betekent een groei van 1,9 procent in vergelijking met het jaar voordien. Anderhalve procent van de Vlaamse jeugd heeft dus te maken met de bijzondere jeugdzorg, dat is 1 op de 70 kinderen.

Het overgrote deel - 84 procent - zijn kinderen en jongeren in problematische leefsituaties. In minder dan 10 procent van de begeleidingen gaat het over jongeren die een misdrijf hebben gepleegd. Dat aantal daalt nu al enkele jaren op rij.

Bijna 1 op de 5 kinderen in de jeugdhulpverlening heeft te maken met pleegzorg. De diensten voor pleegzorg doen geregeld campagnes om nieuwe pleegouders te werven, want er is een structureel tekort. Daarnaast zijn de begeleidingstehuizen en de thuisbegeleidingsdiensten de koplopers. Voorts wordt een groot deel van de minderjarigen begeleid buiten de eigen sector.

Er komen ook acht nieuwe internaten waar jongeren met een problematische thuissituatie permanent kunnen verblijven. Die zullen de vier bestaande noodinternaten, waarover geregeld klachten zijn, vervangen.

De jeugdhulpverlening in Vlaanderen is grondig hertekend. Het nieuwe Decreet Integrale Jeugdhulp, dat in werking getreden is in maart dit jaar, heeft als doel de jongere centraal te stellen zodat hij, maar ook ouders en hulpverleners, makkelijker de juiste hulp vinden. Zo moeten de verschillende jeugdhulpaanbieders hun aanbod op elkaar afstemmen en nog meer samenwerken met de jongere. Jeugdhulp zou ook meer bereikbaar, beschikbaar, begrijpelijk en betaalbaar moeten worden.

Wat is er nog gerealiseerd?

Een oud zeer is de kwestie van het statuut van onthaalouders. Vlaanderen telt er zo’n 7.000, goed voor 30.000 opvangplaatsen. Ze dringen al jaren aan op een volwaardig werknemersstatuut. Sinds 2003 hebben ze een statuut sui generis met een beperkt aantal sociale rechten. Op 1 januari 2015 start er wel een proefproject voor een werknemersstatuut voor onthaalouders, maar een oplossing is er nog niet.

Jo Vandeurzen lanceerde een actieplan tegen zelfdoding. Doel van dat plan is het aantal zelfdodingen in Vlaanderen tegen 2020 met 20 procent doen dalen in vergelijking met het jaar 2000. Het zelfmoordcijfer ligt in ons land bij de hoogste van Europa. Het meest zichtbare punt van het plan is de campagne “fit in je hoofd”, met bijbehorende website.

De minister zette ook in op een betere kankerscreening. Zo is er in juni 2013 gestart met een veralgemeend bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Daarbij wordt de aanbeveling gevolgd van de Wereldgezondheidsorganisatie en de Europese Unie om vrouwen van 25 tot en met 64 jaar om de drie jaar een uitstrijkje te laten nemen. Sinds oktober 2013 loopt voor mannen en vrouwen tussen 56-74 jaar een bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker.

Eind 2012 werd ten slotte de aftrap gegeven van het Vlaams Indicatorenproject voor Professionals en Patiënten (VIP2). Binnen onder meer de afdelingen oncologie, cardiologie, moeder en kind en orthopedie werden kwaliteitsindicatoren gemeten. De indicatoren zullen voort worden uitgebouwd om een betrouwbaarder beeld te scheppen over de geleverde zorgkwaliteit. De ziekenhuizen kunnen de resultaten -op vrijwillige basis- op hun website zetten zodat iedereen ze kan bekijken.

Meest gelezen