Regeringen ruziën over het klimaat

Uit een Europees onderzoek blijkt dat een kwart van de Belgen de verandering van het klimaat aanduidt als het belangrijkste wereldprobleem en dat negen op de tien Belgen het belangrijk vinden dat de eigen regering klimaatdoelen stelt. Probleem is dat de verschillende regeringen in ons land het niet eens raken hoe dat moet gebeuren.

Het Europees klimaatplan legt ons land op om tegen 2020 de uitstoot van broeikasgassen met 20 procent te verminderen en het aandeel hernieuwbare energie tot 13 procent te doen stijgen. De federale en regionale regeringen moeten daarover een akkoord sluiten, maar dat wil maar niet lukken.

Een nieuwe poging eind vorig jaar eindigde weer in een fiasco. De N-VA vindt dat er van Vlaanderen een te grote inspanning wordt gevraagd op het gebied van hernieuwbare energie. Bovendien is er nog het probleem van de verdeling van de inkomsten uit de veiling van emissierechten (ETS). Die rechten worden betaald door de industrie die broeikasgassen uitstoot en brengen jaarlijks zo'n 110 miljoen euro op. De Vlaamse regering eist het grootste deel van dat geld op omdat Vlaanderen de grootste inspanningen levert, maar daar zijn de andere regeringen het niet mee eens.

Ook op Europees vlak is het niet eenvoudig om overeenstemming te vinden. Zo heeft de Europese Commissie haar nieuw klimaatplan met doelstellingen voor 2030 moeten afzwakken. De Commissie stelt voor om de uitstoot van broeikasgassen met 40 procent te verminderen (voor 2020 is het doel 20 procent). Het aandeel van hernieuwbare energie moet stijgen tot 27 procent (20 procent in 2020), maar de lidstaten krijgen hiervoor geen aparte streefcijfers opgelegd, wat nu wel het geval is. Van een verhoging van de energiebesparing is in het nieuwe Europese klimaatplan zelfs geen sprake meer.

Het plan moet nog door de Europese ministers en het Europees Parlement worden besproken. Voor de Belgische regeringen vormen de afgezwakte ambities alvast geen probleem.

Vlaams milieuplan

Het Europees klimaatplan maakt een onderscheid tussen de uitstoot van broeikasgassen in de industrie en die in andere sectoren. In de industrie, goed voor ongeveer 45 procent van de Europese uitstoot aan broeikasgassen, wordt er gewerkt met systeem van de handel in emissierechten (ETS). Voor de sectoren die niet onder dat systeem vallen moet België een vermindering van 15 procent van de uitstoot realiseren.

Om die doelstelling te halen heeft de Vlaamse regering in de zomer van vorig jaar een Vlaams Klimaatbeleidsplan (VKP) opgesteld. Dat bestaat uit twee delen: een Vlaams Mitigatieplan (VMP) dat tot doel heeft om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en een Vlaams Adaptieplan (VAP) dat moet nagaan wat de gevolgen van de klimaatverandering voor Vlaanderen betekenen.

In het Mitigatieplan heeft minister van Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V) een hele reeks maatregelen klaar om de Vlaamse uitstoot te verminderen. De belangrijkste sectoren zijn:

  • Mobiliteit (32 procent van de uitstoot). De grootste vervuiler hier is het wegverkeer. In het plan wordt gepleit om het aantal afgelegde kilometers te beperken en de bouw van milieuvriendelijke wagens te bevorderen. Energiezuinig rijgedrag moet worden aangemoedigd, onder meer door het strikt handhaven van de snelheidsbeperkingen, en er moet gewerkt worden aan het terugdringen van de files. Kritische opmerking in het plan is dat op langere termijn er een fundamentele maatschappelijke wijziging moet plaatsvinden.
  • Gebouwen (38 procent van de uitstoot). Het gaat hier voornamelijk om de verwarming van huizen en sanitair water. Hier wordt ingezet op het verstrengen van de energieprestatienormen en het vervangen van oude verwarmingsketels door nieuwe. Er komen ook fiscale stimuli voor energiezuinige nieuwbouw en voor de grondige renovatie van bestaande woningen.
  • Landbouw (15 procent van de uitstoot). Hier is de afgelopen jaren al een sterke vermindering van de uitstoot gebeurd. Om die trend voort te zetten wil Schauvliege inzetten op een verdere sensibilisering van de sector en het werken aan verbeterde technieken. De aandacht voor het milieu zal ook worden meegenomen in het opstellen van een nieuw plattelandsbeleid.

Het is de bedoeling om al deze maatregelen nauw te laten aansluiten bij de andere langetermijnplannen van de Vlaamse regering zoals Vlaanderen in Actie en het Pact 2020.

"Gebrek aan visie"

Milieuverenigingen zoals Greenpeace en de Bond Beter Leefmilieu (BBL) hebben niet veel goede woorden over voor het Vlaamse klimaatbeleid van de afgelopen jaren. Volgens de BBL miste de regering een gezamenlijke visie op complexe uitdagingen zoals klimaat en mobiliteit en is een concrete aanzet tot trendbreuken uitgebleven.

Minister van Leemilieu Schauvliege wordt verweten dat ze prioriteiten zoals een verbetering van de luchtkwaliteit heeft laten liggen en dat ze zich gewoon heeft neergelegd bij het feit dat ze geen vat heeft op de hoge broeikasemissies uit de landbouw en het transport.

Volgens de BBL is ook minister van Openbare Werken en Mobiliteit Hilde Crevits (CD&V) in hetzelfde bedje ziek. Het ontbrak haar aan een duidelijke visie op duurzame mobiliteit en de moed om ze in de praktijk te vertalen. "Koning Auto blijft in Vlaanderen heer en meester van het beleid van Crevits."

Schauvliege verdedigt zich met de stelling dat om verder te gaan er moet gewerkt worden aan een mentaliteits- en gedragsverandering, en dat dat niet alleen een taak is voor de overheid maar ook voor het maatschappelijke middenveld. "Als de overheid maatregelen neemt die te drastisch zijn, dan verlies je je maatschappelijke basis en riskeer je een averechts effect", stelt de minister. "Een leefmilieubeleid bestaat voor mij uit drie peilers: het moet betaalbaar zijn, het moet technisch haalbaar zijn en er moet een draagvlak voor zijn".

Emissierechten

Feit is dat het Vlaamse klimaatplan alleen niet zal volstaan om de gevraagde 15 procent vermindering van broeikasgassen tegen 2020 te halen. Volgens de BBL komt de regering met het plan niet verder dan een reductie van vijf procent, maar dat wordt door Schauvliege ontkend. Zij stelt dat de Vlaamse maatregelen goed zijn voor meer dan tien procent.

Om tot 15 procent te komen plant de Vlaamse regering dan ook om emissierechten aan te kopen. Een deel ervan moet nog dienen om de doelstellingen voor de periode 2008-2012 te halen, het andere deel is voor de huidige periode (2013-2020). Overigens, volgens de berekeningen van 11.11.11 heeft de Belgische overheid om de Kyoto-doelstellingen te halen (2012) meer dan de helft van het streefcijfer gehaald door het aankopen van emissierechten in het buitenland.

Dat de benodigde emissierechten uit het buitenland nu al worden gekocht heeft te maken met het feit dat ze best aangekocht worden op een moment dat je ze aan een gunstig tarief kan krijgen, aldus Schauvliege.

Meest gelezen