Analyse - Bestààn de Rechtvaardige Rechters nog? 

Het was een duistere nacht in Gent, 10 op 11 april 1934. En na die nacht zou er nog lang mist en somberheid over onze landsgouw hangen. In de Vijdt-kapel in de Sint-Baafs-kathedraal verdwenen twee panelen uit het retabel Het Lam Gods van de broers Van Eyck, een van de beroemdste kunstwerken uit de menselijke geschiedenis, een mijlpaal in de vernieuwing van de beeldcultuur.

Katholiek feest

In 1932 vierde heel Vlaanderen vijf eeuwen Lam Gods. Het was een groots feest, met processies en tentoonstellingen, boeken en artikels in ALLE kranten en tijdschriften. Miljoenen prentkaarten, in kleur en zwart-wit, waren overal ter wereld terechtgekomen. Ook aan de muren van Amerikaanse en Chinese studentenkamers hingen reproducties van ons Lam Gods, het religieuze stripverhaal dat de eenheid van mens, kerk en God uitdrukte doorheen het offer van het Agnus Dei, de consecratie of transfiguratie van de eucharistie. Wie zo’n werk beschadigt of gedeeltelijk ontvreemdt, heeft een bedoeling… Het feest voor 500 jaar Lam Gods zinderde lang na, zeker tot de paasperiode van 1934.

Goedertier stierf te snel

Laten we niet moeilijk doen en aannemen dat de rijke Wetterse geldwisselaar Arsène Goedertier, ambitieus actief in de katholieke partij, de dief of bedenker of zelfs kaper van de roof is. Op zijn sterfbed, eind 1934, zei hij zaken die alleen de ontvreemder kon weten. Helaas blies hij zijn laatste adem te vroeg uit. Zijn verwijzing naar de lades in zijn bureau bracht weinig meer op dan een obscure correspondentie waarin over een mogelijke vindplaats niets vermeld stond. Volgens getuigen was het wel druk ten huize Goedertier toen de arme man daar opgebaard lag, en zouden verschillende figuren de woning hebben verlaten, beladen met dossiers en mappen…

Klungelende speurders

Het onderzoek naar het gestolen paneel verliep amateuristisch. Vergelijk het met de Dutroux-affaire. Zoals de rijkswachters in Marchienne-au-Pont de opgesloten kinderen vermoedelijk konden horen wenen, zo hebben de speurders in 1934 erg hun best gedaan om de verkeerde kant uit te kijken. Eén van de twee gestolen panelen, Sint-Jan-de-Doper voorstellende, dook op aan het Noordstation in Brussel, met als bedoeling te bewijzen dat de dief het andere luik wel degelijk bezat.

Maar wacht eens, Noordstation, Brussel, 1934… Op een paar boogscheuten daar vandaan voltrok zich toen een drama: het Mundaneum van Paul Otlet in het Jubelpark, in wat nu Autoworld is, moest ijlings verhuizen naar een bescheidener locatie omdat de subsidie opdroogde. Otlets medewerker Henri La Fontaine had al de helft van zijn Nobelprijs voor de Vrede geïnvesteerd in het wereldomvattende allesverklarende steekkaartensysteem, maar het mocht niet baten. De visionaire Otlet volgde de zaak van het Lam Gods op de voet, en had een en ander door. Het kostte hem weinig moeite om aan het Noordstation in het bezit te raken van de Rechtvaardige Rechters.

Maar in de drukte van de verhuizing van het encyclopedische Mundaneum naar een andere locatie in Brussel, vergat Otlet iets te doen met het paneel. Het zit nu nog in een valse achterwand van een van de vele fichekasten in het Mundaneum-museum in Bergen. Het is een piste als een andere…

Weer naar het onderzoek. Voor de hand liggende getuigen en betrokkenen zijn nooit ondervraagd. Bij de speurders waren er enkele notoire vrijzinnigen. Zij zouden het onderzoek hebben gesaboteerd om te verhinderen dat zo’n krachtig symbool van het katholieke België weer terechtkwam. Want de vondst zou ongetwijfeld opnieuw tot een groot ultramontaans feest hebben geleid.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog roofden de nazi’s het Lam Gods, zonder de Rechters, en brachten het naar een zoutmijn aan de Oostenrijks-Duitse grens. De Duitsers vonden het zonde dat er een paneel ontbrak. Oberleutnant Henry Koehn ging verwoed op zoek, en deed het onderzoek volledig over, ondervroeg veel meer betrokkenen dan de Gentse politie ooit deed. Zonder resultaat.

Tussen haakjes, het gestolen stuk is anderhalve op een halve meter. Het vertegenwoordigt qua oppervlakte 1/30ste van het geheel. Het is een halve centimeter dik.

Nieuwe getuigen

De voorbije weken was er opnieuw commotie in het dossier. Historicus Paul De Ridder bracht uit dat de overleden hoogleraar grondwettelijk recht Senelle hem gezegd had dat het paneel nog bestond en in handen was van een belangrijke Gentse familie, die ervan af wilde. In de loop van de 80 jaar sinds de diefstal was het houten paneel, beschilderd met olieverf, zelfs gerestaureerd.

Het verhaal spoorde gedeeltelijk met wat Marc Reynebeau twee jaar geleden schreef in De Standaard, bij de start van de restauratie van het Lam Gods, in al zijn fases te volgen op Cobra.be. In die visie had Goedertier het paneel gestolen om chantage te plegen op kapitaalkrachtige katholieken en kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders om de christelijke Banken-Unie, voorloper van de KBC, te redden. In de jaren 30 was er geen Europa om falende bankiers bij te passen.

De socialistische Bank van de Arbeid was al over kop gegaan, die van de Boerenbond ook. Nogal wat toplui, Van Zeeland, De Schrijver en Van Cauwelaert, zaten met kapitaal en invloed in de Banken-Unie. In ruil voor zijn ultieme druk hoopte Goedertier allicht zelf op een politieke carrière. Voor het losgeld hoefde hij het niet te doen. Overigens, het bijna-beroemdste kunstwerk op aarde was sowieso onverkoopbaar. Maar om de speurders op een dwaalspoor te leiden, was er sprake van een losgeld van 1 miljoen frank, waarvan een fractie inderdaad ergens betaald werd.

De bisschop en de vooraanstaande Gentse familie

Er bestaat hoe dan ook toch een piepkleine kans dat de dief inderdaad een onhandige onwetende kleine crimineel is die in de waan verkeerde dat hij de slag van zijn leven ging slaan door een fragment van het Lam Gods te ontvreemden. Erg zorgvuldig beveiligd was de Vijdt-kapel niet. Toen die potentiële dief door had dat zijn scenario niet werkte, heeft hij het artefact verbrand of begraven. Er is ook een combinatie van mogelijkheden plausibel. Vergelijk het met zware aanslagen die door verschillende terreurorganisaties worden opgeëist…

Het onderzoek sleepte aan, de crisis ging voorbij en de Banken-Unie redde zich. Daar zat de dief opgescheept met dat paneel. Het unieke werk werd als een hete aardappel doorgespeeld van de ene naar de andere, tot iedereen het spoor bijster was. Bij de families Van Cauwelaert, De Schrijver of Van Zeeland zit het niet meer. Bisschop Van Looy wacht. Tevergeefs.

Bestààt het nog?

Wat vind ik ervan? Dit: het paneel bestaat niet meer! We hebben het hier over een bijna 600 jaar oude Baltische eikenhouten plank, met 15de-eeuwse olieverf bedekt. Om zoiets fragiels en primitiefs te bewaren zijn perfecte omstandigheden nodig, en af en toe, nogal vaak eigenlijk, een onderhoudsbeurt. Van de restauratie geloof ik niets. In tegenstelling tot Paul De Ridder kan ik niet aannemen dat een professionele restaurateur, van het Louvre dan nog, zich daartoe zou lenen, zelfs niet voor een forse betaling. In het beste geval is alle olieverf verdwenen, afgebladderd, verdampt, zo drastisch dat een restauratie zelfs niet meer kan. In het slechtste geval is ook het paneel zelve gerot, vermolmd, verschwunden. Bye bye.

Monty Python en de Rechtvaardige Rechters

Het gestolen paneel is ons Loch Ness, onze da Vinci-code, Bernini-mysterie en Heilige Graal. Honderden fantasten hebben zich op het verhaal gestort. De helft van de tipgevers en bedenkers van forse complotten had het over een opgerold doek en zat er dus al meteen naast. Anderen dachten tien jaar geleden dat het paneel in een nis achter het altaar stak van de kerk van Wetteren, in Schelde-gothiek trouwens. Mooi niet dus.

Wichelroedelopers lieten een marmeren plaat verwijderen in Sint-Baafs, geen resultaat. Na hen kwamen de bedieners van isothermische camera’s die overal in Gentse kelders warmtevlekken van anderhalve op een halve meter ontdekten. Zelf stond ik in 2008 te geeuwen nabij een beerput aan de Sint-Jansvest in Gent, tijdens graafwerkzaamheden in een parkeergarage. Daar had een metaaldetector iets waargenomen dat enigszins klopte met een verhaal dat het paneel in een zinken omhulsel zat.

In de brieven en kranten-advertenties van Goedertier of zijn handlanger(s) zochten sommigen allerlei codes. Ze meenden erin te zien dat het paneel nergens elders kon liggen dan in de crypte in Laken, in het graf van koning Albert I, die, hoe toevallig, twee maanden voor de diefstal van een rots viel… Dat het paleis nooit toestemming gaf om dit verzinsel ter plekke te checken, verstarde de overtuiging van deze believers.

Het jaar 1934 zelve speelt ook een rol. Het was een verwarde periode met 4 regeringscrisissen in 12 maanden, en een katholieke partij die zich te weer moest stellen tegen extreemrechts, Rex en de Vlaamse Concentratie.

Alle in 1934 gebouwde kerken, en dat zijn er wel wat, werden genoemd als mogelijke vindplaats. De Sint-Laurentiuskerk in Antwerpen viel daarbij het meest op, want daar gebeurde de mislukte overhandiging van losgeld. Ook de Sint-Hubertuskapel in Tervuren, en een kruisweg in Donk, kwamen in het vizier van helderzienden.

En nu heeft het Oost-Vlaamse parket een analist aangewezen om alles nog eens te onderzoeken. Zucht. Weet je hoe het echt zit? Maddie McCann is op dit ogenblik op het paneel aan het kliederen. Aan boord van de MH 370 van Malaysian Airlines die in werkelijkheid geland is op de Zuidpool.
 

(Lucas Vanclooster is VRT-journalist en cultuurkenner.)

© www.lukasweb.be - Art in Flanders vzw

Meest gelezen