Democratie op zijn Europees - Hendrik Vos

Over de manier waarop Europese beslissingen worden genomen, hangt blijkbaar een waas van geheimzinnigheid. Herman Van Rompuy speelt een belangrijke rol, maar er is ook José Manuel Barroso. En een Europees Parlement dat – zo wordt gezegd – veel macht heeft gekregen. Maar hoe het allemaal precies in elkaar zit, is niet zo duidelijk.
opinie
Opinie

De mechaniekjes

Toch is de manier waarop beslissingen worden genomen betrekkelijk eenvoudig. We vatten even samen. De bekendste Europese instelling is waarschijnlijk de Europese Raad. Daarin zetelen de staats- en regeringsleiders van de achtentwintig lidstaten. Het gaat om de absolute toppers uit de Europese politiek: Angela Merkel, David Cameron, François Hollande, … Voor België zit Elio Di Rupo in de Europese Raad. De voorzitter of president van deze vergadering is Van Rompuy. De Europese Raad komt ongeveer elke twee à drie maanden bijeen. Ze houdt zich niet bezig met het maken van concrete Europese wetten, maar spreekt zich uit over de grote impulsen en prioriteiten. Of ze zet de lijnen uit bij grote crisissen, als er veel op het spel staat en er geïmproviseerd moet worden.

Wanneer er Europese wetten gemaakt worden, dan komen er drie andere instellingen in beeld. Het is de Europese Commissie die wetsvoorstellen doet. De Commissie doet dat op eigen initiatief, of op vraag van het Europees Parlement of de lidstaten. De Commissie staat onder leiding van Barroso en telt één commissaris per lidstaat. Een wetsvoorstel van de Europese Commissie wordt bezorgd aan het Europees Parlement en aan de Raad van Ministers. Het Europees Parlement wordt sinds 1979 rechtstreeks verkozen, en zal straks, na 25 mei, 751 leden tellen. Vanuit Vlaanderen zullen er twaalf mensen naar dat parlement gaan. De Raad van Ministers bevat telkens achtentwintig ministers, dus één per lidstaat.

Er bestaan verschillende raadsformaties: als er gepraat wordt over landbouwdossiers, dan zijn het de achtentwintig landbouwministers die bij elkaar komen; als er een wet in verband met volksgezondheid wordt bediscussieerd, dan gaat het om achtentwintig ministers van volksgezondheid, enzovoort. Het Europees Parlement en de Raad van Ministers zullen haast altijd het wetsvoorstel van de Commissie vertimmeren. Ze maken het wat strenger, of wat soepeler, voorzien in overgangstermijnen, of verplaatsen punten en komma’s. Er komt pas een nieuwe Europese wet als een meerderheid in het Parlement en in de Raad het eens raken over exact dezelfde tekst. In de Raad moet het wel gaan om een gekwalificeerde meerderheid. Dat is een wat ingewikkeld systeem maar het komt er ongeveer op neer dat minstens de helft van de lidstaten die samen ongeveer twee derde van de bevolking vertegenwoordigen achter het voorstel moet staan.

Het laatste woord

Finaal heeft het Europees Parlement dus mee het laatste woord over Europese wetgeving. Dat gaat over prutserijen, maar ook over hele grote controversiële dossiers. De parlementsleden beslissen niet alleen hoe een varkensstal of een kindersurprise-ei er moeten uitzien, maar ook over de liberalisering van de post en de spoorwegen, of over het feit dat lidstaten die hun begroting laten ontsporen voortaan beboet worden.

Er zijn wel nog enkele uitzonderingen. Niet zo veel, maar het gaat wel om belangrijke en gevoelige domeinen. Alles wat te maken heeft met belastingen bijvoorbeeld, of met buitenlandse politiek. Daar beslist de Raad van Ministers alleen over – het Parlement kan hier enkel advies geven. Bovendien beslist de Raad hier niet bij meerderheid, maar met unanimiteit. Dit zijn dan ook de terreinen waar Europa er heel moeilijk in slaagt om knopen door te hakken en beslissingen te nemen.

Hoe democratisch is de Commissie?

Als er kritiek wordt gegeven op het democratisch karakter van de Europese Unie, is die vaak gericht tegen de Europese Commissie. Nochtans is het niet de Commissie die finaal de beslissingen neemt over Europese wetten. De Commissie waakt wel over de correcte uitvoering van de afspraken, die ultiem dus gemaakt worden door het Europees Parlement en de Raad. Wanneer Olli Rehn, de Finse commissaris die bevoegd is voor economische zaken en de euro, dreigt met boetes tegen lidstaten die hun begroting laten ontsporen, doet hij gewoon zijn werk. Wie vindt dat de Commissie zich niet moet bemoeien met nationale begrotingen, moet de wet laten aanpassen, en dus aankloppen bij de parlementsleden of bij de nationale ministers.

Bovendien is die Commissie niet minder democratisch gelegitimeerd dan een regering in de nationale politiek. Kandidaat-commissarissen worden voorgedragen vanuit de lidstaten, door regeringen die zich hiervoor moeten kunnen verantwoorden in een nationaal parlement. In onze Belgische of Vlaamse politiek zijn het de partijvoorzitters die beslissen wie er minister wordt.

Examen afleggen en vertrouwen krijgen

Kandidaat-commissarissen moeten vervolgens een 'examen' afleggen in het Europees Parlement, waarbij ze door de parlementsleden worden getest in hoorzittingen: kennen ze hun dossiers? Hebben ze een bepaalde visie? Wie het parlement teleurstelt, moet vervangen worden. In onze nationale politiek ligt dat anders: hier wordt iemand minister, zonder te moeten aantonen dat hij of zij de materie kent.

De voorzitter van de Commissie wordt voorgedragen door de Europese Raad, maar moet uiteindelijk verkozen worden door het Europees Parlement. Dat parlement probeert momenteel door de aanduiding van spitskandidaten de Europese Raad al voor het blok te zetten. De hele Commissie kan pas van start gaan nadat ze expliciet het vertrouwen heeft gekregen van het Parlement. En net als in de nationale politiek, kan het Europees Parlement op elk moment beslissen om een motie van wantrouwen in te dienen tegen de Commissie. Vindt het Parlement dat de Commissie haar boekje te buiten gaat, dan moet ze opstappen en vervangen worden.

Anders, maar niet minder democratisch

Wie het allemaal wat meer in detail bekijkt, kan alleen maar tot de conclusie komen dat de Europese Unie op een meer democratische manier werkt dan vaak gesuggereerd wordt. Het Europees Parlement heeft het laatste woord over haast alle Europese wetten, en heeft een stevige greep op de Commissie. De Europese Raad en de Raad van Ministers bestaan uit democratisch gelegitimeerde vertegenwoordigers uit alle lidstaten. Het zit allemaal wat anders in elkaar dan we gewoon zijn in de nationale politiek, maar daarom zijn er niet minder inspraakmogelijkheden.

‘Europa’ is niet iets dat boven ons staat, af en toe onbegrijpelijke wetten laat neerdwarrelen, en helemaal niet kan beïnvloed worden. Wie het oneens is met de Europese politiek van de voorbije jaren moet andere lieden naar het Parlement sturen, zodat daar andere meerderheden ontstaan en andere wetten worden gestemd. En moet zich informeren over wat nationale ministers uitspoken in de Raad van Ministers.

Waar komt dan het beeld vandaan dat Europa ergens boven en buiten ons staat? Vele zaken spelen wellicht een rol. In de eerste plaats is het allemaal heel snel gegaan. Amper twintig jaar geleden kreeg het Parlement aarzelend en in een heel beperkt aantal domeinen wat medezeggenschap. Pas sinds eind 2009 is het een volwaardige medebeslisser geworden in veruit de meeste dossiers. Ook de gewoonte om individuele commissarissen in hoorzittingen op de rooster te leggen, en desnoods terug naar af te sturen, is van recente datum.

Altijd zoeken naar een compromis

In de tweede plaats is Europese politiek per definitie compromispolitiek. De belangrijkste bestaansreden van de Europese Unie is de vaststelling dat het vandaag voor individuele staten moeilijk is geworden om met allerlei uitdagingen om te gaan. Of het nu gaat om klimaatverandering, om misdaadbestrijding of om allerlei economische uitdagingen: als land apart is het niet meer mogelijk om nog adequate antwoorden te geven in een wereld waar de grote blokken het voor het zeggen hebben. Daarom hebben wij die Europese Unie gevormd en raakten we intussen zo sterk aaneengeklonterd dat we steeds meer zaken gezamenlijk aanpakken.

De prijs die we daarvoor betalen, is dat we het beleid dus moeten maken met vertegenwoordigers uit al die andere landen. Met de Duitsers die massaal op Merkel stemmen, met de Italianen die lange tijd Berlusconi in het zadel hielden, met de Britten die straks vermoedelijk veel eurosceptici naar het Europees Parlement zullen sturen. De uitkomst van een Europees besluitvormingsproces zal dus nooit volledig ons gedacht zijn, zoals het ook nooit alleen maar de Duitse of de Griekse of de Zweedse belangen zal weerspiegelen.

Europese beslissingen zitten over het algemeen ergens in dat midden tussen al die belangen, en zijn dus nooit ideaal. Voor niemand. Dat maakt Europese beslissingen vaak moeilijk verdedigbaar. De besluitvormers beseffen dat ook, en doen vaak de moeite niet meer om uit te leggen dat ze hun slag nooit volledig kunnen thuishalen.

Mist spuiten rond Europa

En daarmee komen we bij een laatste zaak. Nationale politici praten vaak op een oneerlijke manier over Europa. Als er toffe Europese beslissingen worden genomen, doen ze alsof ze die zelf hebben uitgevonden en Europa er weinig mee te maken heeft. Omgekeerd, als er vanuit Europa beslissingen worden genomen die niet zo populair zijn, dan wordt Europa de zondebok. Dat diezelfde politici een ferme vinger in de Europese pap hebben, verzwijgen ze. De moed om zich tegen Europese beslissingen te verzetten, is er klaarblijkelijk niet. De moed om ze te verdedigen nog veel minder.

De voorbije jaren trok PS-voorzitter Paul Magnette geregeld van leer tegen Europees commissaris Olli Rehn. De wetten die Rehn uitvoerde, werden nochtans goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad van Ministers, onder meer met expliciete steun van de Belgische regering.
Het democratisch deficit van Europa zit niet zozeer in de procedures van Europa. Het zit veel meer in de nevel die nationale politici er opzettelijk rond hangen.
 

 

(Hendrik Vos doceert Europese politiek aan de Universiteit Gent.)

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen