"Geen schooldebatten meer tot aan de verkiezingen"

In de aanloop naar de verkiezingen mogen scholen geen politieke debatten meer organiseren. Dat schrijft De Standaard. Het gaat om een beslissing van een onafhankelijke commissie van het Departement Onderwijs. Het verbod geldt voor alle schoolnetten. Scholen die de regel aan hun laars lappen, verliezen mogelijk een deel van hun werkingsmiddelen. De maatregel lokt veel reactie uit, zowel in de onderwijswereld als bij politici. Pascal Smet is verbaasd over de beslissing van zijn de commissie en gaat het voorstel herbekijken.

De Commissie Zorgvuldig Bestuur van het departement Onderwijs heeft een nieuw advies uitgevaardigd omtrent verkiezingsdebatten op school. Tijdens de sperperiode van 90 dagen voor de verkiezingen mogen scholen geen politieke debatten meer organiseren. Nochtans is deze praktijk een goed ingeburgerde manier om laatstejaars in het middelbaar kennis te laten maken met de politieke wereld.

Toch is het advies van de administratie zeer duidelijk: geen debatten meer binnen of buiten de schooluren, niet voor leerlingen noch voor ander publiek. "Dit is een logische zaak", zegt Marleen Broucke, secretaris van de Commissie Zorgvuldig Bestuur in De Standaard. "Het vloeit voort uit het onderwijsdecreet, want politieke activiteiten op school kunnen sowieso niet. Vaak zijn niet alle partijen uitgenodigd om deel te nemen aan schooldebatten, en dat is een probleem."

Door dit nieuwe advies kan de commissie nu ook sancties uitspreken als scholen zich niet aan de regels houden. "In het uiterste geval denken we aan het intrekken van werkingsmiddelen", aldus nog Broucke.

"Belangrijk voor politiek bewustzijn"

Zowel de grote onderwijskoepels als de politieke wereld reageren verontwaardigd op deze maatregel. Elisabeth Meuleman (Groen) kwam deze beslissing op het spoor toen een debat waaraan ze zelf zou deelnemen plots geschrapt werd. Ze noemt de beslissing in De Standaard straf en absurd. "Debatten moet je aanmoedigen en niet tegenhouden. Jongeren zijn er zelf vragende partij voor." Ze vindt zelfs dat bevoegd minister Pascal Smet (SP.A) een rondzendbrief zou moeten versturen die debatten op school net aanmoedigt.

Ook Mieke Van Hecke van het katholiek onderwijs betreurt de beslissing. "Dit was natuurlijk niet de bedoeling van het onderwijsdecreet. Partijmeetings organiseren of affiches ophangen, dat is propaganda. Maar je kan dat niet vergelijken met een debat, dat cruciaal is voor de vorming van jongeren."

Bovendien benadrukt Van Hecke het belang van de eindtermen, waarin staat dat scholen moeten bijdragen aan het politieke bewustzijn van jongeren. "Jonge mensen worden op die manier op hun niveau uitgenodigd voor het politieke denkwerk, in een periode dat de politiek alomtegenwoordig is in hun omgeving en in de media."

Bij Raymonda Verdyck van het gemeenschapsonderwijs roept de beslissing veel vragen op. "Debatten op school maken deel uit van burgerschapsvorming en het maatschappelijke, politieke bewustzijn dat we leerlingen willen bijbrengen."

"Scholen moeten duidelijkheid krijgen"

Pascal Smet, als minister van Onderwijs eindverantwoordelijke in deze zaak, is verbaasd over de beslissing van zijn administratie. Hij wil hier zo snel mogelijk klaarheid over scheppen. "Mogelijk heeft de commissie zich gebaseerd op een beslissing uit 2011. Toen werden politieke activiteiten georganiseerd door derden toegelaten op school, met uitzondering van de drie maanden voor de verkiezingen. Misschien heeft men deze regel nu iets te breed geĆÆnterpreteerd. Dat wil ik zo snel mogelijk uitklaren met de commissie."

Het kabinet van Smet zou denken aan een tussenoplossing. Debatten zouden tijdens de schooluren wel nog worden toegelaten, zolang ze passen binnen de eindtermen.

Meest gelezen