"Politie maakte geen fouten bij mislukte repatriëring"
De agenten die de repatriëring begeleidden, werden ervan beschuldigd de uitgewezen vrouw en enkele passagiers hardhandig te hebben aangepakt. Minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet (CDH) wilde deze zaak snel uitklaren en vroeg een onderzoek aan. Dat viel niet bepaald in goede aarde bij de politie, die hun bevoegde minister een gebrek aan steun verweet.
Toch ging de Algemene Inspectie van de politie praten met tien personeelsleden van Brussels Airlines, die op de dag van de repatriëring aan de slag waren. Uit het verslag blijkt nu dat de agenten tijdens de repatriëring geen fouten gemaakt hebben.
Tijdens de mislukte repatriëring op 15 februari was er aan boord tumult ontstaan. Vijf passagiers, onder wie de Belgisch-Congolese FDF-politica Gisèle Mandaila, zouden geprotesteerd hebben tegen de uitwijzing van de Congolese jonge vrouw. Mandaila zou onder meer geroepen hebben "dat het onmenselijk was" en "dat we geen honden zijn".
Door de oproer aan boord moesten extra politiemensen en veiligheidspersoneel van Brussels Airlines aan boord komen. Ook de crewleden probeerden de gemoederen te bedaren. De piloot wilde pas vertrekken nadat de rust was teruggekeerd, bijna anderhalf uur na het geplande vertrekuur en zonder de uitgewezen Congolese vrouw aan boord. Die was zonder enig protest uitgestapt, samen met de agenten die haar uitwijzing begeleidden. De zes amokmakers moesten ook het vliegtuig verlaten. Mandaila beweert dat ze op dat moment een slag zou hebben gekregen van een jonge politieman.
Minister Milquet wil voorlopig geen commentaar geven op het verslag omdat ze het nog te vroeg vindt om conclusies te trekken. Gisele Mandaila spreekt over "pure leugens". Ze duidt een andere vrouw aan als amokmaker. "Ik heb alleen maar geprobeerd om zicht te krijgen op de situatie van de persoon die werd uitgewezen", zegt ze in een reactie aan De Standaard.