17 Europese bisons uitgezet in Roemenië
Een moeilijk en intensief kweekprogramma kon het aantal bizons weer opkrikken, maar momenteel leven er amper 3.230 dieren in wilde of semi-wilde kuddes, vooral in het grensgebied van Polen en Wit-Rusland. Daarmee zijn wisenten zeldzamer in het wild dan zwarte neushoorns.
Precies daarom is de reïntroductie zo belangrijk, zegt het Wereldnatuurfonds (WWF). De dieren zijn afkomstig uit verschillende wildparken en kweekcentra uit heel Europa, van Zweden tot Italië.
Ze zijn vrijgelaten nabij het kleine Roemeense dorpje Armenis, dat een groot stuk land ter beschikking heeft gesteld. Verwacht wordt dat de populatie over tien jaar naar schatting vijfhonderd dieren zal tellen.
Op eigen benen
De dieren zullen niet gevoed worden en zijn dus aangewezen op het ecosysteem. Onderzoekers van de universiteit van Timisoara zullen de vooruitgang van de dieren bestuderen.
"Dit is een erg belangrijke dag", zei Magor Csibi van WWF-Roemenië. "We zijn eraan gewend geraakt om diersoorten te verliezen in het wild, maar hier krijgen we er een bij. Iedereen die rond natuurbescherming werkt, droomt van zo'n moment."
Het herstel van de kuddes is van groot belang voor de Europese ecosystemen en de biodiversiteit, zegt het WWF. Natuurlijke begrazing door grote planteneters speelt een sleutelrol in de open en halfopen landschappen in Europa.
De dieren zijn uitgezet in de Karpaten omdat het een van de kerngebieden voor de soort was. De Europese bizon werd er echter al in 1762 is uitgeroeid. De bergketen is veelbelovend voor het overleven van de soort, omdat er veel geschikte gebieden zijn die relatief goed met elkaar verbonden zijn.