M verbindt oude en nieuwe architectuur

Het nieuwe museum van Leuven - kortweg M - is een ontwerp van architect Stéphane Beel (°1955). Hij verbindt het oude museum Vander Kelen-Mertens en de oude academie subtiel en naadloos met de strak getekende en hoge nieuwbouw. Wie door het museum kuiert – het museum vraagt een langzaam bezoek – weet niet wanneer hij van nieuw naar oud stapt en omgekeerd.
Architect Beel kreeg in 2004 de opdracht van de stad Leuven om een nieuwe museumsite te bouwen in het centrum van de Dijlestad.
Het is niet de eerste keer dat Stéphane Beel een opdracht in museaal verband krijgt. Tien jaar geleden tekende hij de uitbreiding van het museum in het Nederlandse Utrecht, en haast gelijktijdig ontwierp hij het Raveel Museum in Machelen aan de Leie. En vandaag is hij aan de slag in Antwerpen voor de uitbreiding van de Singel en later is hij in Turnhout betrokken bij de bouw van een deels ondergrondse tentoonstellingsruimte in de Warande.

In 2006 konden de werken in Leuven beginnen aan wat internationaal als een middelgroot museum wordt omschreven: 13.500 vierkante meter waarvan de helft tentoonstellingsruimte.
Kostprijs: 20 miljoen euro, waarvan de stad Leuven driekwart heeft opgehoest en dat zijn goed bestede euro’s. In tegenstelling tot de dikwijls "karakterloze" monumentale nieuwbouw in stadskernen, irriteert museum M niet, ook al is het heel nadrukkelijk aanwezig in het stadsbeeld. Het gebouw fascineert, charmeert en nodigt heel krachtig en genereus uit tot een bezoek.

Aan de Vanderkelenstraat is de centrale ingang te herkennen aan het oude fronton met zes niet erg spectaculaire zuilen. Doordat het geheel beschermd was, kreeg de architect de opdracht het op te nemen in de buitengevel en dat is hem goed gelukt.

De antichambre

Een halve verdieping onder het straatniveau komt de bezoeker in de antichambre: een grote witte ruimte bestemd als een laagdrempelige ontmoetingsruimte met museumcafé, bookshop en een auditorium. Naar aanleiding van de Rogier van der Weyden tentoonstelling, is daar nu een nieuwe video-creatie van Walter Verdin te zien.
De vaste collectie krijgt haar stek op het gelijkvloers, met een bijzondere kamer voor de beelden en schilderijen van Constant Meunier (1831-1905).

De eerste en de tweede verdieping zijn voor de tijdelijke tentoonstellingen. Op de tweede of hoogste verdieping is er een terras met een prachtig uitzicht over Leuven. Op de eerste verdieping is er ook een muurgrote glaspartij. De bezoeker krijgt hier het gevoel te zweven, hij staat op de rand van het gebouw en heeft een prachtige uitkijk op de Sint-Pieterskerk en het stadhuis.

Stéphane Beel ging voor een eenvoudige architectuur: lineaire vlakken, grote raampartijen en de gevels bekleed met travertijn, een kalksteen die gevonden wordt bij heetwaterbronnen. En daarmee weet museum M zich in goed gezelschap: een deel van het Colosseum in Rome en de Sacré Coeur in Parijs werden uit travertijn opgetrokken.

Geen zalen maar kamers

Beel kreeg ook de opdracht geen museumzalen te bouwen maar wel kamers met hoge plafonds. De kamers hebben geen deuren, in plaats daarvan zijn er doorgangen.

Tentoonstellingsarchitect Paul Vandebotermet opteerde niet voor witte, kille ruimtes, maar voor kleur. Naast zachte pastelkleuren koos hij voor bij voorbeeld expliciet rood.

Vandebotermet wil met kleurschakeringen ritme geven aan de verschillende kamers. De sokkels en vitrinekasten zijn niet log maar hebben een dunne, haast frêle structuur. Hij huldigt hetzelfde principe als Beel: minimalisme of zoals Beel het uitdrukt: schrappen of gummen om tot de essentie te komen. Maar wel onder één voorwaarde: het eindresultaat moet creatief en expressief zijn.

Het oude museum Vander Kelen-Mertens

In publicaties wordt sterk de nadruk gelegd op de nieuwbouw. Terecht, maar het oude museum Vander Kelen-Mertens is opzienbarend authentiek gerestaureerd. Wij herinneren ons dit museum als een stoffig gebouw waarbij diepbruine kleuren de donkerte nog onderstreepten.
Wij zien vandaag een metamorfose: weg met de duisternis, leve het licht. Alle kamers kregen hun voornaamheid en grandeur van weleer terug. Schouwen, plafondschilderingen, parketvloeren en het behang werden getoetst op één criterium: behoren deze materialen en kleuren bij het oorspronkelijk concept van dit negentiende eeuws "hôtel"?

Er kwam behang met bladgoud en er werden replica’s van de oorspronkelijke parketten gelegd. Drie jaar heeft men gezocht naar die oorspronkelijkheid. Het resultaat is verbluffend knap.

Yves Jansen
Zondag leest u de recensie Rogier van der Weyden, de passie van de meester, de openingsexpo van het museum M.

M, L. Vanderkelenstraat 28, 3000 Leuven, tel. 016/20 09 09

Meer info: www.mleuven.be

Meest gelezen